Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -
Posts tonen met het label omgeving keizershallen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label omgeving keizershallen. Alle posts tonen

dinsdag 14 april 2020

Keizersplein 12-16 / hespenhandel en ijsfabriek

Aan het Keizersplein, huisnummer 12-16 moeten jullie maar eens zoeken naar een overblijfseltje uit lang vervlogen tijden ... er is er nog eentje, da’s zeker …

Hier eerst een plannetje met de besproken huisnummers, zodat het wat gemakkelijker is om te kunnen oriënteren. 


We beginnen met de geschiedenis van huisnummer 12.


Aan de linkerzijde van deze woning stond vroeger een fabriek met loods, die toebehoorde aan de familie Moereels. Dit alles werd afgebroken in 2010-2011. 

Deze fabriek was vroeger een gevestigde waarde in de regio. Het bedrijf ontstond voor de Tweede Wereldoorlog en sloot de deuren in de jaren zeventig.

In Aalst en omstreken leverden ze klompen waterijs aan waarmee cafés, viswinkels en slagerijen hun goederen destijds koelden, gezien er toen nog geen elektrische koeltogen bestonden. Er moest dus ook op geregelde basis een nieuwe bestelling van ijsblokken geplaatst worden.

In de jaren '60 was het de weduwe die nog steeds ijs fabriceerde in de hangars, en er was ook een stockageplaats voorzien voor de ijsbrikken. Deze brikken hadden de afmetingen 100 x 25 x 25.

Om deze brikken te verplaatsen of te breken werd er gebruik gemaakt van een ijspiek.


Het bier in de cafés lag in 'ijskasten' (grote frigoboxen) waar natuurlijk altijd ijs moest bijgevuld worden om de temperatuur te kunnen behouden. Er werd ook ijs gelegd op de (houten) tonnen. Nieuw ijs halen was ook een gebeurtenis op zich, dat gebeurde toen in een juten zak, vaak op de fiets, want tja ... koelwagens bestonden er immers ook nog altijd niet.

De zaak werd gesloten in de jaren 70.
Mevrouw Moreels is overleden op een mooie leeftijd van meer dan 90 jaar.

Eerst was er sprake dat de kledingzaak ‘Zara’ de terreinen zou overnemen, maar de initiële bouwplannen werden in 2010 door de stad afgekeurd omdat in het nieuwe complex geen woningen zouden werden geïntegreerd. In 2011 bouwt de onderneming Van Gestel er een nieuw complex. Op de gelijkvloerse verdieping is plaats voor twee winkelruimtes met een bovenverdieping. De tweede verdieping maakt plaats voor drie appartementen.
De beschikbare ruimtes worden verhuurd.

Het ijsfabriek komt ook even ter sprake in een verhandeling van Lancelot Van De Putte (Universiteit Gent / Faculteit Letteren en Wijsbegeerte) met als titel : ‘Het verzet in Erpe-Mere tijdens de tweede wereldoorlog’

>>> Met z’n zevenen zijn ze met behulp van zware koorden van de ijsfabriek van Moereels te Aalst dan kunnen ontsnappen <<<

Het bedrijventerrein liep aan de achterkant ook door naar de Korte Nieuwstraat, waar leveranciers gemakkelijk terechtkonden.

De fabriek werd dus afgebroken, maar de poort (nummer 16) moest wel behouden blijven omdat het een beschermd monument is.

Op het adres Keizersplein 12 is momenteel restaurant ‘’t Klein Herenhuis’ gevestigd.

Het ingangetje van de Hespenhandel was dus eigenlijk het steegje dat de toegang tot deze ijsfabriek was.




Keizersplein 14 : Dit burgerhuis met lijstgevel dateert uit de periode 1810-1820.

De gecementeerde lijstgevel wordt gemarkeerd door onversierde hoekpijlers en vernieuwde poortvleugels. De gelijkvloerse verdieping is uitgewerkt met imitatiebanden. De vensters op de eerste verdieping zijn omlijst door vlakke pilasters en boven de poort zijn aan weerszijden van het venster de penanten uitgewerkt met twee pilasters. In 1997 werd het pand beschermd als monument. In 2000 werd het deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpszicht. Het gebouw huisvestte tot 8 januari 2013 de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. De diensten zijn in het kader van een centralisatieproject verhuisd naar het FAC in de Dr. A. Sierensstraat te Aalst. De verkoopprocedure voor het gebouw werd opgestart.


Keizersplein 16 : Dit is de eigenlijke poort, en meteen ook het enige overblijfsel van zowel de hespenhandel als van de ijsfabriek. De 19de-eeuwse, arduinen rondboogpoort is gevat tussen gladde Toscaanse pilasters en heeft een onversierd hoofdgestel.


Deze rondboogpoort gelegen rechtover de Handelschool (gebouwd in 1912) hoorde bij de spekslagerij-hespenhandel van Flovel, die in een aanpalend herenhuis in de Nieuwstraat woonde (nu de Standaard Boekhandel). In 1910 diende Flovel een bouwaanvraag in voor het bouwen van een inrijpoort op het Keizersplein. Bovenaan deze poort, dat officieel het nummer 16 draagt, werd in grote letters ‘Hespenhandel’ aangebracht met daaronder in het midden in kleine letters ‘CF’ als verwijzing naar de toenmalige eigenaar”, zegt de vereniging die zich inzet voor het erfgoed van Aalst.


Deze poort is wettelijk beschermd sinds 23 oktober 1997 en is tevens onderdeel van een beschermd stadsgezicht. Even werd gevreesd dat de poort het zou begeven onder de werken in een aanpalend gebouw, dat vroeger eigendom was van het Ministerie van Financiën, maar deze vrees bleek uiteindelijk onterecht. De poort zelf maakt op dit ogenblik deel uit van een winkelcomplex in de Nieuwstraat, die uitgebaat wordt door de firma’s JBC en Torfs.”

In 1997 werd deze poort dus beschermd als monument, en die poort zou later blijken, zal jammer genoeg misschien ook het enige zijn wat overblijft van dit gebouw.
Hier nog een foto van de binnenzijde van het pand genomen.


In augustus 2019 wordt namelijk bekend gemaakt dat De Standaard Boekhandel een volledig nieuw gebouw zal neerpoten in de Nieuwstraat (nummer 38). In dit pand woonde in het begin van de 20ste eeuw dus hespenhandelaar Cyriel Flovel. Blijkbaar zijn de buitenmuren niet degelijk meer, en staan ze bol van het vocht.  Een volledig nieuwe voorgevel dus, maar wel met behoud van het uitzicht. 


Men zou de gevel herbouwen zoals vroeger, en enkel natuurlijke materialen gebruiken. Dit bericht werd al gauw ook weer tegengesproken en de gevel zou moeten behouden blijven in de staat die hij is.  Dit leek dus opnieuw een ‘wordt vervolgd’- verhaal te worden, waar het laatste woord zeker nog niet over gezegd zal zijn. 


Op 15 september 2019 komt het volgende bericht in de pers: 'Het schepencollege van Aalst heeft de bouwvergunning voor de afbraak van De Standaard Boekhandel in de Nieuwstraat geweigerd!'
Een voorlopig einde dus van deze discussie?
Gevel staat op instorten maar men mag dan toch niet afbreken?
Als men toch gaat afbreken, wie garandeert dan dat deze in originele staat terugkomt?

Nog geen jaar later, we schrijven juli 2020 heeft de stad dan toch de vergunning afgeleverd voor het slopen van het pand en het oprichten van een nieuwbouw voor de boekenzaak.
Het gelijkvloers en de eerste verdieping zullen worden ingericht als winkel.
Het behoud van de huidige voorgevel is technisch niet mogelijk meer, maar men zal wel de bestaande raamomlijstingen en ossenogen behouden, zodat het historisch karakter van het gebouw toch behouden zal blijven.
Gezien de bestaande gebreken weggewerkt zouden worden, maakte de stad zich sterk dat het historische karakter van het gebouw na de werken nog beter zou uitkomen in het straatbeeld.

Op 7 mei 2022 was het dan zover : de opening van de vernieuwde boekenwinkel was een feit. 

En zelfs de kritikasters moesten het toegeven : het resultaat mag er zeker zijn, met onder andere de gekende koperen ‘ossenogen’ op de dakverdieping nog steeds als eyecatcher. 
In de zomermaanden volgden er nog pleisterwerken aan de voorgevel, maar de winkel was wel alweer open. 
Binnenin is er ook veel veranderd. Met een trap of lift bereik je nu de eerste verdieping vol literatuur en zeteltjes aan het raam. Eerder een opstelling die je in een grootstad als Gent of Brussel verwacht, maar nu dus ook in Aalst ... 

En ... het erfgoed is er nog steeds ...

Bronnen

vvakaalst.weebly.com
HLN 1/8/2019 - 28/7/2020
erfgoedcel inventaris.onroerenderfgoed.be

donderdag 25 juli 2019

Keizerlijk plein - De appelmarkt - appeldragers

De Appelmarkt ? 
Appeldragers ?

Niemand ? 

Het is dan ook verschrikkelijk lang geleden, maar de 'Appelmarkt' bevond zich op de plaats die tegenwoordig gekend is als het Keizerlijk Plein.



