Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 18 mei 2020

De St Jobkapel

De huidige St Job kapel, die eigenlijk een beetje in de schaduw staat van de ‘keirk van St Job’, dateert grotendeels uit 1663 en is gelegen in een ommuurd tuintje met lindenbomen. 
De oorspronkelijke kapel die ook verbonden was met het kasteel van Regelsbrugge, werd reeds vermeld in 1429.

De kapel werd opgetrokken na een pestepidemie in onze streken en diende als bedevaartsoord, gewijd aan Sint Job, de patroonheilige van de ongeneeslijke ziektes, die wordt aanroepen tegen melaatsheid, syfilis, aambeien, huiduitslag, zweren, schrammen en builen, zwaarmoedigheid … kortom tegen alle vormen van narigheid en pijn. Hij is ook de patroon van musici en minstrelen.

Ook werd hij wel als patroon van ziekenhuizen en hospitalen en tegen de melaatsheid aanbeden, maar in deze rol is hij stilletjesaan verdrongen geworden door Sint-Rochus.

Job wordt zowel in de Katholieke Kerk als in de Orthodoxe Kerken als een heilige vereerd (Sint-Job of Job de Aartsvader), hoewel hij - mocht hij hebben bestaan - reeds vele eeuwen vóórdat er sprake was van christendom zou zijn overleden.

Diverse kerken en kapellen zijn aan hem gewijd. Zijn feestdag is 10 mei in de westerse kerken, 6 mei in de oosterse kerken, en 27 april in de Ethiopisch-orthodoxe Kerk.

Meestal wordt hij afgebeeld als een man met een baard, overdekt met zweren, zittend op een mesthoop. Hij wordt omringd door twee muzikanten of door zijn vrienden, zoals op onderstaand schilderij.


Er is echter geen historisch bewijs waaruit blijkt dat deze brave ‘Job’ daadwerkelijk zou geleefd hebben.
Wat men over Job meent te weten, is afkomstig uit religieuze geschriften waarvan de historische betrouwbaarheid niet is vast te stellen.

Het testament van Job’ is qua genre een poëtisch werk uit de wijsheidsliteratuur. Het is niet geschreven als een historisch boek en wijkt eveneens af van de boeken uit de afdeling 'profeten'.
Het boek over Job verhaalt over het lijden van de gewone en vrome mens. Hij wordt vereerd om zijn berusting, zijn geloof in God en zijn nederigheid.

De meeste Joden, waaronder bijvoorbeeld rabbijn Simeon ben Laquish, nemen ook die mening aan en gaan er van uit dat Job geen historisch, echt levend, persoon geweest is. 
Hij zou een verzinsel zijn die door een profeet gebruikt werd om een goddelijke boodschap over te brengen.

Het boek zou dus wel geschreven zijn met een goddelijke inspiratie, bedoeld om een godsdienstige boodschap over te brengen, maar zou zeker niet bedoeld zijn als historisch naslagwerk. Men moet dus niet alles als letterlijk waar te beschouwen.

Anderen daarentegen geloven wél dat Job een historische persoon is.
Dat doen ze vooral omdat in het boek de situatie van het Midden-Oosten beschreven wordt zoals het in de ijstijd zou geweest zijn.  Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over ijs, hagel en zware regen en sneeuwval en de omschrijving van de landschappen en dergelijke komt wel overeen met wat archeologen al hebben gevonden ... teveel toeval dus volgens hen om niet waar te zijn. 

Het Christendom is dus verdeeld over het bestaan, maar binnen de Islam twijfelt men daarentegen hoegenaamd niet aan de echtheid van de persoon Job. Moslims zijn 100 procent overtuigd dat Job een historisch persoon is omdat hij in de Koran genoemd wordt en er in die gedachtengang geen plaats is voor ‘verzinsels’.

In elk geval wordt in het taalgebruik ‘Job’ steeds gebruikt als het over iets slechts gaat. Denken we maar aan volgende uitdrukkingen :

- Zo arm als Job zijn (= in erbarmelijke toestand leven)
- Een jobstijding krijgen (= een slecht bericht ontvangen)
- Een jobsbode (= iemand die een slecht bericht brengt)
- Een jobsvriend (= een ogenschijnlijk goede vriend, die je laat vallen bij tegenslag)

Het eigenlijke verhaal over Job start in de hemel, waar God een gesprek heeft met de Verleider (= de duivel). God vraagt aan de duivel of hij de gelovige trouw van Job heeft gezien.

