Afbakening : Moorselbaan, Leo Gheeraerdtslaan, Frits
de Wolfkaai (Dender), Brusselbaan, Affligemdreef,
Gezien de grote oppervlakte van ‘rechteroever’ heb ik
dit gesplitst in twee aparte delen. Eigenlijk valt dus ook dit deel, samen met
wijk 8, volledig onder de naam ‘Mijlbeek’
Het deel in dit artikel is het meest zuidelijke,
vanaf de Moorselbaan bekeken (meer info over het noordelijke deel is te vinden
bij wijk 8).
Het is aan het einde van de 12e eeuw dat de stad Aalst
een grote uitbreiding kende. De economische bedrijvigheid verplaatste zich toen
van de Vismarkt naar het nieuwe plein, de Grote Markt, dat onstaan was op de
plaats waar de handelsweg van Brugge naar Keulen de eerste stadsvesten (=
stadsmuren) kruiste.
Ook op rechteroever (‘oever ‘t woter’ voor de mensen
van linkeroever) werd toen een gebied van ongeveer 10 hectare groot in de
stadsuitbreinding opgenomen en omwald, zodat de haven veilig binnen de
stadsvesten lag.
De stadsvesten, of stadsmuren, waren muren
waarmee een verdediging tegen vijanden werd gevormd. In de middeleeuwen moest
de stad eerst een toestemming van de landsheer verkrijgen, vooraleer een
stadsmuur mocht worden gebouwd. De muren kwamen op strategische plaatsen, zodat
het verkeer gemakkelijk kon doorstromen, maar ook zodat de toegang tot de stad onmogelijk
werd gemaakt van zodra het avond werd. Meestal was er in de muur nog een klein
poortje waar men alsnog binnen kon komen, maar dan wel na het betalen van ‘poortgeld’.
Het is onder meer door de opkomst van het buskruit dat
de stadsmuur zijn verdedigende functie verloor.
In de 18e en 19e eeuw werden in veel steden grote delen van stadsverdedigingen
ontmanteld, omdat de mensen weinig belangstelling hadden voor oude bouwwerken,
die destijds als nutteloos werden beschouwd. Hier werden nieuwe huizen of
parken aangelegd. De poorten moesten vaak weg omdat zij met hun smalle doorgang
hinderlijk waren voor het doorstromen van het toenemende verkeer.
De straatnaam ‘Hoge Vesten’ herinnert de
Aalstenaars nog steeds aan het feit dat ook hier dergelijke verdedigingsmuren
opgetrokken waren.
Met het kanaliseren van de Dender in de Aalsterse
binnenstad tussen 1863 en 1867 ontstond op linkeroever het alomgekende eiland
Chipka. De kanalisatie maakte de Dender toen toegankelijk voor schepen tot
ongeveer 300 ton en 1,90 meter diepgang, maar de gelijkgrondse spoorwegbrug
over de Dender hinderde het scheepvaartverkeer.
Ook het wegverkeer kon niet vlot verlopen wegens de
talrijke spoorwegovergangen, bijvoorbeeld aan de kruising tussen de spoorweg en
de Brusselsesteenweg.
Daarom werd in 1903 gestart met het ophogen van de treinsporen. Dit gigantische
werk werd vijf jaar later voltooid zodat het verkeer zowel over land- als over
waterwegen vanaf dat ogenblik geen hinder meer ondervond van het
treinverkeer
Een belangrijk nadeel daarvan was wel dat de
verschillende bermen, tunnels en viaducten ervoor zorgden dat ‘Mijlbeek’ nog
meer afgezonderd geraakte van het stadscentrum. En er was natuurlijk ook de
natuurlijke grens die werd gevormd door de Dender.
Het bekendste gebouw zal wellicht de ‘parochiekerk Onze Lieve Vrouw Bijstand’
zijn, ook wel ‘de keirk van Moilebeik’ genoemd.
De eerste stappen naar een eigen parochie werden gezet
door het bisdom in 1846. Het stadsbestuur van Aalst zag echter een parochie in
Mijlbeek helemaal niet zitten.
In 1878 liet Judocus de Cock een Corneliuskapel
oprichten langs de Moorselbaan maar de pastoor van Aalst weigerde om deze in te
zegenen omdat in het centrum reeds de Sint-Jozefskerk opgericht was en ook al als
parochiekerk erkend werd.
Uiteindelijk werd de druk te groot en besliste de
gemeenteraad op 13 december 1899 alsnog om een parochie op te richten in
Mijlbeek.
