Erembodegem is de grootste deelgemeente van Aalst, en wordt wordt doormidden gesneden door de Dender. De linkeroever wordt de 'goeie kant' genoemd, de rechteroever ''t soert van oever 't woter'.
Gemeente van 1187 hectare en 11.804 inwoners, gelegen aan de Dender en de E5-autoweg. Bekend sinds 1146 als "Erembaldengem".
Eerste bevolkingsconcentratie aan de Dender en de Romeinse weg Elewijt-Asse-Wervik. Sinds 1227 een van 's graven propre dorpen, dat later in het bezit kwam van verscheidene families. De parochie (tot 1602 samen met Teralfene) stond onder patronaat van de abdij van Affligem. De funderingen van de oude kerk (platgebrand in 1582 en 1940) werden opgegraven in 1943 (koor uit de 13de eeuw).
Voorheen landbouwdorp, heden groeiende randstadgemeente met zeer hoge bevolkingsdichtheid en intens spoorforensisme (spoorweg Aalst-Geraardsbergen in 1855).
Industrialisatie eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw. Drie recente industrieterreinen aan de E5-autoweg.
Naast het centrum als eerste woongebied, onderscheidt zich Terjoden en Fonteinbos. Terjoden, aan de grens met Haaltert, vormde een vrij geïsoleerd kerkdorp, gescheiden van het centrum door de spoorweg Brussel-Gent en de E5-autosnelweg. Na de fusie van 1977 werd het gedeelte ten zuiden de spoorlijn Brussel-Kortrijk bij Haaltert gevoegd. Snel groeiende wijken Ronsevaal, Hoek en Roeveld. Geïsoleerd gelegen landelijke gehuchten Ressebeke, Ten Bos en Kluis. De Kapellemeersen aan de Dender lopen door in de Wellemeersen en vormen een interessant natuurgebied.
Het was tot eind 1976 een zelfstandige gemeente. De gemeente werd op 1 januari 1976 opgedeeld; het andere dorp in de toenmalige gemeente, Terjoden werd een deel van de fusiegemeente Haaltert
Bezienswaardigheden :
- De kapel Onze-Lieve-Vrouw van Termuren maakte oorspronkelijk deel uit van het Hof ten Hale. In hét literaire werk bij uitstek van Louis Paul Boon ‘De Kapellekesbaan’ werd deze kapel vereeuwigd.
- De Sint-Amanduskapel, een bedevaartsoord, geniet al van in de 14e eeuw heilzame krachten door de aanwezigheid van water uit de naburige bron.
Een wandeling door 2 pareltjes van natuurgebieden zoals de Gerstjens en de Welle- en Kapellemeersen zijn zeker en vast een aanrader.
- de Onze Lieve Vrouw Hemelvaartkerk.
Jaarlijks organiseert de levendige en creatieve handelsdekenij in het centrum een drukbezochte topdag.
Zij hebben hun eigen bier, Berghop, met Aalsterse hop gebrouwen.
In Erembodegem werd vroeger veel hop geteeld. Een voorbeeld van een typisch Erembodegemse hopvariëteit is Loeren. Het is trouwens de hop die ook te zien is in het wapenschild van de gemeente.
In Erembodegem spelen de voetbalclubs FC Doggen Erembodegem en SK Erembodegem.
Er is ook een basketclub in Erembodegem, genaamd BBC Erembodegem. Vanaf november 2016 speelt Lindemans Aalst (Euromillions Volley League) zijn thuiswedstrijden in sportcomplex Schotte, op de site van de vroegere Leerlooierij Schotte.
Tafeltennisclub TTC. Erembodegem is met een zevental ploegen actief in diverse competities.
In Erembodegem zijn 3 muzikale verenigingen:
Koninklijke Harmonie Niets zonder Arbeid, Trouw en Eendracht
Een bezoekje aan het Nationaal Brandweermuseum in Erembodegem was zeker de moeite waard, want het herbergde een enorme verzameling aan brandweeritems die uniek is in binnen- en buitenland. Het was zelfs het grootste brandweermuseum van de BeNeLux, en dit terwijl vele Aalstenaars er zelfs het bestaan niet van kenden.
Een collectie glimmende brandweervoertuigen, een heel grote verzameling van blusmaterialen, en een indrukwekkend gerestaureerd beeld van Roger Lambert uit Nivelles waren de pronkstukken in dit museum.
Bij een bezoek kreeg je ook uitgebreide info en boeiende verhalen te horen over het ontstaan van de vzw Private Fire Brigade, de verschillende ontmoetingen met brandweerlui uit binnen- en buitenland, de restauratie van het wagenpark, de ruilbeurzen en de geschiedenis van elk museumobject. De leden van de vzw waren zowel brandweermannen, ex-brandweermannen en burgers. Ze kwamen uit alle uithoeken van België.
De Privat Fire Brigade vzw werd in 1993 opgericht met als doel het restaureren van voertuigen van hulpdiensten voor verhuur, gebruik voor demonstraties, deelname aan publicataire en andere manifestaties.
