De Ridderstraat, door de meesten wel gekend als de
‘doorsteek’ tussen het Vredeplein (aan café De Vrede) en de Kattestraat (aan de
ingang van de passage Pieter Van Aalst) heette vroeger eigenlijk de Lange Ridderstraat.
Naast de Lange bestond er echter ook een Korte
Ridderstraat. Dat was de straat die vroeger liep van de Nieuwstraat naar de
Lange Ridderstraat, en in 1910 plaats maakte voor de aanleg van het Vredeplein. Zo komt het dat ‘de Academie van Schoone Kunsten’
als origineel adres eigenlijk Korte Ridderstraat 51 had. Meer over de Korte
Ridderstraat zal te vinden zijn in een artikeltje over ‘het Vredeplein’
Ik concentreer me hier nu meer op 'de Lange versie'.
De Lange Ridderstraat die van de Kattestraat de
vroegere stadsomwallingen volgde liep vroeger dood op de Nieuwstraatvesten. Ze
heette eerst eerst ‘de Catte’ en het straatje liep uit op ‘de Cadt’, waar de
Korte Ridderstraat liep en zich momenteel dus het Vredeplein bevindt.
Het is hier dat zich vroeger ‘de Dommelaar’ zou bevonden
hebben.
Gezien er geen Korte Ridderstraat meer bestond na de
aanleg van het bewuste plein, werd in januari 1927 de straat dan maar herdoopt
naar ‘gewoon’ de Ridderstraat. Ah ja, er was geen verwarring meer mogelijk natuurlijk.
De benaming ‘Lange Ridderstraat’ kan voortkomen van Jan
De Ridder, een niet klein manspersoon die er in 1398 woonde, maar aannemelijker
is dat de naam voort zou komen uit de ‘Ruiterstraat’, zo genoemd naar de schuttersgilde
van Sint Anthonius die er gevestigd was.
De benaming van het nabijgelegen Keyzerstraatje kende trouwens
ook heel waarschijnlijk zijn oorsprong
in het feit dat er een schuttersgilde actief was in de buurt.‘De keizer van de schuttersgilde’, de kolveniers,
bosseniers of busschieters van Sint Anthonius, de gilde die hier door Steven
van Liedekerke werd gesticht zou hier de basis van zijn.
Een kolvenier of klovenier was een man die met een clover
(culverin) schoot, wat een vuurwapen was dat zijn oorsprong vond in de 15e
eeuw. Het was oorspronkelijk de naam van een middeleeuwse voorganger van het
musket, dat in de 15e en 16e eeuw gebruikt werd.
De populaire vorm ‘kolvenier’ kwam van het woord kolf.
Net als handboogschutters, wevers en andere beroepen verenigden kolveniers zich
in een gilde, de kolveniersgilde.
Het Middelnederlandse woord culverin of clover is
afgeleid van het Franse woord couleuvre, dat adder betekent, waarvan weer de
benaming 'veldslang' afgeleid is.
In de middeleeuwen was slang dan ook het woord voor
geschut. colubrinus, de "manier van de slang".
Er bevond zich in de straat ‘t Hof ten Gasthuse
waarin de kolveniers in de 16e eeuw hun schietoefeningen hielden, maar ook Het
Sint Antoniushof was een café waar de schutters af en toe eens kwamen verpozen
en waar toen ook verkopen van eigendommen werden georganiseerd.
In 1873 was het de beurt aan het café zelf : ‘Openbare
verkooping van het St Antonius-hof’. Het huis en de herberg, met twee
kleine huiskens daarneven, te zamen groot in gronde 21 aren, gestaan te Aalst
in de Lange Ridderstraat, en oost uitkomende op de Vrijheidstraat. Prijs 17 500
frank.
Het café was toen het lokaal van de muziekmaatschappij
‘De jonge garde’. De voordeur van het gebouw stond in de Lange Ridderstraat
en een 13 meter lange muur met poort kwam uit in de Vrijheidstraat.
In de straat vond men verder ook ‘het pannenhuys’ en ‘de
rederijkerskamer der Catharinisten’ bezat er twee huizen en vergaderden er
vaak.
