vrijdag 4 december 2020

Huis De Winter - Carnavalsartikelen - Be Wintjerken

Lange tijd waren er in Aalst drie gekende ‘carnavalswinkels’. 
Naast ‘Liebaut’ en ‘Lydia’ kende iedereen ‘Wintjerken’, de bijnaam vann het ‘Huis De Winter’.
Over ‘Liebaut’ is HIER meer te lezen.

Hier ga ik verder met ‘Huis De Winter’, de oudste karnavalswinkel van Aalst.


Deze carnavalswinkel is niet altijd carnavalswinkel geweest. Neen, het begon eigenlijk allemaal in 1923 toen Pierre De Winter een pastijbakkerij startte ‘acher ’t Belfort’. 
Men vond er de fijnste mattetaarten, het beste doopsuiker in alle prijzen, en geschenkmandjes voor allerlei gelegenheden, zo ook bijvoorbeeld ter gelegenheid van OLV Hemelvaart (ste Marie).


 

Naast de vele lekkernijen ‘van eerste hoedanigheid’ zorgde hij ook steeds voor een heel mooi versierde etallage. 
En natuurlijk mocht daar ook reclame voor gemaakt worden …


In het artikel over Sint Maarten (HIER) is al te lezen dat ze vooral ter gelegenheid van de viering van deze heilige man steeds op de eerste rij stonden.  
Ze zorgden dan steeds voor een aangepaste etallage, en in 1928 waren zij het die de Sint in hoosteigen peroon naar de winkel haalden. Gedurende twee dagen konden de kindjes er dan de Sint ontmoeten, een praatje slaan en een fotootje laten nemen. 
Eind oktober werd hiervoor reeds een ‘telegram’-artikel geschreven in de krant :


Zo was het dat Huis De Winter als eerste de blijde intrede van de Sint in Aalst organiseerde.
Pierre was van alle markten thuis, en organiseerde graag vanalles. Hij zat dan ook in vele comités en besturen, en wat belangrijk is, Pierre was ‘’van ’t goe ras’, een echte carnavalist….
Zo ging hij ook steeds met zijn eigen 'éénmansgroep' mee in de stoet, waarvan hier een fotootje. 


Hij breidde in 1930 zijn pasteibakkerij dan ook al snel uit tot een bakkerij-winkel in feestartikele

In het begin specialiseerde hij zich vooral in het verzorgen van de versiering van binnenfeesten en het ontsteken van vuurwerk. Zo verzorgde hij ook vaak het vuurwerk tijdens verschillende kermissen in Aalst en omstreken. 

Zo ging het enkele jaren door. Prachtige etallages en een enorme inzet voor carnaval en Sint Maarten bleven het handelsmerk van 'Huis De Winter'. 
In 1938 bleek het allemaal goed te draaien, en ging hij zich volledig concentreren op de feestartikelen

Gezien Pierre ook de secretaris was van de Dekenij Kattestraat, was ook het secretariaat gevestigd ‘achter ’t Belfort’. 
Hij was trouwens één van de stichterss van de Dekenij, samen met Jozef Arijs en Alfred Kelders. 

Pierre was ook tijdens de oorlog heel aktief. Zo verspreidde hij verschillende propagandablaadjes en zag men vaak vaderlandslievende symbolen in zijn etallages, wat natuurlijk op heel wat ongenoegen stuitte van de leden van de ‘Zwarte Brigade’. 
Na een vernieling van zijn etallage bleef hij niet bij de pakken zitten en bleef onverdroten de propagandablaadjes uitdelen. Daarenboven zorgde hij zelfs voor een groepering van ondergrondse werkers in Aalst. 
Hier kwam de Gestapo achter en Pierre mocht een zevental weken gaan ‘brommen’ …

Na zijn vrijlating richtte hij het ‘comité pakket van den politieken gevangene’ op waarmee hij postpaketten klaarmaakte voor de gevangen stads- en landgenoten. 
Hij werd ook nog lid van de ‘Bond voor politieke gevangenen en gijzelaars van Aalst en omstreken’. 
In 1944 liet Pierre De Winter de organisatie van de intrede van Sint-Maarten over aan de vereniging ‘Erkentelijkheid’, een stichting die bij de bevrijding zorg droeg voor de graven van de gesneuvelde Aalstenaars en de geallieerde soldaten. 
 
In 1950 werd Pierrre gedecoreerd met het ‘Burgerlijk Kruis 1e klasse 1940-1945’. 

Tot zover het oorlogsverleden van ‘De Winter’. 
Terug naar het carnaval. 

De etallage aan het Belfort bleef steeds een pareltje om naar te kijken.


Pierre werd één van de drijvende krachten achter het moderne carnaval in Aalst. Zo stond hij steeds klaar om het feest te helpen vernieuwen met nieuwe initiatieven en ideetjes.
Soms werden die gevolgd, soms ook niet. 

Wat wel aansloeg was bijvoorbeeld zijn mening dat een prins carnaval zou moeten verkozen worden, en niet worden aangeduid. Dat gebeurde dan ook vanaf 1954. 
Ook de traditie van het neerleggen van bloemen voor de overleden carnavalisten komt uit zijn brein. 
En de popverbranding ? Ook al een ideetje van Pierre !
Het was Pierre zelf die de allereerste poppen maakte uit stro. Nadien werd het maken van de poppen uitbesteed aan anderen, maar de kledij zou nog jarenlang van bij 'Winter' komen.

Een voorlopig nog niet uitgevoerd idee was het oprichten van een heus carnavalsmuseum. In eerste instantie stelde Pierre voor dat dit zou komen in de H. Geestkapel in de Kattestraat, maar dat idee werd niet gevolgd ... zelfs het hele idee omtrent een museum werd in de prullenmand gegooid en Pierre bleef verbouwereerd achter. 
Hij voelde zich uitgesloten en hij stuurde in 1974 en 1975 zelfs zijn kat naar het carnavalsgebeuren. 
Hij had zijn zotskap definitief aan de haak gehangen, en overleed  op 30 juni 1975. 
Pierre werd 77 jaar.

De zaken waren natuurlijk ondertussen ook aan het verderlopen. 
Zoon August had de honneurs waargenomen en zette de zaak van zijn vader op een heel gedreven manier verder, samen met zijn vrouw Monique


De Winter stond enorm gekend om zijn ‘betaalbare’ verkleedkledij.
Terwijl ‘Lydia’ (Koolstraat) haar eigen kostuums volledig zelf maakte, waardoor er echt unieke exemplaren tussenzaten maar de kosten ook opliepen, ging Pierre zich meer en meer toeleggen op massaproductie die veel goedkoper gehouden kon worden. 

In 1984 breidde Huis De Winter uit. 
De winkel aan de Grote Markt was te klein geworden voor het steeds maar groeiende assortiment aan verkleedgerief en er werd een tweede winkel geopend in de Welvaartstraat. Deze zou meteen de eerste grootschalige feestwinkel-carnavalswinkel van België worden. 

Hier een foto van na de afbraak. Nieuwe appartementen sieren nu de plek waar ooit duizenden mensen gelukkig gemaakt werden met carnavalsartikels. 


Met een ruimte van maar liefst 250 m2 én een uitgebreid magazijn zorgden August en Marc (de inmiddels ook in de zaak gestapte zoon van August) voor een ware vernieuwing in de carnavalsbranche. 
Naast carnavalsartikelen kon men er ook terecht voor tafels, stoelen, dansvloeren, kermistenten, en ga zo maar door. 
De winkel werd geopend door Kamiel Sergant, Prins Carnaval Goebby, De Aalsterse Gilles en verschillende carnavalsgroepen en gedurende vele jaren zouden deze laatste ook vaak hun bestellingen bij ‘Wintjerken’ plaatsen.


Monique bleef vooral de winkel op de Grote Markt runnen, August stond aan de leiding in de Welvaartstraat en Marc hield zich meer bezig met de ‘paperassen’. 
De Wintjerkes breidden hun activiteiten uit met een groothandel en ze exporteerden hun artikelen ook naar landen als Noorwegen, Italië, Zwitserland, Ierland en Engeland. De winkel ging er ook prat op om nooit hetzelfde kostuum aan meer dan 1 groep uit dezelfde stad te leveren.

In 1986 werd ook een productieafdeling opgericht en in 1988 was het familiebedrijf al zodanig gegroeid dat er ook ge-exporteerd werd naar Canada, de USA, Griekenland, Israël, ....
Zelfs Hong Kong, Taiwan en Thailand kwamen toen voor op de verzendlijsten.
In dat jaar had Huis De Winter trouwens een eigen stand op de speelgoedbeurs in Nürnberg, en een weekje later werd er door, de ondertussen betreurde presentatrice, Gerty Christoffels een reportage gemaakt voor het toeristisch magazine ‘Boeketje Vlaanderen’.

Het bleef steeds de bedoeling om de kostuums en attributen zo goedkoop mogelijk te houden, zodat iedereen er kon van genieten. In ons eigen land gingen de goederen dan ook vooral naar de grootwarenhuizen. 

In 1989 werd een eigen cosmeticalijn gelanceerd en ... begon ondergetekende er te werken als magazijnier.
Het was een enorm drukke tijd want de bestellingen volgden elkaar in razend tempo op. 
Er werd gesleurd met kilometers stof en honderden kostuums, vezozjes, toeters en bellen. 

De productieruimte grensde meteen aan het magazijn zodat ook de dames van de ‘snit en naad’ er snel hun benodigde rollen stof ter beschikking kregen. 
Eén vingerknip en ondergetekende stond al klaar met ‘ne rol roeid’, ‘ne witte me blaa bollekes’ en ‘lintj ver de ceintuur’.
Weliswaar heeft me dat ook wel wat geld gekost, want telkens de deur tussen het magazijn en de snijruimte geopend bleef, moest er een bedragje in een pot gestoken worden. 

In het magazijn hingen permanent zo'n 20 à 25 000 kostuums!
Een tweehonderdtal modellen werd in het magazijn in de Welvaarstraat gesneden. Daarna werd met behulp van andere ateliers en naaisters alles in mekaar gestoken. 
Voor wat betreft de katoenen stoffen, die werden vanuit het verre oosten geïmporteerd, hier verbleekt en verwerkt met tekeningen. 
Als alle naadjes en draadjes goed zaten, kwam het geheel terug naar ons om ze te verpakken. 

Het werd dan ook even pendelen tussen de Welvaarstraat en de Groenstraat, waar De Winter ook een magazijn had waar het ‘fijne prutswerk’ en 'inpakwerk'' verzorgd werd door de mensen van de beschutte werkplaats. 
De (vaak Italiaanse) chauffeurs die in de Welvaarstraat stonden, werden vaak vriendelijk verzocht om te gaan lossen in de Groenstraat, … ondergetekende met zijn fietske erachter … om daar aangekomen dan onder mijn voeten te krijgen want in dat magazijn was niets voorzien om te lossen. 
Meer nog, er was een smalle weg naar de ingang die met een vrachtwagen onmogelijk kon doorgereden worden. 
Het werd dus … lossen op straat, met de hand … honderden dozen, en niet allemaal van de lichtste. 

Per dag werden er zo'n 1000 nieuwe kostuums vervaardigd. 
Hoewel de sfeer er heel familiaal was, moesten de bazen toch steeds aangesproken worden als ‘meneer August’, ‘Madame Monique’, ‘Meneer Marc’ en 'Madame Kristin'. 
Bij August stak het zo nauw niet, maar ‘Madame Monique’ stond wel op deze aanspreking. 

Ondanks het zware werk heb ik er toch een heel aangename tijd beleefd.
Later, na de dood van August, bleef de zaak in handen van vrouwtje Monique, zoon Marc en schoondochter Kristin. 


In 2001 werd de naam van de winkel gewijzigd naar ‘Party Shop De Winter’ en de productieafdeling kreeg de naam ‘Party World Europe’. 

Jaarlijks werden er maar liefst  600.000 carnavalskostuums geproduceerd en de productie werd overgeheveld werd naar Moldavië ... kostenbesparend weet U wel, net zoals vele andere bedrijven tegenwoordig het licht zien aan de andere kant van Europa. 
 
In 2003 was Party World de grootste fabrikant van carnavalskostuums in Europa.
Het magazijn was toen gevestigd aan de Lion d'Orweg 4.

Toen ook Marc De Winter overleed, werd de zaak verdergezet door zijn echtgenote Kristin Hermans en zijn moeder Monique. 
In 2006 hield Monique het ook voor bekeken waardoor Kristin er alleen voorstond.
Party World kreeg zijn maatschappelijke zetel in Erembodegem.

In 2010 verdween de gekende winkel ‘achter ’t Belfort’ op de Grote Markt en ook de vestiging in de Welvaartstraat werd verlaten. De gebouwen daar werden platgelegd en maakten plaats voor een nieuw appartementsblok. 
De winkel vestigde zich in de Kapiteintjesstraat 21.


De zaak kreeg het door de moordende concurrentie echter heel moeilijk en in 2015 viel het verdict dat zowel Party Shop als Party World failliet verklaard werden. 
Het faillissement werd definitief afgesloten in 2017, waardoor de naam ‘De Winter’ na zoveel jaren verdween uit de lijst met Aalsterse carnavalswinkels.

- Het gebouw in de Welvaartstraat maakte zoals reeds gezegd plaats voor nieuwbouwappartementen.

- De winkel op de Grote Markt is nu bezet door pralines Neuhaus.

De winkel aan de Kapiteintjes is ondertussen ook al niet meer wat het was. 

Oorspronkelijk was hier de brouwerij en jeneverstokerij van de familie Jean-Baptiste De Gheest - Van de Meersche gevestigd. 
Zij werden onder de naam De Lelie in 1816 opgericht. De brouwerij was gelegen in het Kalfstraatje en haar kantoren aan het nabijgelegen Keizerlijk Plein op het nummer 47.
Op deze foto zijn de gebouwen tussen Kalfstraat en het Keizerlijk Plein te zien, met op de verschillende verdiepingen de uitgebroken gevels om na het vertrek de ketels ongeschonden uit de gebouwen te kunnen halen.


Deze gevel bestaat tegenwoordig niet meer. Hij werd afgebroken omdat het achterliggende gebouwtje bouwvallig was en de zijmuur dreigde in te storten. De stad eiste echter de heropbouw van het geveltje. Er werd een replica gemaakt van de originele gevel, maar die ligt na het verdwijnen van 'De Winter' ook al tegen de vlakte. Momenteel is daar 'AVA' gevestigd, ... in een nieuwbouw ...


Bronnen

De Volksstem 9/8/1924 – 31/10/1928 - 4/11/1928 – 10/10/1929 – 4/5/1930
Amor Vincit 1/9/1923
HLN 2/3/1987 foto August De Winter
Gazette van Aelst 22/02/1969 foto Pierre De Winter
faillissementsdossier.be
De Voorpost 29/1/1988 - 27/1/1989 - 27/1/1989
Het Volk 27/2/2003
HLN 02/03/1987
Eigen info (ex-werknemer)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten