woensdag 22 mei 2019

De Aalsterse reuzen : 1967 : Vosse Kilo

"Ge zetj van Oilsjt as ge den Oilsjtersen 'super bloedgeiver' nog etj weiten meigoon in de stoet".  

Vosse Kilo werd inderdaad als reus meegedragen in de stoet. Het beeld was opgedragen aan Frans Breckpot.

Maar wie was Frans Breckpot?


Frans werd op 6 maart 1893 geboren in Aalst onder de naam Franciscus Bombeeck, genoemd naar zijn ongehuwde moeder Maria Bombeeck. 
Pas toen Maria in 1894 trouwde met Henricus Breckpot, werd de familienaam van Frans aangepast naar Breckpot. 

Een eerste anekdote komt uit zijn militaire dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog. Frans verkocht toen ooit zijn 'dienstpaard' voor 150 Frank, terwijl hij aan zijn majoor vertelde dat het dier jammerlijk gestorven was. 

Bij zijn terugkomst na W.O. I liet Frans voor de eerste keer bloed aftappen. Dat deed hij daarna 2 tot 3-maal per maand, zonder dat dit zijn gezondheid aantastte. 
Hij bleef dit doen en tijdens de Duitse bezetting ten tijden van W.O. II vestigde hij zelfs een record van 800 tot 900 gram bloed per dag. 

Frans groeide uit tot een echte volksfiguur in Aalst en hij werd echt beroemd als bloedgever.
In totaal gaf hij maar liefst 1 058 keer (ofte 522,5 liter!) bloed en mocht zich de wereldkampioen bloedgeven noemen. 

Daardoor werd hij ook wel eens de "bloedkoe voor dringende gevallen" genoemd.

In de volksmond werd vaak beweerd dat Frans dikwijls dronken was en dat hij de vele liters bier kon omzetten in bloed van eerste kwaliteit. 
Men beweerde dus eigenlijk dat hij bier in bloed kon omzetten, wat in feite nog straffer was dan een ander bekend persoon die water in wijn zou kunnen veranderen …  

Ook ging al snel het verhaal rond dat iedereen die in het Hospitaal bloed kreeg van hem zat werd maar uiteraard was dit maar een fabeltje. 
De enige zekere was dat hij wel ‘kampioen bloedgeven’ was, en ... dat hij vaak wel eens een pintje te veel op had. 

Dat laatste kwam natuurlijk door de beloning die hij kreeg voor zijn bloedgeven.

Van brouwerij 'De Gheest' kreeg hij immers vaten bier, een aantal dat overeenkwam met het totaal aantal liter bloed dat hij gegeven had. 

Vosse Kilo was ook een trouwe supporter van voetbalclub Eendracht Aalst en hij zorgde ook voor het rondbrengen van de affiches voor het criterium in de cafés, waar hij natuurlijk ook wel eens ééntje mee dronk. 

Onze beroemde bloedgever was ook actief binnen het carnavalsmilieu. Zo maakte hij deel uit van de groep 'Aalst-attracties', een groep die meeliep in de eerste stoet van 1923.

Een bekend figuur dus in het Aalsterse en dus meteen ook een goede reden om hem uit te gaan beelden.
Een eerste versie van deze reus ging in 1965, met de groep De Lachers, mee in de stoet.

Naar aanleiding van het toenmalige BRT-televisieprogramma 'Op De Man Af', dat in 1966 hulde bracht aan Frans, besloten De Lachers hierop een nieuwe en grotere reus van Vosse Kilo te maken.

De nieuwe reus, nu ook in het bezit van een grote bierton, werd voor het eerst voorgesteld in datzelfde televisieprogramma en werd officieel in het bevolkingsregister van Aalst ingeschreven tijdens het Driekoningenfeest op 7 januari 1967. Zo werd de reus dan ook meteen officieel een stadsreus


De kop werd ontworpen en geboetseerd door beeldhouwer Jef Van den Steen en het lichaam werd dus gemaakt door de carnavalsgroep De Lachers. 

Tijdens de stoeten van 1967 en 1968 werd hij gevolgd door de échte Vosse Kilo, Frans Breckpot, gezeten in een open wagen.

In 1967 behaalde de groep de 1ste prijs bij de Aalsterse wagengroepen. In 1968 deden ze mee buiten competitie.
Het laatste optreden van reus Vosse Kilo was een reuzenstoet in 1968 waarin heel wat Belgische reuzen meeliepen. 
Na deze stoet boden De Lachers hun reus aan bij de stad voor de prijs van 35 000 frank (ongeveer 867 euro). De stad had echter geen interesse in de reus, waardoor deze meteen ook uit de stoet verdween. 

Het werd dus een kortstondige maar memorabele 'reuzencarrière' voor de man.

De reus werd gebouwd op een gewone personenwagen en woog maar liefst 350 kilogram. 
De pop was uitschuifbaar en kon variëren van 4,5 tot 6,5 meter in de hoogte, afhankelijk van de omstandigheden. 
Het hoofd was 90 centimeter hoog en zijn overjas bestond uit maar liefst 25 meter stof.
De sjaal, in schots geruite stof, was 6 meter lang en de wandelstok 4 meter.

De reus ging doorheen de jaren jammer genoeg kapot en enkel de kop kon worden bewaard. Deze bevindt zich momenteel nog steeds in het Stedelijk Museum van Aalst.


Frans was een vaartkapoen (iemand die de schepen hielp lossen). 
Hij had dus wel een inkomen wanneer er schepen toekwamen, maar in de slechtere periodes had hij vaak geen geld. Gelukkig was hij erg geliefd in de stad, waardoor hij dan gratis voedsel en kledij kreeg. 
Frans, die 115 kilo woog, droeg steeds een alpinomuts, een lange sjaal en pantoffels. Hij zag er misschien wel een gemoedelijk man uit, maar toch had hij wel eens een aanvaring met de Zusters in het ziekenhuis.

Tijdens zijn laatste levensjaren was Frans trouwens een beetje de schrik geworden van vele kinderen. Zwaaiend met zijn wandelstok, slingerde hij hen vaak verwijten naar het hoofd. Dagelijks wandelde hij van rusthuis Sint-Lieven in de Dr. De Moorstraat, waar hij verbleef, naar de winkel van De Lil in de Nieuwstraat. Daar zette hij zich voor de winkel, om de voorbijgangers te bekijken.

De man werd verschillende keren gehuldigd door de stad voor het redden van ontelbare levens.

- In 1934 kreeg hij het ereteken van 2e klas van het Rode Kruis, omdat hij reeds 70 maal bloed had laten afnemen. 

- In 1936 ontving Frans opnieuw een medaille van het Rode Kruis, deze keer omdat hij al meer dan 150 keer bloed gegeven had
Dat feit werd op 25 oktober van datzelfde jaar ook nog gevierd door de Bond der Vuurkruisers en de inwoners van de Geraardsbergsestraat en Sint-Jobstraat. Het feest ging door in het lokaal Leon Bombeeck in de Geraardsbergsestraat. 

- In 1945 werd opnieuw hulde gebracht aan Frans, omdat hij reeds 600 maal bloed gegeven had in een tijdsspanne van 23 jaar. 

- In juli 1955 werd aan de Watertoren een heuse optocht georganiseerd. Het Aalsters stadsbestuur, het Ministerie van Volksgezondheid en het Rode Kruis stonden in voor de organisatie van de huldiging. 
Breckpot werd er ontvangen bij burgemeester De Bunne, en kreeg er het plaket van de stad overhandigd. 

Een hele resem huldigingen dus … Hij zou in totaal meer dan 15 keer gehuldigd worden voor zijn prestaties als bloedgever en oud-strijder. 

Op 1 oktober 1956 werd hij nogmaals ontvangen op het Aalsterse stadhuis. In de Gazet van Aalst riep men daarop op om de man niet steeds éénmalig te huldigen, maar om hem te benoemen tot ereburger van Aalst. Zover kwam het uiteindelijk niet.

In 1964 besliste Frans dat het genoeg was en dat het hoog tijd was om te te stoppen met bloed geven. Hij werd geen ereburger van de stad Aalst maar werd wel benoemd tot 'ereburger van het Bloedtransfusiecentrum Louis Steens' in Brussel.

Er werd voor Frans een lied gemaakt op de muziek van 'Venez Saint Nicholas', van de hand van Theo Van Gijseghem en Jan Beeckman. 

Ter'n es gien Oilsjteneer die Kilo ni 'n kaan.
A es zu populair as onze zwerte man.
Van Moilebeik tot Sint Job kenne ze zenne kop.
Kilo de Vos es door, ge zieget on zen oor.

refrein:
En hee van toid tot toid insj bloed vandoen,
ge moetj doveir gien moeitje doen,
vroaget on Frans onze kampioen, kampioen.

Ne gielen dag arrond is Kilo op de boon.
Va weirken werd'n te moei, heiget noeit ni gedoon.
Mo ne goeie pot bier, drinkten hei me plezier.
Op tien kommet ni oon, Kilo lotj ze ni stoon.

Me karnaval dreig Frans de reizen in de stoet.
We moeten 't ierlijk zeggen, Kilo dei da goed.
A danst'nder me alhier, a spronk er me langstoor.
'"t Es Kilo"; riep ied'rien, "ge zieget on zen oor".

De Vos heit bloet gegeiven na al joore lank.
En vè dad eidel weirk verdintjen onzen dank.
Het was hem al geloijk,
ver eirem of ver roik.
In da mensjelievend sport heit'n 't wereldrecord.

Merci, merci Kilo de Vos,
Giel Oilsjt bedankt Kilo de Vos, onze Vos.

... en ook in de 'wereldberoemde' hit 'Weir zen jonges van de Veirkemert' wordt er een strofe geweid aan hem : 

In 't bloed geiven is Vosse Kilo kampioen 
E aagt er na mè op want hès na toch in zèn pesjoeng 
En omdat 'n in zèn leven zuveil mensjen hei geredtj 
Heit den teivei zèn liters bloed in bier na omgezetj

Ook werd een sigarenbandje uitgebracht met een afbeelding van Frans in de stoet.

Het was echter nog niet definitief gedaan met het uitbeelden van Frans. 

In 2006 stond Vosse Kilo op de wagen van Steirk. Zij beeldden toen het thema '1000 jaar Aalst' uit.

In 2008 beeldde de Brosselkeire een Aalsters zandsculpturenfestival uit. Eén van de zandsculpturen was de zwarte man en op zijn sokkel plaatse de Brosselkeire de namen van enkele overleden Aalstenaars, waaronder ook 'Vosse Kilo'.

In 2015 werd hij door 'De Moikes' geëerd en mocht hij samen in het gezelschap van Dolfken den trommeleer, Poesjkapelle en Zwet Lowieken verschijnen op de befaamde aftelkalender. 
Er werden bij die gelegenheid ook 'linjekes' uitgebracht met deze vier 'figuren'.


In de stoet van 2019 werd hij trouwens nog eens ten tonele gedragen, en was hij te zien bij de groep 'Lekken en Plekken'.


Ook 'Beschomt' had toen een eigen versie van de bloedgever in petto. 



Over de andere reuzen die Aalst rijk is/was, is HIER meer te vinden
Over Poesjkapelle is HIER meer te vinden
Over Zwet Lowieken is HIER meer te vinden
Over Dolfken den trommeleir is HIER meer te vinden


Bronnen

Catawiki 
archief 'De Lachers' 
De Gazette van Aalst, 08/11/1958 - 4/03/1965 – 5/01/1967 – 2/02/1967 - 08/11/1958 (foto)
MadeInDenderland 
HLN 
De Moikes
Foto's : MadeInAalst en eigen foto

Geen opmerkingen:

Een reactie posten