Volgens 'Historiek der Oude Straten'  : "De Carmelietenvesten, of binne vaert wierd in Augusti 1752 aangevuld, van de Zoutstraat- tot de Nieuwstraatpoort, om de Peerdenmarkt of Peerdenkouter te vergrooten. Die plaats diende dan ook tot "appel ende fruytmerckt".
Een veel voorkomend probleem in die tijd was het gedrag van de marktdragers. 
Kooplustigen konden immers een beroep doen op een drager die de gekochte goederen aan huis of op een aangewezen plaats afleverde, maar er waren heel wat klachten over het niet afleveren van de zakken op de aangewezen plaats, en over het achterhouden van goederen door de dragers. 
De kopers wisten natuurlijk vaak niet meer precies wie de drager was of hoe die er uitzag, en dus konden ze hun bestelde (en betaalde) goederen wel vergeten. 

De stad wou een einde te maken aan deze misbruiken en besloot uiteindelijk om officiële dragers aan te stellen. Die werden geregistreerd en waren verantwoordelijk voor de goederen tot bij aflevering.

Er werden twee klassen aangesteld, in eerste instantie op de Graanmarkt waar granen, gerst, boekweit, haver en andere vruchten verhandeld werden.

De rode klasse daar stond in voor het dragen van de harde vruchten, de blauwe klasse droeg de rijpe vruchten. Iedere drager moest bij het begin van de markt een genummerde armband afhalen bij Pieter Janssens, een door de stad aangestelde opzichter. De armbanden werden om de linkerarm gedragen en werden op het einde van de markt terug ingeleverd. 
Tijdens de markt luidde de opzichter twee keer een klokje waarna, de reeds aangekochte goederen werden uitgedragen. 
Om de goede orde te handhaven, was het de dragers verboden op de markt te vloeken of te zweren, zich te bedrinken of onregelmatigheden te plegen. 

Deze regeling bleek een succesformule te zijn want de stadsmagistraat besliste om later ook nog een appelklasse aan te stellen.

In het christendom werd de appel beschouwd als een symbool van verleiding. Volgens het Oude Testament werden Adam en Eva uit het Paradijs verdreven na de beet in de appel van de Boom der Kennis.

Bisschop Ambrosius van Milaan (340-397 na Christus) vergeleek de aan het kruis hangende Christus met een appel die aan de "boom des levens" hing; het rood doet denken aan het bloed van Christus, dat volgens de christelijke opvatting vergoten werd zodat de wereld verlost kon worden.

Zo werd het symbool van de verleiding ook het symbool van redding tijdens de Kersttijd. In oude kribben was er zelfs een appeldrager die een appel aan Maria en Jozef bracht.

Sinds de Middeleeuwen zijn er stukken met Kerstmis opgevoerd voor de portalen van de kerken die de uitzetting uit het paradijs afschilderen. Voor dit paradijs werden bomen neergezet, waaruit 'de vrucht' werd geplukt. Deze vrucht was van oudsher een rode appel. Aan het einde van de kerstperiode, 6 januari, kon het paradijs of de kerstboom of kerstboom worden verwijderd, dat wil zeggen, de vruchten werden "geoogst" en gegeten.


Uit de “inkomende briefwisseling van de stad Aalst – jaar 1818” is dit artikeltje afkomstig. 
Het behandelt een conflict tussen de “appeldragers”, de appelverkopers en appelkopers, waarin het stadsbestuur diende een regeling te treffen. Men was het namelijk niet eens over de prijs van het transport (draaggeld) dat werd aangerekend bij de verkoop.


Draaggeld duidt er op dat de “appelzakken” toendertijd nog steeds gedragen werden.

Appelmerkt : Extrait uyt het Resolutieboek onderhouden bij Burgemeester en Schepenen der Stad Aelst. Zitting van Woensdag 28 Octobre 1818

Het kollegie, gehoord de menigvuldige klagten betrekkelijk den buitensporigen loon, die de dragers op de appelmerkt zich toelaten te eisschen, zoo van de Burgers als van de verkoopers, heeft besloten dien loon, provisionelijk vast te stellen als volgt:

Voor draag-geld van de merkt par zak, te weten :

- in de Pontstraet: Tot aan de poort van het begijnhof 10 61/100 cents (10 oortjens courant) en tot aan de poort 12 86/100 cents (drie stuivers courant) 
- in de Zoutstraat: tot aan de Korte Zoutstraet 10 61/100 cents (tien oortjens courant) en tot de Zoutstraetpoorte 12 86/100 cents (drie stuivers courant) 
- op de groote merkt 8 57/100 cents (twee stuivers courant) 
- op de Keizerlijke plaats 15 cents (drie stuivers en half courant) 
- in de Nieuwstraet: tot aan de Paardeposterije 10 61/100 cents (tien oortjens courant) en tot aan de poort 15 cents (drie stuivers en half courant) 
- in de Kattestraet: tot aan het heilig Geesthuis 10 61/100 cents (tien oortjens courant) en tot aan de poort 12 86/100 cents (drie stuivers courant) 
- in de Molenstraet: tot aan de Smids 10 61/100 cents (tien oortjens courant), tot aan de Ste Annebrugge 12 86/100 cents (drie stuivers courant) en tot aan het bollewerk 15 cents (drie stuivers en half courant) 
- buiten alle de Poorten 17 14/100 cents (vier stuivers courant)

Boven den voornoemden draagloon zullen zij mogen eischen, van de vrekoopers, voor het afzetten der zakken tot 2 14/100 cents (zes derniers courant) en voor het inbrengen van het geld en den zak waar voor zij zullen moeten instaan te zamen 4 29/100 cents (Eenen stuiver courant par zak)


Voor Extract conform bij translaat
De Secretaris (get.) Van der Belen 
De Eerste Schepen (get.) De Waepenaert



Lijste ende Numeros van alle appeldragers der Stad Aelst


1. Melchior Backhaert 
2. Lucas Verrilst 
3. Nicolas Mertens 
4. Guillelmus Asens 
5. Enricus Priou 
6. Laurentius Bascoir 
7. Albertus Barreez 
8. Henricus Franck 
9. Rochus Van den Broeck 
10. Joannes Walgraef 
11. Petrus Ringoir 
12. Jacobus Franck 
13. Joannes De Meyer 
14. Petrus Franck 
15. Emanuel De Meyer 
16. Petrus Van Damme 
17. Judocus Bonjour 
18. Jacobus Snel 
19. Guardus Van den Broeck 
20. Cornelis Lanckman 
21. Jacobus Poekx 
22. Dominicus Smet 
23. Franciscus Mertens 



Bronnen

uitleg appeldrager : nl.fitness-n-health.com
inkomende briefwisseling van de stad Aalst – jaar 1818

vrijdag 26 april 2019

De Keizershalle(n)

Het waren de gebouwen van de voormalige sa Filterie Impériale d’Alost die vanaf 1973 onderdak boden aan de Keizershallen, een grote evenementenhal met nabijgelegen parking. De melding dat de Filtrerie Imperiale in vereffining ging, werd bekend gemaakt op de jaarlijkse algemene vergadering op 26 april 1973.

Eén van de eerste evenementen die in 1973 zouden plaatsvinden was een tentoonstelling met boekenbeurs, die diende als aanvulling van het Nationaal Congres der Grafische Bedrijven. Dit was een unieke gelegenheid voor de stad om het rijke en vaak te onbekende drukkersleven van Aalst terug op de kaart te brengen.

Aalst zou Aalst niet zijn, mocht er toch niet wat ‘gekreft’ bijhoren.

In De Gazette van Aelst van 14/4/1973 verscheen een artikel als zouden de Aalsterse restaurant- en zaalhouders helemaal niet gerust zijn in de projecten voor de Keizershalle, meer bepaald de diverse activiteiten die er zouden doorgaan.

Dit kwam tot uiting tijdens een vergadering van Horeca Aalst, onder voorzitterschap van de heer Permentier.

Er zou onderzocht worden in welke mate bepaalde initiatieven in de Keizershalle een concurrentie zouden kunnen betekenen voor de lokale Horeca.

Alles bleek uiteindelijk dan toch ‘nog mee te vallen’ en niets stond toen nog de uitbreiding van de gebouwen als evenementenhal in de weg.

Van belotterstornooi tot jaarmarkt, filmvoorstellingen en tentoonstellingen, over een hele resem optredens. De Keizerhalle ‘leefde’ gedurende vele jaren bij de Aalsterse bevolking. .

Over de jaarbeurs was de pers heel enthousiast.
Uit de Voorpost van 7/9/73 het volgende verslag :

“Bij het binnenkomen van de beurshallen worden we werkelijk getroffen door zijn uitgestrektheid Niet minder dan 88 exposanten, waarvan de helft uit Aalst zelf, stellen hun waren tentoon of prijzen hun diensten aan.

Particulieren en stielmannen kunnen er hun gading vinden in de duizend en één artikelen die er op een aanlokkende manier worden tentoongesteld. Een wandeling van een paar uur langsheen de standen is een boeiend tijdverdrijf en laat u kennis maken met de modernste snufjes van onze hedendaagse beschaving”

Ook de bierhalle werd toen trouwens met heel veel enthousiasme beschreven en gesmaakt.

De Keizershalle werd een goede opvolger voor zaal De Rink, waar vroeger al de ‘topevenementen’ plaatsvonden.  Carnavals- en andere evenementen werden er op regelmatige basis georganiseerd.

Ook het befaamde ‘Katrienenbal’ vond meermaals plaats in deze grote zaal. 
Tijdens de aanvangsjaren vond dit evenement steeds plaats in de zaal “Madelon”. Later werd overgegaan naar een feestje in ‘De Rink” (Roll-Skating) in de Ridderstraat. 
In de golden sixties liep die zaal echter steeds bomvol, en het bemachtigen van een frisse pint vereiste heel wat kunst en vliegwerk.

In 1972 werd ‘De Rink’ gesloten, met als gevolg dat de Katrienen op straat stonden.

Marcel Carlier en Walter Van Herreweghe drongen echter aan bij het stadsbestuur en konden na heel wat moeite en onderhandelen het zopas aangekochte maar totaal onaangepaste fabriekscomplex (de Keizershalle dus) afhuren. Voor de Katrienen een grote sprong in het duister, maar de vrees bleek totaal ongegrond te zijn. In februari 1973 werd in deze gigantische ruimte een succes zonder weerga gevierd en gefeest als nooit tevoren het geval was geweest.

De ruimte met maar liefst 2200 zitplaatsen, werd aanzienlijk verkleind zodat het ‘refter’ achtige effect werd tenietgedaan. Dit gebeurde door middel van heel wat ingrepen : doeken, een kleiner podium, verplaatsing van de toog, camouflage van het plafond, ...

Onder enorme belangstelling stelde men later de totaliteit van de zaal ter beschikking, zodat er voldoende ruimte vrijkwam voor alle geïnteresseerden. 

Le ‘Moment Supreme’ was steeds het defilé der verkleden.

Twee toffe herinneringen aan het Katrienenbal in de Keizershallen die ik nooit zal vergeten zijn dat ik eens samen met twee vrienden de polonaise had ingezet, om enkele tientallen meters verder ineens te constateren dat we dus maar met z'n 3 waren, en dat de andere feestvierders een andere weg waren ingeslagen.

Ook hebben we in het decor van de Muppet show zelf een ‘showke’ ten beste gegeven, door in de cabine van Statler en Waldorf te kruipen, en van daaruit de zaal te groeten.

We werden ‘vriendelijk verzocht’ om deze plaats te verlaten, en toch maar gewoon in de zaal verder te gaan vieren.

  
Keizershallen - 1978
zicht op de achterkant van de Keizershallen 
(vroeger van de brouwerij De Gheest. 
Reclame voor SAFIR.


Keizershallen - 1978 
Vanuit de Beelveldstraat zicht op de achterkant van de Keizershallen 
(vroeger een fabriek) en de skyline van de brouwerij De Gheest. 
Reclame voor SAFIR.

In 1980 zorgde schepen van Feestelijkheden Marcel De Bisschop voor enige ophef door zijn plannen bekend te maken betreffende de vernieuwing van de stedelijke Keizershallen. Ook volgens schepen De Neve zouden de Keizershallen niet zijn wat ze zouden moeten zijn.

Volgens hem zou er een planning bestaan voor de opschik. De eerste fase van de planning omvatte onder andere de restauratie van het voorliggend herenhuis aan het Keizerlijk Plein.

Anderzijds was het de bedoeling om onder de Keizershallen een parking aan te leggen. En met dit doel voor ogen zouden dan wel alle bestaande gebouwen worden gesloopt.

Enkel indien van deze plannen zou afgeweken worden, bestond er volgens hem nog een kans op restauratie.

Hierbij een foto uit 1981 van de toegang tot de spektakelzaal en de grote parking van de Keizershallen via de Beekveldstraat in Aalst :
 

In 1982 organiseerde de toen heel populaire radiozender ‘Radio Saturnus’ haar derde fanbal in de hallen. Tal van vedetten hadden de eer hier aan mee te kunnen werken. Ook Kamiel en zijn Kamillekes waren – natuurlijk – van de partij. 


Heel wat lokale, nationale en internationale vedetten stonden ooit op de planken in de Keizershallen.

Dit omvatte bijvoorbeeld de carnavalsprinsen en hun gevolg, inclusief natuurlijk Keizer Kamiel die de Aalsterse ‘scene’ vertegenwoordigden, maar ook Jacques Raymond, Micha Marah, Jean Walter, Toni Bell, Lia Linda en Freddi Tollembeek aan het orgel maakten er hun opwachting.

Dakwerken aan de stadsfeesthalle zouden in 1984 voltooid worden voor 150 miljoen BEF, integraal ten laste van de stad.

Later dat jaar moest er ook nog eens een miljoen opgehoest worden voor het aanpassen van de verluchtingsinstallatie.

Op onderstaande foto van uit 1976 is het duidelijk dat deze dakwerken geen overbodige luxe waren. De rare dakbegroeiing is trouwens bijna identiek aan de begroeiing van de kerktoren in Erembodegem anno 2014.



In 1987 vinden we in de Voorpost een aankondiging van geleide wandelingen terug, die werden georganiseerd door de wandelvereniging De Kadees. Bijeenkomst aan de stand van de Kadees.

In 1988 krijgen we een internationale gast te verwelkomen. Niemand minder dan Mikis Theodorakis kwam voor een repetitie en concert naar de Keizershallen. Na een etentje in de Mikisklub gaf hij een fantastisch concert.

Nog in 1988 vinden we op de affiche van ‘Alleijong’, het rockconcert bij uitstek volgende namen terug : Highway Hawk, Lonely in the Crowd, Schudden voor gebruik, de LSP band, ...Ook Bea Van Der Maat, Bart Peeters en Walter Grootaers kwamen ‘hun ding’ doen onder kundige leiding van presentator John Woolley.

Ook de eerste editie van  ‘Beepopalula’ staat dat jaar (88) op de affiche. In organisatie van OMP (Oilsjterse Muziek Promotie) en onder presentatie van Carl Huybrechts (die tijdens de Antwerpse Proms al bewezen had zich best te kunnen vinden in dit soort presentaties) werden heel wat klassiekers naar de stad gelokt.  Op de uitgebreide affiche stonden Oh Boy met Dirk Dierickx, Johny Melkebeeck, John Wooley and Friends, The Falling Stones, the Black Birds, Eddy Piens (Recover), ADS Band, Schudden voor gebruik, en top of the bill Boogie Boy.

In 1989 stonden ‘Piets Boys’, ‘Recover’, en John Wooley op de planken, naast “Lait Russe” en “The Samantha Brothers”. Ook de Falling Stones en The Black Birds maakten er hun opwachting.  Omwille van afzegging (beroepsomstandigheden) van presentator Zaki, werd Kurt Van Eeghem opgetrommeld om de boel aan mekaar te praten.

Op 21 oktober van dat jaar lokte “Alleijong” een formidabele podiumbezetting naar Aalst. Naast Clouseau, De Sam Cooke Singers en The Crew, waren namelijk ook The Scabs en The Golden Earring te gast in de Ajuinenstad.

Tijdens de derde editie in 1990 kwamen John Woolley and Friends, The Falling Stones, Marmelade, Freddy and the dreamers, Dozy Beaky Lich and Tich, the Chas mc Devitt Skiffle Group, Hermans Hermits, the Searchers en The Troggs de zaal in lichterlaaie zetten.  Afsluiter die avond werd Chuck Berry, uniek in Belgie.  Staanplaatsen kostten toen 550 Frank, zitplaatsen 1000 frank, en voor zitplaatsen voor het podium betaalde men 1200 frank.

Beebopalula zorgde dat jaar voor Marmelade, Dave Dee Dozy Beaky Mich and Tich, The Troggs, Herman’s Hermits en The Searchers. Opties waren The Rubettes, The Tremlocks, The Pretty Things, en Earth and Fire.

Op 27 april 1991 kende het evenement zijn vierde editie. Op de affiche Mud, Dave Dee, The Easybeats, Marmalade en The Searchers.

Nog in 91 vierde ook ‘Alleijong’ zijn vierde verjaardag. Hier opende de relatief jonge groep ‘Less Wilson’ het hele gebeuren. De groep Bad Behaviour kon daarna de zaal bekoren.

Oudgediende John Woolley and Friends werd voorafgegaan door ‘Toast’.  John is trouwens ook één van de stuwende krachten van OMP, maar heeft zich steeds bescheiden op de achtergrond gehouden.

Daarna kwamen De Kreuners opdraven, en zij werden anderhalf uur later overgenomen door Raymond Van Het Groenewoud.

De vijfde editie van Beepop IN  1992 werd opnieuw een topper. The Troggs en Dozy, Beaky, Mick & Tich hadden reeds hun kwaliteiten bewezen op eerdere edities, en daar werden ook nog The Rubettes aan toegevoegd. Ook The Coustiks, die met hun uitzonderlijk goede Beatles imitaties de revelatie bleken te zijn, dienden heel wat bisnummers te spelen.

Ook Matcbox en The Fortunes maakten er hun opwachting om de meer dan 3000 toeschouwers een fantastische avond te bieden.

Ook datzelfde jaar werd Alleijong een allesovertreffende topper.

Op een bepaald ogenblik moest de kaartenverkoop aan de kassa stopgezet worden. Geen nood echter want het hele gebeuren kon gevolgd worden op een gigantisch videoscherm.

Ondergetekende raakte wel binnen en was dus getuige van een opnieuw schitterend spektakel.

De Single Side Band opende de avond, en bracht de sfeer er goed in. Mama’s Jasje zweepte vervolgens het jonge volk op.

Zoals verwacht brachten de Dinky Toys ook iedereen in vervoering met een schitterend en tropisch optreden.

Het programma werd vervolledigd met eveneens schitterende optredens van John Woolley and Friends, Soulsister en The Radio’s. Zij brachten het beste van het beste en iedereen kon opnieuw gelukkig naar huis.

Nog een groot evenement in Aalst blijkt de Nieuwjaarsnacht te zijn. Zonder twijfel kan men stellen dat ook deze nacht in Aalst een belangrijk feest is.

Vroeger kon men hiervoor gemakkelijk terecht in het dozijn dancings en cafés in de buurt van het stadscentrum en de Korte Nieuwstraat.

Door het verdwijnen van deze laatste, was het echter bijna onmogelijk geworden om nog een plaatsje te vinden voor de feestlustigen.

Vandaar dat in 1990 het idee kwam om de grootste zaal van de stad, De Keizershallen, open te stellen voor oudejaarvierend Oilsjt. ‘The not 12 o’clock’ party was meteen geboren.
De meer dan 4000 aanwezigen bewezen dat Aalst rijp was voor een dergelijk initiatief, met gratis ontbijt en betaalbare consummaties.

De tweede editie kreeg zelfs een regionaal karakter. Overal in de provincie werd publiciteit gemaakt en dit resulteerde in bezoekers uit Gent, Ninove, en ... Dendermonde.
In totaal meer dan 6000 feestvierders vonden de weg naar de Aalsterse Keizershallen.

De volgende logische stap is ... inderdaad ... het grootste evenement van Belgie worden.
Om dit te realiseren werden de handen in elkaar geslagen met de mensen van de LSP Band. Om van deze eerste ‘Langste Nacht’ een groot succes te maken was ook hulp en steun van het Aalsterse stadsbestuur en sponsors nodig.

Het reuzefeest kwam aandraven met discobar, 120 kW lichtshow, drie dansvloeren, een videowall en de LSP band en guests. Deze guests waren trouwens niet van de minste.

De ingang kostte 250 frankskes en zo kon men de laatste uren van 1992 doorbrengen in het aangenaam gezelschap van onder andere Walter Grootaers, Ludo Mariman, Felice, Jo Lemaire, Chris Van Den Durpel, Kid Safari, William Soufreau, Kurt Van Eeghem, Ben Crabbé, Bob Savenberg, Kris Wauters, Koen Wauters, Robert Mosuse, Peter Van Laet, Tom Van Landuyt, …

Verder konden ook nog volgende artiesten ooit hun opwachting maken in de fameuze Keizershallen : Adamo, Will Tura, Touch of Joy (met Sergio), Middle of the Road, Mariska Veres (Shocking Blue), Dave Berry, ...

Grote namen dus, in een zaal die eens ‘groots’ was …

In 1992 werd op de gemeenteraad een punt besproken dat bij de bevolking blijkbaar nogal gevoelig lag, namelijk de overplaatsing van een deel van de winterfoor.

Het was gebruikelijk dat de Aalsterse carnavalskermis opgesteld stond op de verschillende pleinen in de stad, parkingplein Kattestraat-Ridderstraat / Hopmarkt / Esplanadeplein / Vredeplein / Houtmarkt, Werf en natuurlijk de Grote Markt.

Veranderingen drongen zich op, en dit omwille van verschillende redenen. Het niet meer in gebruik nemen van de parking Kattestraat werd gestaafd door de melding dat deze ruimte geen eigendom meer was van de stad. Op de Werf liep een juridische procedure (die door de stad werd verloren), en waardoor er zeker geen foor meer mocht geplaatst worden.

Houtmarkt en Vredeplein stelden problemen inzake veiligheid, en ook de aanplantingen zouden voor problemen zorgen voor de foorplaatsing.

Voor de Houtmarkt werd aangevoerd dat de foorreizigers zelf klaagden ‘dat ze er het zout op hun patatten niet meer verdienden’.