De Corneliuskapel werd vanaf 12 mei 1901 als
parochiekerk gebruikt.
Omwille van het grote aantal gelovigen die daar de
dienst wou bijwonen, bleek de kapel al snel te klein en reeds in 1902-1903 werd
de nieuwe kerk opgetrokken.
Op 20 maart 1902 startten de graafwerken, maar al snel
ontdekte men enkele grote problemen. De zachte ondergrond bleek ongeschikt voor
de bouw en de kerk werd dus een 60-tal meter naar achter verschoven. Op die
manier ontstond ook het bekende ‘voorplein’, dat nog steeds aanwezig is.
De inwijding vond plaats op 27 september 1903
en daarmee was de eerste kerk van de parochie Mijlbeek een feit, net als men
trouwens toen ook kon spreken van de eerste dorpskern in deze wijk.
Niet enkel de kerk, maar ook de iets verder gelegen grot
van Mijlbeek, speelde een heel belangrijke rol in het religieuze leven van
vele Mijlbekenaars.
Deze grot bevindt zich op het grondgebied van
'Pausipone', wat tussen 1834 en 1959 het buitengoed was van de paters
Jezuïeten.
Over de Grot van Mijlbeek, die trouwens nog steeds te
bezoeken is, is HIER meer terug te vinden :
Op enkele meters van de grot vond ook het
interparochiaal speelplein 'Beukenhof' later zijn plaats.
Op het domein Beukenhof bevindt zich momenteel een
Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), maar was vroeger, toen het domein een
stuk groter was, een rustoord "Pausipone" genaamd. Het was het
buitengoed voor de leraars en leerlingen van het Jezuïetencollege. Vanaf 1835
trokken de meeste paters, de magisters en de scholastieken hier tijdens de
grote vakantie naartoe. De nabijgelegen watermolen (nog steeds te zien aan de
beek achter het voetbalveld) werd speciaal aangekocht om voor het nodige water
daarvoor te zorgen.
Het domein werd in 1958 verkocht en de gebouwen werden
afgebroken. Ze maakten plaats voor een PMS-centrum (nu het CLB), een
speelplein, sportaccommodatie en het café. Een deel van het toen wel zeer grote
domein werd verkaveld.
Het zwembad van Pausipone werd een zandbak.
Het domein werd opengesteld op 2 augustus 1959.
Wat onmiddellijk opvalt is de enorme mammoetboom die
boven het café uit torent en zorgt voor een mooi zicht.
Het betonnen brugje aan de molen over de Molenbeek,
achter het Beukenhof, was in 2017 dringend aan vervanging toe. Ondertussen kun
je er terug veilig oversteken.
"De brug werd aangetast door betonrot en was
daardoor in zéér slechte staat" zei schepen Ann Van de Steen . "Om
veiligheidsredenen werd dan ook besloten om deze te vervangen door een
duurzamer alternatief. Bezoekers en voorbijgangers kunnen er weer op een
veilige manier passeren”. De nieuwe brug die werd geplaatst had een
prijskaartje van zo’n 16.000 euro.
Over dit brugje en de watermolen is HIER meer te lezen.
Tussen de kerk en het zwembad vinden we de thuisbasis
terug van basketbalclub ‘Okapi’,reeds lang geleden bezongen door Keizer
Kamiel Sergant :
“Oon de keirk van Moilebeik speltj den Okapi
In een zool zoei gralék schoein en fantastisch Sjik
Speilen mé den baal da doen die maanen zoei gezwindj
We roepen OKAPI OK, ziet dagge wintj”
Een beetje verder vinden we het Zwembadpark,
dat eigenlijk een rol opneemt als ‘zorgpark’. Dit betekent dat het park vlot
toegankelijk werd gemaakt en werd uitgerust met sport- en
recreatievoorzieningen.
Aan het zwembadpark werd in 2012 een Finse piste
aangelegd. De piste gaat rond het zwembad en de vijver en wordt verlicht. Het
idee om ook via de terreinen van het rusthuis Mijlbeke te gaan werd echter niet
uitgevoerd.
De piste is 935 meter lang en is minimaal anderhalve
meter breed. Ze bestaat uit een drainerende onderlaag met een laag boomschors
er bovenop, wat de kans op blessures aanzienlijk vermindert en tegelijkertijd ook
zorgt voor een aangename ondergrond om op te lopen.