De Verleider antwoordde : "Hij heeft alles wat zijn hartje begeert, op die manier kan ik ook God trouw dienen. Maar wat, als hem al zijn rijkdommen worden afgenomen?"

Daarop vroeg de duivel aan God om Job te mogen treffen met rampen om zo zijn geloof eens te kunnen testen. Want de duivel vond dat het nogal gemakkelijk was om een vroom man te zijn als men alles bezat en niets tekort kwam.

En dat is wat gebeurde : zijn kinderen, vee, bezittingen, aanzien: alles ontvalt hem. Enkel de 'mestvaalt' of 'ashoop' (wij zouden zeggen 'puinhoop') waar hij midden inzit blijft over. Een referentie van ‘in de shit zitten’.
Zelfs zijn vrouw en vrienden keren zich tegen hem omdat zij van mening zijn dat dit alles een straf van God is voor een zonde die Job begaan zou hebben.

Job ontkent formeel dat er sprake zou zijn van fouten maar zijn omgeving blijft overtuigd en zijn ontkenningen sterken hen alleen maar in deze overtuiging.

"Kijk eens hoe eigenwijs hij is, nu geeft hij nog niet eens toe dat hij gezondigd heeft. Het is wel heel erg met hem. Geen wonder dat God reden genoeg heeft hem te straffen!"

Job blijft bij zijn mening dat hij geen fouten heeft gemaakt die al deze ellende rechtvaardigen, en daagt God zelfs voor het gerecht.

Deze verschijnt en Hij houdt zijn pleidooi.

Hij wijst Job op alle wonderen die de schepping bevat en Hij doet hem voelen hoe weinig de beklaagde daarvan weet, en hoe zijn geest nauwelijks weet door te dringen in de geheimen en mysteries die het leven bevat, zoals Hij, God, dat heeft bedacht en geschapen.

Er zijn zoveel dingen op deze wereld waar je verstand bij stilstaat: welnu, het lijden is daar ook één van...

Sta tegenover het lijden zoals je staat tegenover alle andere wonderen van de schepping: als tegenover een mysterie.

Job doet wat God hem aanraadt en het wordt hem vergeven.

Hij krijgt al zijn verloren bezittingen terug en wordt in ere hersteld. Zijn geloof is onbeschadigd uit de beproeving te voorschijn gekomen.
De Verleider heeft dus verloren”.

Reeds in die beginjaren van de kapel kwamen families en zieken hier reeds bidden voor genezing van deze ziekte.

Het deel van de stad is in de volksmond altijd bekend gebleven als ‘St Job’, en daarenboven is de St Jobstraat één van de oudste straten van de stad.

De kapel was bijna volledig vervallen in 1599 en had zo bijvoorbeeld zelfs geen dak meer. Na de Spaanse belegering was er al heel veel schade, en regen en wind deden dan natuurlijk hun werk verder …

Aan het begin van de 17de eeuw werden de plechtigheden ter ere van Sint-Job hernomen. Tussen 1648 en 1669 sloeg de pest echter opnieuw meedogenloos toe in Aalst.

De kapel kreeg door deze nieuwe pestgolf extra aandacht als bedevaartsoord en de inkomsten van de kapel kenden een verdubbeling in deze periode.

In 1657 werd een communiebank, een schilderij, een grote klok, het tabernakel, een kelk, twee zilveren ampullen en vijfduizend zilveren erepenningen gekocht. De communiebank, deze is nu niet meer aanwezig, werd gebeeldhouwd door Seb. Ducan, de penningen werden gemaakt door Willem van Wambeek. In 1658 werd een nieuwe vloer geplaatst met blauwe en wit-marmeren tegels maar de Franse belegering in datzelfde jaar zorgde voor de gedeeltelijke verwoesting van de kapel. De kostbaarheden werden tijdig in veiligheid gebracht. Na de aftocht van de Fransen begon men met de herstellingen van de kapel.