De motivatie om de vzw op te richten was (en is nog steeds) afgedankte brandweervoertuigen redden van de schroothoop door ze te restaureren en te conserveren.
Gaandeweg werd doorheen de jaren een enorme collectie historische interventievoertuigen en -materialen aangelegd. De collectie groeide uit tot één van de grootste (misschien zelfs de grootste) collecties brandweererfgoed ter wereld.
Na vele jaren van restauratie en verzamelen van oud brandweermateriaal, wilden de vrijwilligers deze vergane glorie nieuw leven inblazen. Het werd tijd voor een Brandweermuseum in ons land. Na heel wat overleg konden vrijwilligers met de collectie hun intrek genomen in het huidige pand in Erembodegem.
De collectie bestrijkt een tijdspanne van 200 jaar, vertrekkend dus van de periode van Napoleon (1815) tot 2015, het moment van de uniformisering van het materiaal en de oprichting van de Brandweerzones. Naast de collectie over de brandweer, beschikt het museum in een aparte vleugel over een grote verzameling ziekenwagens en toebehoren voor dringende geneeskundige hulpverlening in België.
Het museum bleef jammer niet gespaard van enkele diefstallen.
Michel vertelde dat men er zelfs ooit vandoor is gegaan met stuurwielen …
De brigade bezat ook nog een loods in Zelzate, waar vooral voertuigen stonden die nog moesten gerestaureerd worden of waarvoor nog geen plaatsje in het museum kon worden vrijgemaakt.
Ook deze bleef niet gespaard van inbraak.
Het is niet zo dat er wagens verdwenen, maar er werden wel foto’s en filmpjes gedeeld en om deze te kunnen maken had men zich zonder toelating ingang verschaft in het depot.
De laatste inbrekers hebben er trouwens vuur gestookt en hebben er blijkbaar overnacht.
Inbraak en vandalisme dus.
In April 2013 kwam de nieuwste aanwinst van het museum even in het nieuws.
Een eeuwenoude brandweerstoompomp verhuisde toen van het Stedelijk Museum naar het Brandweermuseum.
De antieke stoompomp, die eind jaren 1800 gebouwd werd, was het laatste grote museumstuk van de brandweer dat nog niet tentoongesteld stond in het Nationaal Brandweermuseum in Erembodegem.
De pomp in kwestie was de allereerste mechanisch aangedreven stoompomp van de Aalsterse brandweer. Ze werd van 1904 tot en met de laatste oorlogsjaren gebruikt om branden te blussen. Nadien werden voor die taak motorisch aangedreven bluspompen gebruikt.
Toen de machine in onbruik raakte, werd beslist om ze tentoon te stellen in de brandweerkazerne in de Vrijheidsstraat. Daarna stond ze bijna veertig jaar in het Stedelijk Museum in Aalst. Toen het Stedelijk Museum verbouwd werd, was er geen plaats meer om het antieke toestel tentoon te stellen.
Het verdween dan maar enkele jaren in een opbergruimte.
Vanaf dan werd de bluspomp tentoongesteld in het Nationaal Brandweermuseum in Erembodegem, waarvan Michel Van der Straeten de bezieler was.
De verhuis werd zeker geen sinecure: omdat de deur van het Stedelijke Museum veel te smal was, moest de machine deels worden gedemonteerd: de wielen, de wielassen en enkele stoombuizen werden tijdelijk losgemaakt en nadien opnieuw bevestigd. Drie mannen van het Nationaal Brandweermuseum, onder wie Michel, waren hiermee vier uur zoet. De stoompomp is vanaf nu in langdurige bruikleen van het Brandweermuseum, maar blijft wel bezit van de stad Aalst.
Een ‘bekende ladderwagen’ dan … Op 22 mei 1967 woedde de felle brand in het warenhuis Innovation in Brussel. Ook de ladderwagen die toen bij de bluswerken werd ingezet, kon je bewonderen in het museum.
In mei 2015 verscheen er dan wel minder goed nieuws in de pers.
Een nieuwe taks op onroerend erfgoed kost het museum 11.000 euro per jaar. ‘We vrezen voor het voortbestaan’, klonk het bij de medewerkers
Wat de toekomst dus zal brengen, is nog even koffiedik kijken. Het is natuurlijk te hopen dat alle inspanningen niet tevergeefs waren, en dat we nog lang kunnen genieten van dit deeltje geschiedenis.
Het museum was iedere tweede en vierde zondag van de maand gratis toegankelijk, maar op aanvraag kon je er ook op andere dagen terecht voor een georganiseerd (groeps-) bezoek.
Het museum stelde ook zijn deuren open voor scholen. Kinderen konden er op een speelse manier kennis maken met alle aspecten van de tot de verbeelding sprekende vurige wereld van de brandweer.
De vzw Privat Fire Brigade heeft ook in 2018 klacht moeten indienen. Ditmaal tegen 'urban explorers' die waren binnengedrongen in hun loods in Zelzate. Daar stonden volgens de explorers een 90-tal oude brandweervoertuigen 'te verkommeren'.
Het was Urban explorer Anthony Clauws die een filmpje online zette waarin te zien was hoe hij een 'verlaten' loods in Zelzate binnenging vol antieke brandweervoertuigen.
"Het is een oude loods of brandweerkazerne. Vermoedelijk zijn het allemaal oude brandweerauto's die in beslag zijn genomen en vernield. We staan in de silo en overal rondom ons staan oude brandweerauto's. Het is duidelijk dat dit verlaten is", zei de jongen in de camera … Foutje dus … maar daar kon men natuurlijk niet mee lachen.
Eerder had een bende kinderen uit de buurt al sleutels gestolen van de wagens. Er waren ook opnieuw vernielingen en vandalisme aangebracht … maar … mensen zijn soms zo dom om hun initialen achter te laten in de loods en zijn dus traceerbaar …
Alles hierboven staat in de verleden tijd beschreven?
Inderdaad …
Na de doemberichten van de hoog oplopende kosten en het feit dat men deze lasten in Aalst niet meer zou kunnen dragen, was het in november 2020 écht zo ver.
Na 30 jaar verhuisde het brandweermuseum van Aalst naar Weelde Depot, het vroegere militaire domein in Ravels.
De immens grote collectie krijgt onderdak in hal 6 van Weelde Depot.
Maar liefst 180 brandweerwagens, meer dan 200 kostuums en 150 helmen, 200 straalpijpen en 400 brandblussers zullen er een nieuw onderkomen vinden.
De collectie behoorde dus toe aan de Privat Fire Brigade van Michel Vanderstraeten.
De stad betaalde een huurtoelage aan de Privat Fire Brigade, maar besliste om die toelage stop te zetten, wat Michel Vanderstraeten voor de onmogelijke taak stelde om de huur van de loods te blijven betalen.
“Over alle partijgrenzen heen groeide het besef dat de stad Aalst niet kon blijven betalen voor de huisvesting van deze collectie, hoe waardevol ze ook was”, zei schepen van Erfgoed Karim Van Overmeire. “De huidige huisvesting was ook nooit anders bedoeld dan als noodoplossing. Op een bedrijventerrein hoort economische activiteit thuis en een oude loods is nog geen museum. De Private Fire Brigade had begrip voor dit standpunt en wist dat ze naar een structurele oplossing moesten gaan”
Verschillende mogelijkheden werden onderzocht en uiteindelijk bereikte de vzw Private Fire Brigade een overeenkomst met de Brandweervereniging Vlaanderen, de overkoepeling van alle brandweerzones in Vlaanderen. Zij zouden de collectie overnemen.
Onder meer de 180 oude brandweerwagens, de blustoestellen, de kostuums, … Het moest allemaal mee. Aangezien sommige wagens niet meer konden rijden, werden op zaterdag en zondag 7 en 8/11/2020 reeds een 50-tal wagens op diepladers geladen om nadien in een colonne naar de nieuwe locatie vervoerd te worden.
Voor de operatie kreeg Brandweervereniging Vlaanderen, dat de collectie heeft overgenomen, assistentie van de Civiele Bescherming, bedrijven en heel wat vrijwilligers.
Het was dus op zijn minst een uniek gezicht op de Vlaamse snelwegen en de kleinere wegen rond Turnhout.
De colonne die zowel zaterdag als zondag voorbij denderde, toonde meer dan 100 jaar brandweergeschiedenis.
Ook de grote brandweerverzameling van de Mechelse brandweer die een paar geleden naar Aalst verhuisde, wordt meegenomen naar de Kempen.
In totaal moeten op die manier 133 brandweervoertuigen verhuisd worden. Tegen het einde van het jaar moet alles overgebracht zijn.
De Brandweervereniging Vlaanderen is eigenlijk de logische eigenaar van de collectie, het gaat tenslotte om hún erfgoed.
De zorg zal in de toekomst niet langer bij een kleine groep van de vzw liggen, maar bij het geheel van brandweerkorpsen van Vlaanderen. Een grotere vereniging beschikt daarenboven over een netwerk en de draagkracht om de collectie te behouden en op termijn misschien zelfs te evolueren naar een volwaardig museum.
De nieuwe locatie in Weelde is dubbel zo groot, wat in elk geval goed nieuws is voor de vzw, die er over veel meer plaats zal kunnen beschikken om alles netjes uit te stallen.
Een jammere verhuis dus voor Aalst, en ook een beetje een gemiste kans, want vele Aalstenaars wisten zelfs niet dat dit museum bestond … en nu is het te laat om het te gaan bewonderen natuurlijk.
Niet bezocht?
Bekijk onderstaand filmpje dan zeker (filmpje is uit 2017)
En nog een paar beeldjes van het museum binnen en ook (vooral) van buiten ... de wagens die nog te herstellen zijn, of die gebruikt worden voor wisselstukken.
Persoonlijk dank ik Michel en de medewerkers nog eens voor de extra openstelling van het museum tijdens de nationale wandeldag van wandelsportvereniging De Kadees in 2017 en voor de informatie en leuke samenwerking die we hadden gedurende de voorbereidingen ervan.
Tijdens deze wandeldag werd het museum op mijn vraag immers een extra dag opengesteld voor de enthousiaste wandelaars.