Op vrijdagavond 28 juni 2013 om 19.30 uur wer de piste
ingelopen met een massaloop.
De bouw van het nieuwe stedelijk zwembad van
Aalst kon in augustus 2019, enkele maanden later dan aanvankelijk gepland,
starten.
De planningen hadden heel wat voeten in de aarde toen
enkele buurtbewoners bezwaar aantekenden tegen het geplande buitenbad. Uiteindelijk
werd dat idee dus ook niet weerhouden.
Het nieuwe bad, met onder meer 232 meter aan
glijbanen, kost 51 miljoen euro.
Begin 2021 zou een eerste deel klaar zijn, tegen maart
2022 is het hele complex afgewerkt, maar ‘Covid’ bracht al wel wat vertragingen
met zich mee, waardoor dit schema hoogstwaarschijnlijk niet meer haalbaar is.
Over de bouw van het nieuwe zwembad, en ook over de
hele geschiedenis van het ‘zwemmen’ in Aalst is HIER meer te lezen
Voor Mijlbeek betekende de komst van de spoorweg in
1853 een grote verandering omdat het traject van Brussel dwars door de
Bergemeersen liep en langs een draaibrug de Dender overstak waardoor niet
alleen de scheepvaart veel hinder ondervond maar waardoor ook de beide
stadsdelen van elkaar gingen vervreemden.
Het station Aalst-Oost was het voormalige
goederenstation aan de Bergemeersen. Het lag aan spoorlijn 50 tussen het
station Aalst en het station Erembodegem.
De toegang van het station lag aan de Leo
Gheeraerdtslaan naast het kruispunt met de huidige Treinstraat. Het werd
geopend op 1 augustus 1889 om het station van Aalst (dat naar aanleiding van de
opening hernoemd werd tot Aalst-Noord) te ontlasten van het toentertijd alsmaar
toenemende goederenvervoer over het spoor.
Op 1 november 1892 werden bij het goederenstation ook
een openbare opslagloods en een douanekantoor geopend.
Tegenwoordig is het voormalige goederenstation
gesloten en wordt het enkel nog gebruikt voor leveringen aan de naastgelegen
zetmeelfabriek Tereos (‘den Amylum’).
Ook de vroegere opslagloods is afgebroken.
Het douanekantoor in de nabijheid van het
goederenstation verhuisde in 2004 naar het industrieterrein Wijngaardveld.
Eén van de drie konkers aan de brug, naast het
openbaar urinoir (in 1970 waren er zo'n kleine 20 openbare waterplaatsen in
Aalst) en het alom gekende escargotskraam (scherregossenkraam) leidt naar de
Molendries, één van de straten die, alhoewel op de rechteroever gelegen, binnen
de vroegere stadswallen viel.
Over ‘de konkers’ is HIER meer te lezen
De 'Molen' uit ‘Molendries’ slaat op de
moutmolen die hier vroeger stond, 'Dries' duidt op de driesprong van wegen. Vroeger
stonden hier in de buurt wel meerdere molens, maar deze blijven
tegenwoordig slechts verder leven in de straatnamen ‘Molenstraat’ (linkeroever)
en ‘Molendries’.
Ook het lokaal van de Socialisten, ‘het Volkshuis’, was
hier gevestigd en vanaf de jaren twintig vond men hier ook ‘Cinema Moderne’
terug, dat later herdoopt werd in ‘Cinema Vooruit’.
De Moorselbaan is een heel belangrijke invalsweg
tot Rechteroever én van daar ook tot het stadscentrum.
Doordat haar rol als ‘poort tot het centrum’, met een
enorme toevloed aan ‘transitverkeer’ van zowel auto’s als vrachtwagens, de
laatste jaren zo groot is geworden, is de straat jammer genoeg in een neerwaartse
spiraal terecht gekomen en heeft het de omgevingskwaliteit heel sterk
aangetast.
Heel wat handelszaken sluiten hun deuren en vinden
geen nieuwe eigenaars meer, de karakteristieke arbeiderswoningen worden door
private ontwikkelaars getransformeerd tot appartementen, fietsers en
voetgangers worden door de obstakels op de smalle voetpaden verplicht om zich tussen
het autoverkeer te Mengen, …
Heel wat verkeer wil zeggen dat men zijn auto ook
ergens moet kwijt geraken. Het Hoveniersplein wordt dan ook intensief
gebruikt als centraal gelegen parkeerplaats dichtbij het centrum.