In 1662 werd de kapel opnieuw door bedevaarders bezocht. Het succes van de kapel was bijzonder groot en om de bedevaarders niet in de regen te laten staan wachten, werd een aanvraag ingediend om het portaal te vergroten, te verplaatsen en een grotere kapel te bouwen.

Een vergroting naar het westen toe kwam er in 1663, het jaartal dat ook boven het spitsboogvenster van de westgevel prijkt.

In 1690 werden twee schilderijen aangekocht. Deze stellen de ‘drie koningen’ voor. In 1697 dan werd het schilderij ‘de bruiloft te Cana in Galilee’ aangeschaft.

Ook in de 18de eeuw bleef de kapel een druk bezochte bedevaartsplaats. In 1710 werd een nieuwe klok vervaardigd voor de toren en in 1725 werden een Onze-Lieve-Vrouwe beeld en twee engelenbeelden aangekocht van de Annunciaden.

Drie jaar later leverde Judocus van Dam een kruisbeeld.

In 1733 werd de kapel van een nieuw dak voorzien in opdracht van weduwe Cayman en zes jaar later werden er ‘aanzienlijke herstellingen’ uitgevoerd door Pieter van Nuffel.

De kapel ontving een nieuw altaar in 1760, gemaakt door Cornelius de Schaepdryver. Het nieuwe schilderij verbeeldt Sint-Job op de mesthoop die door vrouw en vrienden bespot wordt, het oude werd afgebroken en gestockeerd.


In 1769 werd in de kapel een nieuwe communiebank geplaatst.

In 1771-1772 kwam de kapelafscheiding van de SintMartinuskerk naar de kapel. Deze kapelafscheiding werd omgebouwd tot het huidige doksaal.

In 1776 voorziet Antoon Gilladen de kapel van nieuwe glasramen.

In 1794 herstelde Eman. Vronck het dak van de koepel en het altaar en toebehoren. 

Tijdens het Franse bewind werd de kapel te koop geteld (17/7/1796) en verkocht aan Jan-Baptist Leunckens (20/8/1799). Ondanks de uitdrukkelijke voorwaarde om de kapel af te breken, deed hij dit niet en bleef het gebouw in dienst voor clandestiene missen. 

De kapel werd opnieuw geopend in 1805 en in 1806 werden het torentje hersteld zoals blijkt uit de inscriptie “hersteld 1806” op de steunbalken.

Deze inscriptie duidt aan dat het torentje, maar vermoedelijk ook het hele dak tot de kapel, werden hersteld.
In het torentje zelf is één klok aanwezig met daarop een voorstelling van het Doopsel van Christus, een wapenschild en het opschrift:

JORDAEN SMETS FECIT
HEEFT MIJ GEGHOTEN
ANNO 1710”.

In 1886 was er dan een nieuwe herstelling aan de balken van de toren en het kruis en een jaar later wordt het altaar, vervaardigd door Cornelius de Schaepdryver in 1760,  verguld en herschilderd door Albrecht Meganck (7/5/1858-1905). 
Het werd in 1905 afgebroken en overgebracht naar de kerk van de paters Kapucijnen.

Ook de twintigste eeuw werd een eeuw van verschillende herstellingen en een laatste heropleving van de kapel.
Het altaarblok en tabernakel werden afgebroken in 1905 en werden overgebracht naar de huidige Sint Antoniuskerk van de Kapucijnen. Er werd een nieuwe vloer gelegd, en een nieuw tabernakel en altaarblok vonden hun weg naar het gebouwtje.

Als eigendom van graaf Du Monceau werd de kapel in 1927 overgemaakt aan de Sint-Martinuskerk en krijgt de kapel ook een nieuw glasraam.

In 1931 werd de haag van lindenbomen rond de kapel geveld om er de straat te kunnen verbreden, later werd dichter bij de kapel een nieuwe 'lindenboomhaag' aangeplant.

In 1933 volgt een nieuw schaliedak en offerblok.


In 1935 werd dan ook de omgeving van de kapel vernieuwd waarbij een Mariabeeld geplaatst werd bij de replica van het Heilig Graf.

In 1942 werd de volledige wandbepleistering verwijderd en werd een dikke cementpleister aangebracht die de tand des tijds en verval ietwat zou moeten tegenhouden.

Verdere herstellingswerken aan de Calvarie, het kruisbeeld, het offerblok en de schaliën vonden plaats in de jaren ’50. Er werd ook elektriciteit gelegd en de klokstoel werd hersteld.

Zowel van binnen als van buiten kreeg de kapel een heel nieuw uitzicht. Nieuwe bidbanken, gereinigde communiebanken, herstellingswerken, een nieuwe plankenvloer, herstellingen aan klok, toren en dakgoten, het herschilderen en restaureren van de gevels en het herstellen van het schilderij van het hoofdaltaar … Het beloofde een mooie toekomst te worden voor deze kapel.

Niets is echter minder waar want de heropleving van de Sint-Jobsverering in het midden van de 20ste eeuw kon jammer genoeg niet voorkomen dat vanaf 1969,  ook al met oprichting van de nieuwe Sint-Antoniusparochie, de toestand van de kapel zienderogen achteruit ging.

In de jaren ’70 werd nog werk gemaakt van herstellingen aan het dak van de kapel en de kapel en de onmiddellijke omgeving ervan zijn beschermd sinds 1975.


Vanaf 1984 start de laatste restauratiecampagne door architect Peter Banckaert waarbij de volledige kapel werd ontdaan van zijn witte overschildering, alsook is de plintzone rondom rond ontdaan van de cementbepleistering. De gevel werd opnieuw wit geschilderd, mogelijks met vrijlating van de noordgevel. De datumsteen in de westgevel werd vervangen, het originele exemplaar staat in de sacristie.  

De Sint Jobkapel werd een jaar later weer heropend.

Ook in 2017 drong een nieuwe restauratie zich op.

De dakbedekking in leien werd volledig vervangen met leien van historisch formaat en nieuwe koperen hanggoten en afvoeren werden geplaatst. Ook de daktimmer werd hersteld en waar nodig werden delen vervangen in eik.
Ook de klokkentoren diende te worden hersteld.


Gezien bij het openbreken van het dak ontdekt werd dat deze klokkentoren steunde op slechts een paar dwarse balken, die dan ook nog in slechte staat waren, werd beslist om deze te demonteren.
De toren werd nadien in een atelier hersteld. Hij werd gebeitst in een bruinrode kleur, gebaseerd op enkele oude foto’s.

De kruisen werden gerestaureerd en de haan en de bol opnieuw verguld. Het dak van de sacristie werd bedekt met zwarte gesmoorde Boomse pannen, dit geldt ook voor de uitsprong aan de westgevel. Het dak van de calvarie werd opnieuw bedekt met leien. 

Ook de gevels kregen een nieuw jasje. Ze werden hersteld en werden afgewerkt met witte verf. De plint in natuursteen kreeg een zwarte kleur, ook al gebaseerd op oude foto’s.
Het glasraam in lood was recent gekleurd kathedraalglas, en werd gezien de goede staat behouden.
De inkomdeuren en het raampje van de sacristie werden hersteld en werden geschilderd in een bruine afwerklaag … ook al volgens historische juistheid.

De grot, of de Heilige Grafkapel, was volledig overwoekerd met onkruid, klimom en mos. Daardoor werden de rotsblokken van de kapel gescheurd en uit mekaar getrokken. De stronken en planten werden verwijderd en de rotsblokken werden opnieuw ingemetseld. De bovenkant van de grot werd afgewerkt met een waterdichte laag en het metselwerk aan de binnenkant werd hervoegd.

Het was op zondag 13 mei 2018 dat er om 15.00 u. een plechtige feestzitting in de Sint-Jobkapel plaatshad, en dit naar aanleiding van het einde van deze recentste buitenrestauratie van de kapel.


Onder grote belangstelling verwelkomde deken Marc Verwaeren de aanwezigen en sprak een woord van dank uit aan alle medewerkers van de restauratie.
Ook Karim Van Overmeire, schepen van Erfgoed, was aanwezig en had het in zijn toespraak over het belang van ons onroerend erfgoed voor de volgende generaties.
De aanwezigen werden bij het begin verwelkomd met 2 mooie stukjes op cello, uitgevoerd door vader en dochter Jan en Amelia Wellekens.
Het mannenkoor Kratzfuss voerde enkele heel mooie zangstukken uit. Op de receptie nadien werd verder nagedacht over de bestemming van dit mooi stukje bouwkundig erfgoed.

Maagdelijk wit staat de kapel sedertdien weer te pronken tussen het mooie lentegroen: een kleine oase van rust tussen twee drukke wegen.
Het was ook haast symbolisch: de inhuldiging viel immers ook samen met het sluiten van de noveen die gedurende vele eeuwen jaarlijks in deze kapel ter ere van Sint-Job door de talloze bedevaarders werd gevierd.
De werken werden uitgevoerd door de NV Ronveaux Renovatie uit Brugge en werden mee gesubsidieerd door het Vlaams Gewest en de stad Aalst. Het kostenplaatje : 300 000 Euro.

In een tweede fase wordt later ook het interieur aangepakt. Hiertoe werd een subsidieaanvraagdossier ingediend en werden in 2014 reeds enkele materiaal-technische onderzoeken uitgevoerd.

De plattegrond van de kapel toont een eenbeukige ruimte van vier traveeën met een driezijdige koorsluiting.
Het witgeschilderde bakstenen gebouw rust op een gecementeerde, afgeschuinde sokkel. Het zadeldak is bedekt met leien en draagt aan de westzijde een vierkante dakruiter met klok.
Ten zuiden van het koor werd een sacristie onder een lessenaarsdak (pannen) opgericht, deze ruimte wordt verlicht door een getralied rondvenster met zandstenen omlijsting in de zuidgevel.

De noord- en zuidgevels en het koor zijn gestut door middel van steunberen met twee versnijdingen, deze steunberen werden van een leien afdekking voorzien (vermoedelijk bij de restauratie in 1985).

De zuidgevel bevat een korfboogdeurtje met zandstenen negblokken en in de noordgevel bevindt zich een gelijksoortige deur onder een gebogen druiplijst.
Naast de toegang in de noordgevel werd tegen de gevel een overluifelde calvarie, steunend op arduinen vleugelstukken (hergebruikt materiaal?) aangebracht.

Het meubilair bestaat uit de 17de- of 18de-eeuwse Calvarie, een rococo communiebank uit 1761 gemaakt door Jan Koopman en een 16de-eeuwse bidbank.
De afsluiting van hout en marmer (16de eeuw) werd in 1772 overgebracht uit de Sint-Annakapel van de Sint-Martinuskerk van Aalst. Het altaarschilderij werd in bewaring gegeven aan het Stedelijk Museum van Aalst.

De kapel wordt omgeven door een bomenrij van linde met daaronder in bol gesnoeide taxussen. Het geheel wordt gescheiden van de straat door een laag bakstenen muurtje afgedekt met ezelsrug.

Ten zuidwesten van de kapel staat in het tuintje nog een kapel die het Heilig Graf voorstelt en die is opgebouwd uit een rotsconstructie die toegankelijk is via een bakstenen rondboog.

Over Job is trouwens een prachtig lied geschreven door Stef Bos.
Dat kan je hier beluisteren :


Binnenkort een artikel over de binnenkant van de kapel …


Ondertussen : 
Over het kasteel van Regelsbrugge is HIER meer te lezen. 
Over de ‘kerk van st Job’ (de St Antonius van Paduakerk) is HIER meer te lezen 


Bronnen :

Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, OO000403, Aalst: Kapel Sint-Job (VAN DEN BOSSCHE H., 1975)
plannen.onroerenderfgoed.be
kerknet.be
agentschap informatie Vlaanderen
aalst.tv 2016
orthochristian.com : schilderij Ilya Repin. Job and His Friends. 1869. Russian Museum

id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/243
heiligen.net
aalst.n-va.be
architectenbeeckhermans.be
foto interieur André Schollaert via MadeInAalst 
foto na restauratie c Fons Dierickx via kerknet.be
foto Vlaamse Gemeenschap 1/1/1978 (Modellicentie voor gratis hergebruik)
bijbelin1000seconden.be
Lied Stef Bos via YouTube : https://www.youtube.com/results?search_query=het+lied+van+job+stef+bos

Geen opmerkingen:

Een reactie posten