Ter vervanging werd voorgesteld om de attracties op te stellen op de parking achter de Keizershallen. In tussentijd was men al begonnen met de voorbereidende werken voor de aanleg van een elektriciteit- en TV/FM bedelingsnetwerk, teneinde ten behoeve van de foor over een vermogen van 500 kVA te kunnen beschikken.

Totaal van de kosten : 2 644 140 frank, waarvan 1 124 411 frank ten laste viel van het stadsbestuur.

De VU-VVD, bij monde van Danny Denayer, meende dat er door deze beslissing geraakt werd aan de boterham van de horecazaken op de hogergenoemde pleinen.
Bovendien zouden de zebrapaden naar de keizershallen niet op de juiste plaatsen gelegen hebben.
Van Mossevelde vroeg zich ook af of de volgende stap eventueel de openstelling van de Keizershallen zou kunnen zijn, waardoor het carnavalsgebeuren helemaal uit het stadscentrum zou verdwijnen.

Burgemeester Annie De Maght echter, repliceerde dat alle aangesproken comités, raden en commissies, samen met de foorreizigers zelf, met de maatregel wel akkoord konden gaan.
Het zou duidelijk een experiment zijn, en eventueel vatbaar voor evaluatie / veranderingen.
Zij haalde aan dat er een betere verlichting is, dat patrouilleringen door politie met honden er gemakkelijker zou verlopen, en dat de toegang tot de parking van brouwerij De Geest nog steeds bereikbaar zou zijn. 


Aan de achterzijde van de voormalige hallen verrees in 1998 het nieuwe Politiehuis dat plaatst biedt aan de agenten van de Lokale Politie Aalst. Omwille van de speciale architectuur, met veel glas, wordt dit gebouw door vele Aalstenaars ook wel eens smalend ‘het glozen kot’ genoemd.



Op 4/5/2002 is te lezen in het Nieuwsblad dat nog voor de zomervakantie met het volledig slopen van de Keizershallen zou gestart worden. Enkel het onthaalcomplex aan het Keizersplein zal overeind blijven.


Het vrijgekomen terrein wordt ingericht als een voorlopig parkeerterrein in steenslag. ,,Tegen september moet de parking gebruiksklaar zijn'', zegt burgemeester Anny De Maght. ,,We willen de langparkeerders uit het stadscentrum halen. Het tarief zal laag gehouden worden. Naar de gemeenteraad doen we een voorstel van 1 euro per parkeerbeurt, ongeacht de duur.

Het tarief geldt voor gans het terrein gelegen tussen het politiehuis en het onthaalcomplex. Het afgebakend terrein zal verscheidene toegangswegen hebben, ieder afgesloten met een slagboom. Om de parking te verlaten zal het bedrag in de gleuf van een ontvangstbox moeten gedeponeerd worden om de slagboom te openen. Praatpalen aan de uitgangen staan in verbinding met het politiehuis.
De burgemeester houdt voor dat na maximum twee jaar het terrein zal omgevormd worden tot een zone met woon- en parkeergelegenheid en veel groen.

Na de afbraak van de Keizershallen blijkt dat het terrein volledig in gebruik genomen werd als parkeerzone, en dat er van 'veel groen' niet echt veel sprake is.

Jaren later wil de stad Aalst de omgeving van de Keizerspoort een nieuw elan geven. Waar nu dus de druk bezochte parking ligt, zouden nieuwe kansen kunnen liggen.

Behalve de grote parking bevinden zich ook het politiehuis en enkele winkels zich in de omgeving. Maar het kan en mag dus iets meer zijn, vindt schepen van Stadsvernieuwing Ann Van De Steen (SD&P) in december 2014. Deze 'aankondiging' is echter nogal vaag gebleven, en het is dus helemaal niet duidelijk of dit nu betekent dat de parking aan de Keizershallen op termijn zal verdwijnen. “Het is nog veel te vroeg om daarover uitspraken te doen. We moeten ook rekening houden met de foor. 
Heel wat attracties staan op de parking tijdens het carnavalsseizoen. Het stadsbestuur heeft de principebeslissing genomen om de herontwikkeling in gang te zetten”, zegt ze.

'Herontwikkeling'... Een woord dat ook viel op de gemeenteraad van 30 april 2024. Daar werd verkondigd dat er zich inderdaad veranderingen opdringen. 
Het politiehuis, net naast de parking, is na meer dan twintig jaar dienst te klein geworden en smeekt om uitbreiding. 
En meteen zal ook de parking zelf ondergronds verdwijnen. 

De lijnen zijn gezet. Wanneer het allemaal concreet wordt, is nog even afwachten.