Een deeltje van het plein werd wel ingericht als groen –en speelruimte voor de
onmiddellijke omgeving, maar toch haalt de buurt hier maar weinig voordeel uit.
Op het pleintje vinden we de kantoren van Wijkteam ‘Kern
Rechteroever’ (KRO) van de politie.
De KRO staat hier vooral in voor wijkwerking, onthaal,
interventie, slachtofferhulp, lokale recherche, handhaving openbare orde en verkeer.
Het project ‘wijkdienst’, dat wordt gestuurd door de lokale
politie ontstond omdat men negatieve signalen had doorgekregen met betrekking
tot de omgeving.
Deze negatieve signalen leidden tot de uitdrukking ‘soert
van oever ’t woter’, een term waarmee er door de bevolking van de
Aalsterse linkeroever naar de inwoners van de Aalsterse rechteroever verwezen
wordt.
Doordat enorm veel Oilsjteneers deze term gebruiken, maakt
deze ondertussen ook deel uit van het collectieve geheugen van de Aalstenaars,
wat natuurlijk geen goed doet aan het imago van de buurt.
Wanneer men echter mensen bevraagt over de toestand op
rechteroever kan men vaststellen dat het er blijkbaar toch niet allemaal zo slecht
is.
‘Oever ‘t woter’ blijkt immers nog een plaats waar mensen hun buren nog kennen en waar het
sociale weefsel (‘ buren helpen elkaar’) nog net iets meer aanwezig is dan op
andere plaatsen in de stad. En ja, die solidariteit valt het meest op bij de
huidige bevolking, al zijn velen ook niet van deze buurt afkomstig.
Op het pleintje bevindt zich verder ook nog het ‘Monument
voor de onbekende vrijwilliger’. Over dit ‘hand’ is HIER meer info te
lezen.
Verder betekent het Hoveniersplein ook de doorsteek
naar een parkeerterrein en de carnavalswerkhallen aan de Hoge Vesten. De
loodsen staan op de plaats waar vroeger de Stedelijke Werkhuizen gevestigd
waren.
De werkhallen worden van september tot maart intensief
gebruikt door de carnavalsverenigingen als werkruimte voor hun praalwagens. Heel veel stemmen gaan op om deze hallen te ‘hertekenen’
want de beschikbare werkruimte is er te klein geworden voor het grote aantal carnavalsgroepen,
wat een efficiënte werking en een brandveilige werkomgeving in de weg staat.
In April 2016 woedde trouwens een hevige brand in de
hallen aan de Hoge Vesten. Het vuur ontstond rond 20u en zorgde meteen voor een
immense rookpluim. De brandweer van Aalst werd bijgestaan door korpsen van
Ninove, Wetteren, Lede en Denderleeuw, en ook een helicopter van de federale
politie werd ingezet. Dank zij deze helicopter kon er zeer gericht geblust
worden, wat natuurlijk niet kon beletten dat de schade gigantisch groot was.
De Hoge Vesten, de vroegere ingang van de
Werkhuizen, is de straat die grotendeels gebouwd is bovenop de Molenbeek (of
een zijarm van de Dender). In Aalst is dit straatje bekend door die vroegere
Werkhuizen en ook door het café Kaoutchoucken dat werd uitgebaat door de
carnavaleske ajuinboer Albert Verbestel.
Het café werd genoemd naar de fabriek die er actief
was tot voor de Tweede Wereldoorlog.
Over Albert Verbestel is HIER meer te lezen.
In de buurt kende men een reeks zogenaamde ‘ingangen’
of ‘impasses’, smalle straatjes waar men als het ware op mekaars lippen
diende te leven.
Zo waren er bijvoorbeeld de ingang of koer Bonner
(Hoge Vesten), de Radijzengang (Molendries), de Wortelgang (Molendries) en de
ingang ‘Klein Begijnhof’ (Binnenstraat).
In 1988 kreeg Eendracht Aalst het akkoord van de stad
voor het inhuren van 44 are braakliggende stadsgronden aan de Zandberg.
Hier zou men een sportcentrum met drie voetbalvelden aanleggen., ideaal voor de
uitbouw van de jeugdploegen. Op die manier zouden daarenboven op andere
terreinen plaatsen vrij komen voor liefhebbersploegen.
Zandberg werd trouwens ook het trainingsterrein van de
eerste ploeg van ‘den Iendracht’ en ook de vrouwenvoetbalploeg ‘de Kamillekes’
vond er hun thuishaven.