In 1557 werd een herberg in de Lange Ridderstraat 'Ros
Beyaert' genoemd. Om alle vergelijkingen met één of andere ezel uit een naburig
dorp te kunnen vermijden werd dit later veranderd naar ‘den Baijaard’ (in 1868
ook gekend als ‘bij Constant’). Den Baijaard, die op de hoek met de Korte Ridderstraat en
‘aan het plein nabij de stadsjongensschool’ lag, werd in 1868 te koop gezet.
Het estaminet ‘den Beiaard’, bij den heer Constant Van den Bossche, werd
opnieuw opgebouwd, was een tijdlang onbewoond en werd opnieuw te koop gezet in
1892. De instelprijs bedroeg toen 3200 frank.
Wat zich ook niemand nog kan herinneren en wat weinigen
weten is dat er zich vroeger op de hoek van de Lange en de Korte Ridderstraat
een oliepaardenmolen of oliestampkot bevond.
Deze oude ‘rosmeulen’ was gedeeltelijk opgebouwd uit
steen en bestond reeds in het miden van de 17e eeuw. De waarde van de molen
werd in 1672 vastgesteld op 400 gulden. Naast de molen bevonden zich twee huisjes, een schuur en een 'zeepeye' (= zeepziederij).
Het stampkot ging op 25 september 1772 volledig in
de vlammen op. Hoe de brand ontstond is niet écht geweten maar de
molen was toen sedert kort in gebruik als ‘snuifmolen’ waar tabak werd gedroogd
en waar snuiftabak vervaardigd werd. De reden werd dus gezocht in de droge
materialen die er gestockeerd waren.
“Den 25e deser ‘s avonds ten 9 uren is er in den
snuyfmolen tot Aelst, op den hoek genaemt de Cathe, Brand ontstaen ... Men segt door het droogen van den toebakstekken op den
nast, waerdoor het geheel battiment me talles dat er in was afgebrand is ... Alle drij de steenen daer men den toebak met de peerden
mede sijn in stukken gesprongen en voordens na 3 a 4 huisjes afgebrand met
groot merykel van voordens”.
De eigenaar bouwde later de snuifmolen opnieuw op, maar nu
op ’t grondgebied van Erembodegem nabij de herberg Den Peerenboom ‘Geeraerdsbergsche
baan’.
In 1862 is er in de Lange Ridderstraat een drankenwinkel te
vinden, Jean Arys.
Er werd een heel groot assortiment aan wijnen en likeuren
aangeboden gaande van ‘wynen komende uit de eerste huizen van Bordeaux,
Reims en Chälons’, ‘extra goeden Madère (morgend-wyn)’, en maar liefst ver
verschillende soorten van azijn en wijnazijn.
‘Meer dan 100 verschillige soorten van Likeuren aen
verschillige pryzen, en meer dan 300 vaten van alle grootte berusten ter
beschikking der belanghebbenden’.
Dorst moest men er dus niet hebben, en het was ongewild misschien
zelfs een voorbode van ‘Ambarosa’, de zaak van streekwijnen die later zijn
thuisbasis vond in deze straat.
In 1881 worden ‘voituren, kamions, enz’ verkocht
op het huisnummer 14. Er waren ‘schoonen phaëton, schoone caleche, twee
goede camions, harnais, bachen, braadpompdarmen, balken, planken, deuren,
vensters’, enz op de kop te tikken.
Veel bedrijvigheid dus in deze straat die echter het
bekendst zou worden door de aanwezigheid van ‘de zotte broeders’.
‘De Broeders van Maria’ vestigden zich sedert 1841
in de Lange Ridderstraat, in zes kleine huisjes.
De broeders waren ziekendieners die ook instonden voor de
verzorging van krankzinnigen, wat meteen ook de weinig flatterende bijnaam ‘de
zotte broeders’ verklaart. In 1849 werd op de grond van de kleine huisjes een
groter gebouw gebouwd.
De broeders kregen trouwens ook nog gezelschap van de
‘Broeders van St Jan de Deo’, Ridderstraat 39 met ingang langs de
Vrijheidstraat. Deze broeders runden het internaat van het VTI, en in 1980 werd het gebouw overgedragen aan het SMI in de Vrijheidstraat.
Het SMI nam het gebouw in 1981'-82 onmiddellijk in gebruik en men herbergde er de jongste leerlingen (eerste van de humaniora en de lagere cyclus van de technische afdeling). In de gebouwen had men plaats voor 16 klassen, een keuken, 3 eetzalen, een PO lokaal en een lokaal voor het koor Cantate Domino. In 1985 kwam er ook een auditorium. De gebouwen werden later helemaal vernieuwd.
In 1891 bevindt zich het lokaal van de
socialistische vakbonden in een de herberg, “In den Arbeider” bij Frans
Luyckx, Lange Ridderstraat.
Tijdens de verkiezingen van 1893 had men schrik van de reacties van de verliezende partij maar het bleef relatief kalm.
“Zoohaast de uitslag was gekend, verdwenen liberalen
en socialisten als bij tooverslag uit de straten. Geen enkel was zelfs later in
den avond te zien. Geene krakeelen of vechtpartijen werden bestatigd, ten zij
in eene herberg in de Lange Ridderstraat, alwaar een socialista het stoofscheel
op ‘t hoofd van eenen antisocialist heeft geslagen. De bekomene wonde schijnt
niet gevaarlijk”.
En nog
“Nu is het rustig geweest, de katholieken vierden
hunnen zegepraal in hun lokaal, maar hadden de liberalen en socialisten de bovenhand
gehaald, ‘t zou gehuil, getier en de eene baldadigheid na de andere zijn geweest”.
In 1894 werd de stad dan opgeschrikt door een brand
in het gesticht van de Broeders van Maria. Het vuur was ontstaan in de kapel,
maar dankzij heel snelle hulp viel de schade enorme goed mee.
Wie trouwens denkt dat de term ‘racisme’ iets uit deze
eeuw is, heeft het volledig mis.
Reeds in De Dendergalm van 1901 vinden we volgende commentaar als reactie op
‘buitenlandse’ gasten die de Broeders
van Maria kwamen vervoegen.
“Maar het nietsdoend goedje dat uit vreemde landen
komt, hier men weet niet waarom zit en waarvan sommigen nu en dan zonderlinge
toneeltjes ten aanschouwe geven, worden niet verontrust. Zouden die nochtans
niet beter in hun land zijn?”
Op de plaats waar zich op het vredeplein tegenwoordig ‘het
monument’ bevindt, stond vroeger een grote blok kleine huizen met een totale
oppervlakte van 2,7 are. Tijdens de gemeenteraad van 16 juli 1910 werd
beslist over de onteigening van dit deel langs de Korte Ridderstraat voor het
maken van een openbare plaats, die tot op heden gekend zal zijn als ‘het Vredeplein’.
In 1911 volgde opnieuw goed nieuws. Men had het
genoegen de lezer de aanstaande opening van den cinema schouwburg in de Lange
Ridderstraat mede te deelen. Het ging over ‘Central Cinema’ en ‘Rollerskating
Rink’.
Men was hier geweldig enthousiast over en zag in Aalst zelfs
al ‘de hoofdstad van Vlaanderen’
Allerhande organisaties, lezingen en bals, werden
georganiseerd met de regelmaat van een klok. En steeds mocht de zaal op heel
veel succes rekenen. Schutters, politie, brandweer, studentenclubs, de
Catharinisten, … allemaal hielden ze hun bal in de mooie zaal.
Daaronder zelfs ook het Katrienenbal, dat nadien
verschoof naar de Keizershallen en op de vooravond van karnaval steeds voor een
volle zaal zorgde. Het Katrienenbal vond trouwens voor de eerste maal plaats
als privé bbal voor de leden van de Catharinisten in 1935. Het jaar daarop
verhuisde men naar de Rink. In 1973 werden de Keizershallen de nieuwe locatie.
Verschillende zangers, groepen en gezelschappen stonden
er op het pódium, van onze eigen ‘Schola Cantorum Cantate Domino’, ‘Turnkring
Aalst’, en andere scholen van Aalst, tot Het Balet van Vlaanderen, Johan Stolz,
Nand Baert, The Strangers, The Sun Stars tot de wereldberoemde ‘Wimbledon Girl
Singers’ uit Londen.
In oktober 51 werd de zaal prachtig vernieuwd.
De Skatezaal stond trouwens bij sommige schooldirecties in
‘het zwarte boekje’. De Rink was verboden terrein voor de 'waardige leerlingen' van het ‘college’
bijvoorbeeld. Het wereldlijke rondtoeren op rolschaatsen werd als
hoogstgevaarlijk bestempeld voor de zedelijke en morele gaafheid van de jeugd.
Een bezoek aan dit oord van verderf betekende voor de leerlingen van deze
school zonder meer ‘doorzending’. Ook ‘de buren’ – de Broeders – hielden een oogje in het
zeil.
In 1973 kwam het nieuws dat ‘de Rink’ aangekocht werd
door de ‘federale immobilienvennootschap van het bouwbedrijf’ Zij hadden ook
al de COO gebouwen van de Kattestraat verworven. Het vonnis was gemaakt : ‘De Rink’ zou plaats moeten maken voor een
parkeergelegenheid.
Ook zouden in de straat zowel appartementen, een
winkelcentrum, een restaurant en een hotel moeten komen.
Hier nog een foto uit 1978 waar op de voorgrond het huis André Van der Haegen-Claus wijnhandel te zien is. Daarnaast een oud winkelpand, dan de toegang tot de parking van de INNO. Daarnaast cinema Rio (voorheen 'Central') en daarachter tenslotte de Roller Skating 'Rink'
1911 had een heel leuke anekdote in petto. Uit de Volkstem van 9 juni 1911 :
"Een voerman kwam rond 6h aangereden, hij had op
zijn wagen verschillende voorwerpen, waaronder een grote ton siroop die op een
bepaald moment van de wagen tuimelde . Het gevolg was dat de duigen onder de zware massa siroop
van elkander sprongen en dat gans de inhoud op de kasseistenen werd gestort.
Plotseling vlogen van alle kanten als een zwerm bijen
honderden kinderen naar de buit. Degenen die dichtbij woonden liepen om kannen, emmers,
schotels en casserollen om de smakelijke buit te verzamelen.
Het was koddig om de kleine kinderen rond de siroopkoek te
zien snoepen, en hun oudere zusters hebben zich onmiddellijk aan het werk gezet
om met de veroverde siroop tabletten te maken. Achteraf hoopten de kinderen dat er nog eens ene zo een
ton van zijn kar zou laten vallen."
Door dit voorval had de Ridderstraat er meteen een
bijnaam bij : De Soikeren Boigank ...
Naar het einde van de oorlogsjaren, vanaf 8 oktober 1917, bezorgde het ‘Nationaal Hulp- en
Voedingskomiteit’ een hulp toe van 1,25 frank per persoon per 14 dagen. De hulp werd, samen met het toen ook uitgekeerde
aardappelgeld, uitbetaald in de ‘burelen van den onderstand’ in de Lange
Ridderstraat, en dat in de vorm van bons. Deze bons waren enkel geldig ‘in den nationalen winkel’
en er stond op vermeld hoe lang ze geldig waren.
Op het nummer 49 vonden we dan later ook nog het ‘bureel
der uitgedrevenen’. Deze verzamelden kledij voor de minderbedeelden uit
Aalst en buurgemeenten. Later kwam hier ook de arbeidsbeurs
terecht, een verzoeningsorgaan tussen de werkgevers en de werklieden in geval
van geschil.
Met Pasen in 1921 werd nummer 49 dan eigendom van Huis
Mercator, een fabriek van tabak, roi, sigaretten en sigaren.
“Rookers, wilt gij eene lekkere pijptabak rooken?
Wendt U tot het huis Mercator, waar de veste tabakken te bekomen zijn aan 0,60
fr voor 19 grammen” …
Net na de oorlog vonden we ook een volksbeenhouwerij
op het nummer 40 (rechtover het soeplokaal).
1927 betekende dan de start van een in Aalst iconische winkel
geworden. Maria D’Hondt opende in de Ridderstraat immers haar winkel van modeartikelen en karnavalskostuums.
Zij stamde uit een gezin dat al gekend was omwille van de
handel in carnavalskostuums (tot 1901 met een zaak in de Hovenierstraat) en
gezien de appel niet ver van de boom valt, was haar toekomst dus al een beetje
in de sterren geschreven. Het bedrijf zou uitgroeien tot één van de gekendste
huizen.
Jaarlijks gingen er zo’n 1100 meters stof de deur uit, de meesten verwerkt tot
Domino’s. Maskers, clownskostuums, pyjama’s … alles ging vlotjes de
deur uit, en altijd werden de goederen vergezeld door haar gulle lach en
hartelijkheid.
Ze bouwde een ruime handel met verschillende
verkoopspunten op, de meest bekende in de Koolstraat.
Tot 1963 was ze zelf nog altijd heel bedrijvig, halverwege
de jaren 70 werd het wat ‘krakkemikkeliger’. Haar zoon zette de zaken verder in
een ander pand in de Koolstraat.
Dat het niet allemaal koek en ei was op de arbeidsmarkt
is geweten.
In 1934 was er zo bijvoorbeeld een staking van de werkmeisjes
van de tabaksfabriek Pauwels naar aanleiding van een loonskwestie. Er
deden zich enkele relletjes voor toen een meestergast bij het verlaten van zijn
werk door enkele staaksters gekwetst werd. De politie verzekerde een strenge
ordedienst in de wijk, om samenscholingen in de kiem te kunnen smoren (‘leuke’
woordspeling natuurlijk als het gaat over een tabaksfabriek).
In de late jaren ’40 – ’50 vinden we op huisnummer 36 ‘Graanhandel
De Dender’ terug. Zij bezorgen onder andere plantaardappelen, landvetten en
veevoeders aan huis en kopen of ruilen granen om.
Op 9 mei 1954 werd het hoofdtelegraafkantoor van
de RTT, dat tot dan toe was ondergebracht in het stationsgebouw,
overgebracht naar de Ridderstraat 53.
In het station werd nog een tijdje een
hulptelegraafkantoor opengehouden maar dat was maar beperkt bereikbaar.
In 1966 stond de verkoop van de COO eigendommen in
de Kattestraat op de agenda. Zowel het meisjesweeshuis als het
oudevrouwentehuis zouden worden verkocht. Groot probleem bleek de H. Geestkapel
: mee verkopen of slopen? Het werd het begin van een hele saga waarvan in het artikel
van de kapel meer te lezen is. Dit artikel is HIER te lezen.
In 1967 werden door bulldozers een tiental
krotwoningen met de grond gelijk gemaakt. Naast het gebouw van de RTT kwam een grote open ruimte
vrij waar later een nieuwbouw, als uitbreiding van de RTT, zou verrijzen. De telefooncentrale was immers te klein geworden om te
kunnen beantwoorden aan het aantal aanvragen voor aansluiting op het
telefoonnet en door de oprichting van een groter en moderner gebouw zou
Aalst ook kunnen beantwoorden aan de vereisten van het moderne telefoonverkeer.
In 1975 kende de RTT in Aalst zo’n 24 669 abonnees. Deze belden zo’n 10 051 000 eenheden zonaal en
15 489 000 eenheden interzonaal.
Men wou al lang een verbreding van de smalle
straatjes in Aalst (St Jorisstraat, Stoofstraat, Sluierstraat, Peperstraat en
Ridderstraat) maar de VVAK wees op het feit dat dit historische settings waren
die zouden moeten behouden blijven. Inmiddels is men reeds teruggekomen van de opvattingen van de verbredingen en
opteert men eerder voor autovrije straten om de veiligheid te kunnen
waarborgen. In 1977 kwam de uiteindelijke geruststelling. Er werd een akkoord
bereikt dat de Ridderstraat de bestaande breedte (van 9 meter) zal behouden. De
hoogte van eventueel nieuwe gebouwen mocht ook de 15 meter niet overschrijden.
In 1979 werd op het nummer 68 café ‘In de gele
limonade’ boven de doopvont gehouden. Het werd een alternatief praatcafé
waar ook ‘Radio Katanga’ zijn oorsprong zou vinden.
Over ‘De Gele Limonade’ is HIER meer terug te vinden.
Het daartegenover gelegen ‘’t Rond Vierkant’ (nr
69) werd een jongerencentrum, een alternatief café waar men ‘s middags zijn
boterhammekes kon gaan opeten, een beetje ‘socializen’ met mensen van andere
scholen en rondneuzen in de infostand. Op donderdag werd er ook gekookt.
Op 8 december 1979 werd op nummer 34 het ‘vrouwenhuis’
ingehuldigd. Dat was voorzien voor ‘crisisgevallen’ waarbij de vrouwen van ‘primaire’
mannen, die zich van het geweld van hun spieren bedienden tegenover hun vrouwen,
zouden kunnen komen schuilen. Reeds in 1984 kwam echter de melding dat het huis
kortelings zou dichtgaan.
Men zou zich aansluiten bij ‘het centrum voor
gezinsplanning en seksuele opvoeding’ en ook het feit dat men in de Ridderstraat
niet beschikte over een telefoon was één van de motivaties om toch maar beter te
verhuizen. Omdat er geen telefoon beschikbaar was, belden de hulpzoekende
vrouwen immers vaak de vrijwilligsters thuis op, iets wat natuurlijk onhoudbaar
is.
1980 betekende de afbraak van het oudvrouwentehuis
op de hoek met de Kattestraat De typerende lange muur met gevelkapel verdween dus uit het straatbeeld.
Over het oudevrouwentehuis is HIER meer te lezen.
In hetzelfde jaar vinden we ook de verkoop van het internaatsgebouw van
het VTI, net naast de RTT.
Begin 1981 opent ‘Netwerk’ dan zijn deuren
op het nummer 28. Bedoeling was het bevorderen van het sociocultureel leven in
Aalst’. Het werd een tweede huis voor verenigingen die op zoek waren naar een
zaal voor toneel-, film- en muziekvoorstellingen, tentoonstellingen, manifestaties,
beurzen, vormingscursussen en ga zo maar door.
De Dekenijfeesten in de Ridderstraat zorgden in
deze periode trouwens ook altijd voor heel wat ambiance en … veel volk. Dat hier ooit een volkse buurt was, mag men nooit
vergeten, zelfs niet na de inplanting van nieuwe buildings, de verwaarlozing
van panden, de verkrotting en de verpaupering van de buurt. Op de piekuren is het er een drukte van jewelste, en
lawaaihinder is een dagelijks probleem.
De Dekenij wou de straat aangenamer maken en wil
het volkse leven van weleer opnieuw een duwtje in de rug geven.
Zo wordt tijdens de eerste oktoberdagen Kat-kermis gevierd, waaraan heel wat
verenigingen deelnemen en waar vooral … hiete broeikes rondgedeeld worden.
Reeds van in de jaren ’70 sprak men al van het verkeersluw
of verkeersvrij maken van enkele centrumstraten. Ook hier waren natuurlijk
voor- en tegenstanders. Het eerste idee van het verkeersarm maken van de
Kattestraat vanaan de kruising met de Ridderstraat tot aan de Grote Markt, werd
uitgebreid door ook het tracé van de Ridderstraat tot het Esplanadeplein
verkeersvrij te maken. Het duurde allemaal een hele poos, maar het parkeerterrein aan de H.Geestkapel werd uiteindelijk toch met
betonblokken afgesloten om verder te kunnen gaan met de plannen.
In 1988 werd dan ook alle verkeer uit de Keyzerstraat
geweerd. Enkel fietsers, voetgangers en plaatselijk verkeer zijn nog welkom
richting Nieuwstraat.
In 1989 wordt een beslissing genomen voor het
geven van een naam aan het plein op de hoek van de Ridderstraat en de Keyzerstraat
… Oudstrijdersplein.
Op de desbetreffende gemeenteraadszitting kwam ook de
naam ‘Katte’ ofte ‘Catte’ ter sprake omdat het plein inderdaad
dichtbij de Kattestraat gelegen is, maar vooral omdat dit zou refereren naar de
oorsprong. Een ‘catte’ was immers een ‘verdedigingsplaats’. In 1929 werd de benaming ‘De Kat’ voor het plein tussen
de Nieuwstraat en de Vrijheidstraat al eens afgewezen en er werd toen geopteerd
voor ‘Vredeplein’. Volgens schepen Gracienne Van Nieuwenborg werd er op de ‘catte’
vroeger ‘verdedigend gestreden aan de stadswallen’ en in die zin is
Oudstrijdersplein zeker aanvaardbaar. Het heeft dus niets te maken met de
oudstrijders van WOI of WOII maar wel van die van in de middeleeuwen.
Net zoals de Alfred Keldersstraat (het vroegere Keyzerstraatje) is ook dit Oudstrijdersplein al jaren een verzamelplaats van hangjongeren, met de nodige 'vuiligheid' en overlast als gevolg. Het plein wordt gebruikt als openbaar toilet en het ruikt er vaak naar 'allesbehalve gewone sigaretten'. Aan de ingang van de ondergrondse garages vindt men wel eens zakjes met producten die het daglicht beter niet zien. De politie is op de hoogte en houdt de buurt in het oog.
In 1989 werd ook beslist dat het terrein dat
grensde aan de Kattestraat en aan de Ridderstraat, verbonden zou worden met de
Nieuwstraat. Er zou een parkeertoren komen, alsook een winkelstraat
met een totale winkellengte van 250 à 300 lopende meter. Men zei toen dat het
zeker geen galerij zou worden, daar had Aalst immers al minder prettige
ervaringen door meegemaakt. Ook zou er in de Ridderstraat een parking komen voor 250
wagens.
Er werd heel positief gereageerd vanuit de middenstand,
want onder andere deze parking zou een ideale kans zijn om het ondertussen gedeeltelijk verkeersarm
en verkeersvrij gemaakte centrum te kunnen bereiken. Ook een geplande bouw van een ondergrondse parking op de
Hopmarkt zou een ideale oplossing zijn voor het dichtslibbende verkeer in onze
stad.
Positieve klanken dus, maar daar waar positieve reacties
zijn, zijn er ook negatieve natuurlijk, en die ontsproten vooral uit de
gedachte dat dit op verkeerstechnisch gebied allemaal niet okay zou zijn. Er werden in de Ridderstraat nog maar pas nieuwe
woonblokken gecreëerd en de nabijheid van de Kattestraat werd ook al als een
doorn in het oog gezien voor het Parkingverkeer.
In 1992 lag het zogenoemde ‘REWA’-project zelfs
even stil omdat de werkgroep Stadsherwaardering een proces had aangespannen
bij de Raad van State. Zij verzetten zich hevig tegen de plannen van de bouw van
een parkeertoren op het terrein aan de hoek Kattestraat-Ridderstraat.
Wat wel zeker was, was dat ook het leegstaande internaat
van het Sint Maartenscollege en het aanpalende pand nr 35 al lang op een nieuwe
bestemming aan het wachten waren. Hier zou men 20 nieuwe appartementen bouwen.
De kelders en een minimaal gedeelte van de bestaande gebouwen zouden echter wel
bewaard blijven.
Uiteindelijk werd de Kattestraat in 1993 verkeersarm gemaakt.
Het werd dus een winkelstraat … heel leuk idee en plezant voor de mensen … ware het niet de de Ridderstraat nog steeds kruist en er dus toch nog altijd moet gelet worden op voorbijrazende auto’s. De rijrichting werd wel omgedraaid om de drukte wat te vermijden. Vanaf dan werd er dus richting Vredeplein gereden en niet omgekeerd. Ook werden er verkeersdrempels geplaatst om de snelheden wat te laten zakken.
In 1998 werd de rijrichting in de Ridderstraat
dan opnieuw omgedraaid.
Het dossier werd al in 2008 opgemaakt, in 2012 werd positief
advies gegeven door het stadsbestuur en nadat ook de Vlaamse overheid zijn
zegen gaf, was het zover … Op 2 januari 2016 werd het Tower Hotel geopend
op de site tussen de Vrijheidstraat in de Ridderstraat, waar vroeger de RTT
zijn gebouwen had. Hier een foto van tijdens de bouw.
Aalst beschikte met het Keizershof in de Korte
Nieuwstraat al over een viersterrenhotel met 71 kamers en dit nieuwe Project werd
dan ook meteen het tweede viersterrenhotel op Aalsterse bodem. Men zette hier trouwens zwaar in op het groeiend medisch toerisme.
Het hotel telt 6 etages 6, heeft 73 kamers, 15 appartementen
16 comfortkamers, 16, Businesskamers.
Gezien ingezet werd op gezondheid zijn alle kamers niet-rokers en zijn er ook
12 kamers voorzien voor mensen met alergieën.
Schuinover het hotel, op de hoek met de Alfred
Kelderstraat vinden we streekproductenwinkel ‘Ambarosa’.
Hier kunnen werkelijk
bijna alle streekgebonden producten uit het Land van Aalst terug
gevonden worden. Ook kan men er het ruime aanbod streekbieren, gins en wijnen gaan
proeven in de streekbar.
Het plan van de parkeertoren op de hoek met de
Kattestraat werd dan wel afgeblazen maar er kwam toch een parking in de Ridderstraat. Parking
Indigo telt 77 parkeerplaatsen en is 24/24 – 7/7 geopend.
En nog verder naar de Kattestraat toe, kan je ook
geweldig goed Grieks gaan eten in restaurant Naxos. Reeds sedert 1989 kan
men hier alle Griekse specialiteiten vinden, met de patron aan het fornuis.
Ah ja, en … het ging zeker geen galerij worden, maar vanuit
de Ridderstraat kan je zo de ‘Passage Pieter van Aelst’ inwandelen, een …
euh … winkelgalerij die de Kattestraat verbindt met de Nieuwstraat.
In 2019 kwam een opmerkelijk idee van kunstenaar Marc Van Schuylenbergh naar boven. Hij zag een renovatie van de Ridderstraat als volgt : blauw getinte straatstenen met hier en daar wat groene toetsen. Van gevel tot gevel is geen onderscheid tussen straat en voetpad,, waardoor het gemakkelijker zou worden om een klein terrasje te plaatsen aan de horecazaken. De blauwe stroken zouden worden afgewisseld door witte lijnen. Net zoals een zebrapad, en dat is nu net ook de bedoeling. Door deze 'trompe d'oeil' zal de automobilist automatisch gaan afremmen. In de straatstenen en langs de gevels zouden lichtconstructies verwerkt worden. Hier een impressie van hoe het nu is en hoe Marc het ziet.
Meer over Het Keyzerstraatje - de huidige Alfred Keldersstraat - die ook vernoemd wordt in dit artikel : HIER
Bronnen :
HLN 9/2/2015 – 2/9/2018
De Denderbode 12/10/1862 – 24/5/1868 – 21/12/1893 –
11/1/1912
De Dendergalm 10/11/1901
De Volksstem 9/6/1910 – 10/12/1911 – 11/10/1917 –
31/1/1919
De Werkman 7/4/1921
Het land van Aalst 2/10/1881- 10/12/1911
Voor allen 10/7/1975 – 18/11/1967
De Voorpost 26/3/1976 – 18/2/1977 – 17/2/1978 – 28/4/1978
– 13/1/1989
De Voorpost 30/6/1989
De Gazet van Aalst 18/2/1894
taaner.dx.am/archief : socialistische lokalen te Aalst
van 1885 af
stamboomaalst.simplesite.com
Marc Van Schuylenbergh
eurobookings.com
Regesten op de wettelijke passeringen van de stad Aalst
in de 18e eeuw (Wilfried Vernaeve)
dagboek van de parochiale kerk van Nieuwerkerken 1772
molenechos.org
foto RTT gebouw 1953 via MadeInAalst