Men kan natuurlijk niet voor iedereen goed doen en in
1995 volgde wat wrevel van de boogschutters, die ook hun stekje hadden
op de Zandberg.
Met een nieuwe kantine, nieuwe beschermdraad en leden
die regelmatig gingen schieten, verliep alles daar enkele jaren heel goed. Daar
kwam echter verandering in toen in de zomer van 1995 ‘den Iendracht’ besliste
om het naast hun tweede wip gelegen voetbalveld te laten heraanleggen met een
kunststof grasmat. Deze mat zou 10 miljoen Belgische frank kosten en de club was
natuurlijk bang voor eventuele beschadigingen door vallende pijlen.
Daar men geen conflict wou en zeker niet wou opdraaien
voor eventuele ontstane kosten aan hun terrein, was de schuttersclub genoodzaakt
om voorlopige schietingen uit te schrijven op één wip.
Omdat er daardoor steeds minder schutters aangetrokken
werden, werd tijdens de daarop volgende winter druk overleg gepleegd met het
stadsbestuur en Eendracht Aalst om tot een oplossing te komen.
“De wippen stonden al eerder op de Zandberg, al van
vóór Eendracht Aalst er het ene voetbalveld na het andere liet aanleggen en nu
zouden de schutters moeten wijken!” was de (logische) reaktie van de
benadeelde club. Vergelijk het met de discussies of Tereos plaats moet maken
of, verderafgelegen, of de nachtvluchten op Zaventem moeten afgeschaft
worden. De discussie herleidt zich dus
tot één vraag : “Wie was eerst?”
Er komt uiteindelijk een oplossing uit de bus, waarbij
men 2 nieuwe kapwippen zou plaatsen naast de kantine. De stad Aalst hielp voor
de nodige goedkeuringen. Eendracht Aalst zou de wippen daarenboven zelf bekostigen
en Aalst-Park ging een afbetalingsplan voor 10 jaar aan. In ruil mocht de
voetbalploeg het oude schuttersplein huren van de stad Aalst om een zoveelste
oefenterrein aan te leggen.
Het duurt nog tot eind augustus 1996 eer alles in de
juiste plooien valt en de wippen afgewerkt zijn.
Over deze buurt valt uiteraard nog enorm veel meer te
vertellen, en ik zal deze inleiding dan ook regelmatig updaten.
Hieronder nog een overzichtje van alle straten in deze
buurt. Voor diegene waar een link staat : klik er gerust op, het is een link naar meer
uitleg over deze bepaalde straat.
Alle straten
van deze regio alfabetisch gerangschikt
1 Meistraat - Affligemdreef - Apostelstraat - Appelstraat -
Baron Romain Moyersoen Park - Beekstraat – Bergekouter - Bergemeersenstraat -
Beukendreef - Bleekveld - Borreput - Brusselse steenweg - De Gheeststraat - Dennenboomstraat
- Doolhofstraat - Engelstraat - Frits De Wolfkaai - Grotstraat - Hakelenberg - Het
Klein Eeckhout - Hof Leeuwergem - Hof Somergem - Hof ten Bergestraat - HogeVesten
- Hoveniersplein - Hoveniersstraat - Hyacinthenstraat - Immerzeeldreef - Klaterbaan
- Kloosterweg - Kluisdreef - Koeistraat - Laborstraat - Lambrechtstraat - Langestraat
- Leo Gheeraerdtslaan - Linthout - Louis Camustraat - Molendries - Moorselbaan
- Moutstraat - Nederveldstraat - Negen Dagwand - Onze Lieve Vrouwplein - OudeWatermolenstraat - Ouden Aardeweg - Overhammedreef - Overhammekouter - Pastoor
Lauwereysstraat - Potaardestraat - Putbosstraat - Rerum Novarumstraat - Rustoordstraat
- Schietbaan - Sleedoorn - Snoekstraat - Steenland - Ten Berg - Treinstraat - Varkensmarkt - Walstraat -
Wijngaardstraat - Wortelland - Zandberg - Zwembadlaan
Bronnen :
monumentaltrees.com
foto 1977 via MadeInAalst
Nieuwsblad 12/5/2017 – 10/04/2012
swecobelgium.be
federatie van de Vlaamse historische schuttersgilden
De Standaard 3/8/2019
Foto ingang Klein Begijnhof via ‘Delcampe’
De Voorpost 10/6/1988
Bronnen zoals aangegeven in de verschillende artikels
die gelinkt zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten