De Brouwerij Zeeberg, die tot 1975 actief was, werd in
1926 naar de brug genoemd , en dus niet omgekeerd zoals sommige bronnen willen
doen geloven!
De brug werd immers al vernoemd in 1258 (‘zeborghenbrugghe’)
terwijl de brouwerij pas in 1861 werd opgericht.
Eerst een kleine legende over het ontstaan van
de naam ‘Zeeberg’.
In het jaar 1576 kwamen de Geuzen uit de bossen
tussen Oudenaarde en Aalst, trokken in Erembodegem de Dender over en verjoegen
de Spanjaarden uit de stad.
Twee dagen later echter werden ze gedwongen om te
vluchten langs de Pontstraatpoort omdat de roversbenden vanuit Gent zich ondertussen
bij de Spanjaarden hadden gevoegd en de tegenstand daardoor natuurlijk te groot
werd.
Tijdens hun vlucht echter vernielden ze de brug achter
zich door ze op te blazen met ‘schietpoeder’.
De Spaanse aanvoerder liet zijn bouwmeester ‘Zeeberg’
ontbieden en deed hem een ‘vriendelijk’ voorstel : “Als de brug niet
hersteld is eer twee dagen verloopen zijn, legt ge er den kop bij’.
Zeeberg ging naar huis en zat na te denken, maar kon er
niet uitkomen. ‘Hoe zou ik dat moeten fiksen in amper twee dagen? Onbegonnen
werk! Enkel Satan zou mij kunnen helpen!’.
Toen hij deze woorden uitsprak, verscheen voor hem een zwarte heer met gloeiende ogen die hem
vroeg om een documentje te tekenen in ruil voor een volledig afgewerkte brug.
De duivel hield woord en de volgende ochtend was de brug
klaar
Het eerste slachtoffer werd een buur van Zeeberg (‘kon geen kwaad, daar had hij toch al ambras mee’), een maand later stierf wever Berk (‘kon geen kwaad, hij kende hem toch niet goed’).
Het volgende slachtoffer werd zijn eigen vrouw (‘kon
geen kwaad, blij er vanaf te zijn’), gevolgd door een bedelaar (‘kon
geen kwaad, zo lopen er genoeg rond’).
Het was pas toen hij ook zijn zoon verloor, dat de gevolgen van zijn daden stilletjesaan begonnen door te dringen.
Het was pas toen hij ook zijn zoon verloor, dat de gevolgen van zijn daden stilletjesaan begonnen door te dringen.
Toen ook zijn dochtertje in een doodstrijd verwikkeld
raakte, aarzelde hij niet en sprong hij van de brug in de Dender om met zijn eigen
leven dat van zijn dochter te kunnen redden.
De dochter werd gered, maar Zeeberg zelf zonk in de
diepte en zijn lijk werd nooit teruggevonden.
Sedertdien wordt de brug ‘Zeebergbrug’ genoemd en nog
steeds komt Satan maandelijks zijn loon opeisen.
Dat dit een legende is, een fabeltje, mag wel duidelijk
zijn, maar het geeft wel een belangrijke boodschap aan de architecten en
ingenieurs.
Als iets ‘met spoed’ wordt afgewerkt, zit de kans er dik in
dat er later slachtoffers zullen vallen.
Diegenen die reeds de dood vonden in de Dender door fouten van anderen waren en zijn ook steeds de kinderen van iemand ….
Diegenen die reeds de dood vonden in de Dender door fouten van anderen waren en zijn ook steeds de kinderen van iemand ….
De brug kreeg de bijnaam ‘Duivelsbrug’ … want, het
is er donker als in de hel, en één enkele misstap is voldoende om een mens in
de afgrond te doen neerstorten.
Dat was natuurlijk ook een duidelijke oproep aan de
stadsdiensten om aan bruggen, kaaien, hoeken, … altijd voldoende licht te
voorzien.
De Zeebergbrug werd eind 19e eeuw als één van
de gevaarlijkste plaatsen van Aalst beschouwd, en dat is nu trouwens nog steeds
niet anders, al ligt het tegenwoordig meer aan het moordende verkeer dan aan een
gebrekkige verlichting.
De echte oorsprong van de brug is natuurlijk veel
logischer maar minder spectaculair. De naam komt ‘gewoon’ van de Zeebergsche
meersen.
Op een verhoging in de nabijheid van de Dender lag de
burcht van Aalst (in het oud-nederlands: water > meer > zee en borg >
burcht > berg) … de burcht op de berg dus …
Het was ook zo dat een vlot, en later een pont, de
overzet deed tussen beide oevers van de Dender. De etymologie van de
Pontstraat is dus ook al niet ver te zoeken.
Vroeger heette deze straat ‘Brusselsestraat’ maar dat
veranderde in 1307 gezien er dan een pont werd ingevoerd over de Dender voor de
aanleg van de Zeebergbrug.
Over de Pontstraat is HIER meer te lezen.
De meersen zelf lagen aan de Bergenkouter. Vroeger werd
deze heel vaak overstroomd, en werden de weilanden als het ware in een zee (= waterlandschap) herschapen. Vandaar dan ook de benaming Zeebergse meersen.
Tot voor de spoorweg werd aangelegd was de Dender
samen met het baantracé de belangrijkste verbindingsweg door Aalst.
Bij zijn doorkomst door de stad kende de stroom van de
rivier echter heel wat kronkels en bochten, die de zwaardere boten hinderden en
bovendien ook voor verkeersproblemen zorgde.
Om de industrie tegemoet te kunnen komen, werden vanaf
1850 plannen gemaakt om de Dender recht te trekken tussen de Sint-Annabrug en
de Zeebergbrug.
Een eerste ‘échte’ brug kwam er in
1855 maar deze zou doorheen de geschiedenis wel nog verschillende keren
aan vervanging toe zijn, meestal onder invloed van meer en sneller verkeer
waardoor de brug verzwaard moest worden.
Voor deze brug aangelegd werd, werden wagens, mensen
en dieren nog met een veerpont over de Dender geloodsd (foto)
De plannen voor rechttrekking van de Dender werden
uiteindelijk uitgevoerd tussen 1863 en 1867 waardoor de rivier een diepgang van
1,90 m kreeg en toegankelijk werd voor boten tot 335 ton.
Deze rechttrekking creëerde ook een kunstmatig eiland
tussen de oude en de nieuwe Dender dat de naam Chipka meekreeg. Aanvankelijk
was dit een braakliggend stuk grond, maar later zouden tal van grote
industriebedrijven er zich vestigen.
In 1975 stopte de brouwerij Zeeberg haar activiteiten en de
gebouwen werden gesloopt.
De vrijgekomen terreinen werden ingenomen door de
glucosefabriek Amylum (waarover HIER meer te lezen is) en de leegstaande
art-decoloods verdween voor de verbreding van de Zeebergbrug over de Dender.
In 1880 is er te lezen dat men nog altijd vragen
heeft over de aanleg van een nieuw goederenstation.
“Er is in de stad nog altijd een groote kwestie :
waar dat de nieuwe statie gaat komen, aan de kattestraatpoort of aan den nieuwen
Dam om uit te komen aan de Zeebergbrug”.
In deze periode vonden trouwens ook enkele kleinere
werken plaats aan en rond de Dender.
In November 1885 opperde men volgende ‘De
twee groote wegen van verkeer zullen ongetwijfeld wezen: de eerste langs den
Dam, voor de bewoners van ‘t eene deel der stad, de tweede langs de Zeebergbrug
en de Brabantstraat, voor het andere deel.
Het gouvernement zal de St Annabrug noodzakelijk
moeten verbreden opdat twee voertuigen te gelijk er in overgestelden zin zouden
kunnen over rijden.
De Zeebergbrug zal ook moeten herlegd en verbreed
worden.
Ons stedelijk bestuur zal dus zijne besluiten
rijpelijk te overwegen hebben’.
Enkele maanden later, we schrijven januari 1886
zei burgemeester Van Wambeke dat hij bij ingenieur De Paepe werd geroepen. De ingenieur
had plannen gemaakt voor de nieuwe Zeebergbrug.
Hij had uitgerekend dat de nieuwe brug hoger zou komen
dan wat men in het begin vooropgesteld had, en of dat een probleem was ?
‘Mij is het eender’, zei de burgervader, ‘ik
kom daar niet in tussen, want mislukt het plan aan de Zeebergbrug, ‘t zal weer
op mij uitvallen’
Sterk staaltje parapluutje houden dus …
Ook de discussie over ‘de nieuwe statie’ was
trouwens nog steeds niet voorbij.
‘Niemand is opgestaan om het plan van ‘t oud kerkhof
te verdedigen.
Mr de Minister Van de Peereboom komt, hij wilt zelfs naar
‘t oud Kerkhof niet gaan, hij trekt met zijn ingenieurs naar den Dam, en daar
die plek grond ziende, als geschilderd voor een statie, hij zegt : ‘daar, daar
moet de statie komen, volgens mijn ingenieurs en volgens mijn persoonlijk gedacht.
Mijne heren ‘t is definitief vastgesteld! Daar!
En doet Aalst oppositie, dan komt er geen nieuwe koopwarenstatie’’.
Sterke taal dus, maar het goederenstation werd dus wel
op die plaats gebouwd want … ‘de minister heeft gezegd : de statie der
koopwaren komt aan de Zeebergbrug en Dam!’
De Oude Vismarkt kreeg in 1891 een nieuwe
ophaalbrug en in 1896 werd op het parcours van de Oude Dender de Burchtstraat
aangelegd.
De bovengenoemde werken zorgden ervoor dat het
Stadsbestuur heel ‘grosj en fier’ was. In die mate zelfs dat vanuit de
Gemeenteraad een artikel in de pers verscheen waarin vol lof over de gedane
openbare werken werd verteld en aandacht werd gevraagd voor de pracht ervan.
“Ziet eens wat al straten werden geopend.
Ziet de overdekte markt, de zwemkom, de nieuwe statie
voor koopwaren, de nieuw te stichten kaaien ter langte van 600 meters, aan de
Werf, aan de Zaat, de twee nieuwe te bouwen bruggen, de nieuwe laan die de
Zeebergbrug met de gene van Ste-Anna verbindt, en welke de stad zoo verfraaien”
De nieuwe bruggen waarnaar wordt verwezen zijn
enerzijds de Zwarte Hoekbrug en anderzijds de St-Annapasserelle, een
voetgangersbrug die er in 1885 kwam. De spoorwegbrug stond er reeds 30 jaar, de
eerste Zeebergbrug eveneens.
Hier een beeldje van de Zeebergbrug anno 1900.
Het toponiem "Zeeberg" inspireerde de aan de
brug gelegen brouwerij van Van der Schueren (sedert 1861 brouwerij De Vos) om
in 1926 de naam om te vormen naar Brouwerij Zeeberg. Hun gekende bieren waren:
stout, export, Bock Aviator, Alosta en niet te vergeten... Zeeberg zelf
uiteraard.
Het is nu natuurlijk niet meer te geloven maar in 1922
werd er een groot zwemfeest gehouden op deze plaats. ‘Groot zwemfeest
in den Dender tusschen het sas en de Zeebergbrug, ingericht door de Gentsche
Zwem Vereeniging. Langs den kant der zwemkom zullen banken geplaatst worden,
waarvan men zich zal mogen bedienen mits 1 fr per zitplaats ten voordele van ‘het
Nationaal Werk der Oorlogsinvalieden en der weezen van Oud strijders der stad’’.
In 1928 werd opnieuw geroepen om een nieuwe brug ‘te
meer, omdat de Zeebergbrug welke in haar tegenwoordige afmetingen heel veel
gevaar voor het verkeer oplevert’
Hier de brug in 1930. Op de voorgrond vissers en daarboven een nutsleiding die over de Dender loopt, helemaal achteraan de toenmalige Zeebergbrug.
Twee jaar later, in 1930,was het dan zover.
De minister van Openbare werken, dhr M. Van Caenegem,
bracht een bezoek aan Aalst om zich in te laten lichten over verschillende
werken die nodig zouden zijn, en daar kwam ook de vervanging van de Zeebergbrug
natuurlijk op tafel.
Deze zou onmiddellijk moeten vervangen worden door een brede ophaalbrug. De verdieping van de Dender zou moeten gebeuren om ook scheepvaart met boten van 600 ton toe te kunnen laten.
Nog verder op het programma stond een verplaatsing van
het Sas in de richting van Erembodegem.
En de oude Denderarm ten slotte zou mogen verdwijnen en
vervangen worden door een stelsel van onderaardse goten die het water zouden door
laten stromen naar de nijverheid.
Op 29 mei 1931 werd reeds een aanbesteding
gedaan. Gedurende de uitvoering van de werken zou het verkeer omgeleid worden
over de Sint Annabrug en de Molenstraat.
Zoals bij elke werf zijn er natuurlijk ook mensen die
nadelen ondervinden. Zo was er in 1933 een oproep aan de nijveraars en
handelaars van de omgeving van de Zeebergrug om zich te verzetten en
schadevergoeding te eisen voor de geleden verliezen. Kort daarop echter werd de
brug geopend.
Bij het leggen van de nieuwe brug werden trouwens enkele
koperen muntstukjes teruggevonden. Deze datteerden uit 1583 (een stuk
van Philip II geslagen voor Doornik) en eentje was uit 1712 (van Karel III van
spanje, geslagen voor de Nederlanden). Deze vondsten werden overhandigd aan
muntverzamelaar Petrus Clotman.
Een nieuwe, ingrijpende vernieuwing van de brug
zou er in 1935 komen in de vorm van een nieuwe draaibrug.
Deze werd echter op 10 mei 1940 door geallieerde troepen
de lucht ingeblazen om de Duitse troepen te kunnen stoppen. Ook de buurt werd gruwelijk getroffen, zo ook bijvoorbeeld de herberg van de familie Van Kerckhove waar 6 doden te betreuren vielen. Op de foto hieronder is de herberg in de achtergrond te zien.
Uit een getuigenis van Albert Van den Abiel, die aan de Zeebergbrug woonde toen de bom viel ...
"Plotseling zagen we de hemel.
De bom had ons dak er af geblazen, ons moeder was in alle staten. Mijn broer was ernstig ziek en de zussen waren in paniek. Ik besloot dat er iets moest gedaan worden.
Ik sprong op mijn fiets met mijn werkbak achterop gebonden, zoekend naar auto's die in panne stonden of waar ik nog iets nuttigs kon afhalen. We hadden dringend eten en geld nodig voor ons gezin. Mijn vader was juist overleden ... gestorven, al biddend in de kerk. Hij was zowaar gek van zijn geloof geworden. Ik zwoer bij mezelf dat dit mij nooit zou overkomen. Toen ik over de brug geklauterd was, zag ik de brandende autowrakken. In sommige zaten nog mensen in, lijken die in brand stonden.
Toen pas wist ik wat oorlog was".
Hierbij nog een zicht op de omgeving van de Zeebergbrug en de vernielingen na deze gevechten.
De brug werd volledig vernield maar de brouwerij Zeeberg
bleef wel gespaard.
Ook niet lang echter … want in juli 1941 woedde een heel zware brand in het bedrijf. De brand ontstond door een drafdroger en verspreidde zich met enorme snelheid doorheen het hele bedrijf.
Tot in de kelder toe was er enorm veel schade, niet in het minst ook versterkt door de aanwezigheid van stro, gedroogde gist, gedroogde mout enz.
De schade werd geschat op 2 miljoen Belgische Frank, in
die tijd natuurlijk een enorm hoog bedrag. Er vielen gelukkig geen slachtoffers,
enkel een brandweerman werd licht gewond door neervallend glas.
Zeeberg renoveerde en kon de activiteiten verder zetten.
Ook werd een noodbrug aangelegd.
De brouwerij 'Zeeberg' is trouwens ook bekend als de plek waar ‘onze’
Louis Paul Boon als schilder in de 'vrieskelders' werkte van 1930 tot 1940. Het
bedrijf diende trouwens ook als inspiratiebron voor de roman Menuet (1955). In het eerste deel beschrijft de auteur het kille
leven van de arbeiders in de bewuste diepvrieskelders. Het is er altijd kil en koud, en
dat is net zoals hij de wereld ziet.
Brouwerij Zeeberg werd opgericht in 1861 door
bierhandelaar August Van der Schueren.
In 1936 fuseerde men met Brouwerij Burny Frères.
Vooral de luxepils Bergenbier was vermaard maar het
bedrijf beschikte over een heel gamma bieren.
De merknaam en etiketillustratie worden door AB Inbev trouwens
nog steeds gebruikt in Roemenië.
De brouwerij stopte haar activiteiten in 1975.
De gebouwen werden bijna volledig gesloopt en de
terreinen ingenomen door de glucosefabriek Amylum (thans Tereos).
De
leegstaande art deco loods (zie foto) verdween voor de verbreding van de
Zeebergbrug over de Dender.
Aan de Denderzijde van het Tereos-terrein is nog
steeds het woord "Zeeberg" te vinden op een gevel, één van de laatste
souvenirs die ons nog resten.
De noodbrug die er na de oorlog werd gebouwd, werd
vervangen door een nieuwe maar kampte voortdurend met problemen. Continue
aanpassingen ten voordele van het steeds sneller wordende verkeer waren
hoogdringend.
De Zeebergbrug zou eigenlijk gemakkelijk als het zorgenkind
van alle Denderbruggen kunnen bestempeld worden, daar de brug - ondanks haar
belangrijke transitfunctie als hoofdweg voor het binnenrijden van de stad voor
verkeer vanuit Brussel - nooit werd opgenomen in een groter mobiliteitsplan en logisch
gezien eigenlijk nooit juist werd ontworpen (gezien natuurlijk met de kennis
die we nu hebben).
Een inspectie van het stadscentrum en de grote
invalswegen uit 1955 leverde volgens ‘Le Spectateur’ in een artikel uit ‘Routes
et circulation’ een vrij streng oordeel op.
Over de omgeving van het stadhuis werd gezegd dat de
oude straatstenen “uitnodigen om elders naartoe te vluchten”. Bovendien werd
aangeklaagd dat door de overvloed van overal geparkeerde auto’s in het centrum
ter hoogte van de Grote Markt de etalages van winkels en ramen van de cafés
volledig onzichtbaar werden.
Over de Brusselse steenweg deed Le Spectateur de
volgende straffe uitspraak: “Il n’y a, nulle part ailleurs en Belgique, une
entrée de ville comparable à celle-ci”
Hiermee bedoelden zij natuurlijk de onwaarschijnlijk
onhandige toegangsweg tot de stad, een feit dat eigenlijk door niemand kan
worden tegengesproken.
De Brusselse steenweg kruist de spoorweg door middel
van de brug die er sinds begin 20e eeuw stond. Het naderende verkeer haalt vaak
snelheden van 60 km per uur, waardoor zich een gigantische opstopping vormt
wanneer dit verkeer Aalst wil binnenrijden en op de vernauwing ter hoogte van
de Zeebergbrug botst.
Via twee identieke bruggen over de Dender, met elk
eenrichtingsverkeer, kon de stad betreden worden, maar dat was uiteraard niet
voldoende om de enorme toevloed aan auto’s te kunnen verwerken.
De linkse brug was de oudste, en men mocht er slechts
20 km per uur rijden.
De rechterbrug was iets nieuwer maar omdat er steeds rondom
gewerkt werd was de maximumsnelheid er maar 10 km per uur.
Het mag dan natuurlijk ook niet te verwonderen zijn
dat er zich continu lange files vormden op dit punt. Zowel het verkeer dat in
de binnenstad moest zijn, als het doorgaand verkeer dat de Ringweg wilde
bereiken moest immers gebruik maken van deze bruggen.
Pas wanneer de autosnelweg er zou komen zou dit
beruchte knooppunt eindelijk gemeden kunnen worden.
Eens de Zeebergbrug gepasseerd, bevindt de wagen zich eindelijk
op de weg richting Gent. Hier stijgt de snelheid terug en rijdt men langs de
nieuwe woonwijk aan de Parklaan. Deze laan was volgens het oorspronkelijke plan
voor de Ringweg beplant met bomen aan de linkerkant, en dus ook een stuk
aangenamer dan de Brusselse steenweg.
Van de Parklaan komt men uiteindelijk terecht op het
grote kruispunt ten zuiden van de stad. Dit kruispunt was vroeger bedekt met
grote straatstenen, hetgeen niet echt optimaal was. Tegenwoordig vinden we daar
het rond punt ‘Haring’
De N55 richting Ninove die van daaruit vertrok, was
wel gebetonneerd en bezat ook een fietspad. Van de N45 was er natuurlijk nog
geen sprake.
Verder richting Gent bezat de Leo de Bethunelaan twee
rijlanen, elk eenrichtingsverkeer, die werden gescheiden door een centrale
middenberm die met bomen beplant was. Deze had ook een fietspad.
In zijn verlengde ligt de Capucienenlaan die
uiteindelijk op de Gentse steenweg uitkomt.
Deze steenweg, op dat moment met straatstenen bedekt,
had en heeft wél een perfecte breedte om opstoppingen te vermijden op drukke
dagen.
De bewoners van deze buurt konden echter niet anders
dan bijzonder gelukkig zijn dat ze binnen enige tijd het lawaai en het gevaar
van lokaal, nationaal en internationaal verkeer niet meer zouden moeten
verdragen.
Het kruispunt werd onlangs (2019) trouwens nog verrijkt
met een volledig nieuw rond punt, en mede door het ondergronds gaan van de
Siesegemlaan is de verkeersdruk toch iet of wat afgenomen.
Zelfs nu de autosnelweg er is, is de omgeving rond de Zeebergbrug
nog altijd niet echt ideaal te noemen.
Er is reeds heel vaak aangeklaagd dat zwaar verkeer de
stad langs daar inrijdt, wat nefast is voor de verkeersveiligheid.
Het stadscentrum ligt immers maar op een boogscheut daar
vandaan, en de buurt is ook een belangrijke toegangsweg tot verschillende
scholen.
Heel vervelende situatie dus voor het stadsbestuur, dat
in 2019 zwaar onder vuur kwam te liggen door de dood van een jongen op de
parking van de firma Tereos. Het stadsbestuur besliste uiteindelijk om zwaar
verkeer uit de stad te bannen tijdens de schoolpiek, maar of dat voldoende is,
zal nog moeten blijken.
Ook in 1969 kwam er een klacht van de omwonenden,
zij het dan op milieugebied.
De oorzaak was enorm veel stof die de mensen opzadelde
met serieuze ademhalingsproblemen.
Aan de oorsprong hiervan lag een asfaltbedrijf dat
zich daar enkele jaren geleden was komen vestigen.
Het terrein waar de fabriek kwam, was in 1940 platgelegd
door de luchtaanval.
Er kwam toen een bouwverbod omdat het de bedoeling was om
de Dender recht te trekken, maar gezien dat nog niet was gebeurd, werd er toch een
exploitatievergunning voor het bedrijf uitgeschreven …voor maar liefst 30 jaar.
Aanvankelijk was het de bedoeling geweest dat er enkel een
opslagplaats zou komen, maar al snel kwamen er ook machines die asfalt
verwerkten.
In 1970 werden verdere stappen ondernomen door de
buurtbewoners en werd er ook betoogd tegen de luchtbezoedeling in de buurt.
De jongsocialisten verzetten zich tegen de N.V.
Betonwegenbouw, en zij eisten een onmiddellijke oplossing van wat zij noemden
: de ‘pest-neerslag’
In 1971 werd, na onderzoek, beslist dat de NV Betonwegenbouw
geen aanleiding gaf tot luchtbezoedeling. Het bleek evenwel noodzakelijk om de
grintheuvels regelmatig te sproeien, zeker tijdens droge weersomstandigheden.
Twee jaar later werd alles opgeruimd, maar de klachten
bleven bestaan en de akties tegen het bedrijf werden verdergezet.
Pas in 1975 bleek dit enkele resultaten af te werpen.
De exploitatievergunning van het bedrijf werd ingetrokken.
Het bedrijf ging echter onmiddellijk in beroep en kon in afwachting van verder onderzoek dus rustig verder werken. Pas nadat er filters op de schouwen geplaatst werden, kon men terug wat ademen maar het was zeker nog niet opgelost.
Het bedrijf ging echter onmiddellijk in beroep en kon in afwachting van verder onderzoek dus rustig verder werken. Pas nadat er filters op de schouwen geplaatst werden, kon men terug wat ademen maar het was zeker nog niet opgelost.
In 1979 was de procedure nog steeds aan de gang.
Bovenop het vervuilingsprobleem kwam toen ook nog de verkeerssituatie. Op de spitsuren was het echt niet te doen in de buurt, en buiten de verkeersproblemen zorgden de stilstaande auto’s natuurlijk ook nog voor wat extra gassen.
Bovenop het vervuilingsprobleem kwam toen ook nog de verkeerssituatie. Op de spitsuren was het echt niet te doen in de buurt, en buiten de verkeersproblemen zorgden de stilstaande auto’s natuurlijk ook nog voor wat extra gassen.
De historie van het asfalteringsbedrijf bleef maar duren.
Het college van Burgemeester en schepenen spande een procedure in kortgeding
aan die het bedrijf bij hoogdringendheid moest stilleggen. De toevoerleiding
werd in opdracht van burgemeester De Maght verzegeld.
Uit het juridisch getouwtrek was men echter nog niet uit.
Ook de burgemeester werd gedagvaard om in kortgeding te verschijnen voor de rechtbank van Denderonde. Het bedrijf eiste een dwangsom van 100 000 frank per dag vanaf het moment van stilleggen en verzegelen.
Ook de burgemeester werd gedagvaard om in kortgeding te verschijnen voor de rechtbank van Denderonde. Het bedrijf eiste een dwangsom van 100 000 frank per dag vanaf het moment van stilleggen en verzegelen.
Het ondertussen van naam veranderde bedrijf, Asfaltplant
werd in 1992 dan toch definitief gesloten omdat het teveel geur- en stofhinder
veroorzaakte en omdat het totaal verouderd was ... meer dan 20 jaar na de
eerste klachten dus.
In 1995 sommeerde het stadsbestuur de NV
Betonwegenbouw tot de volledige afbraak van de asfaltplant.
Terug naar het verkeer dan …
In 1980 was het hek helemaal van de dam toen de
Sint Annabrug én de Zwarte hoekbrug tegelijkertijd buiten dienst waren en al
het verkeer dus langs de Zeebergbrug moest.
Verkeerschaos van jewelste dus, en het regende
natuurlijk klachten hierover.
Alles werd bekeken, herrekend en hertekend en drie jaar later
werd er flink wat gesleuteld in de stad.
De Boudewijnlaan kreeg een middenberm, de Parklaan werd
in de richting Zeebergbrug tot één vak herleid, aan diezelfde brug kwamen ter
hoogte van de A.Nichelsstraat verkeerslichten te staan en de verbinding
Keizerlijk Plein-Hopmarkt werd aangepakt ... dat alles in de hoop van de
verkeersstroom toch wat binnen de perken te kunnen houden.
Veel deed het allemaal niet uit. De steeds groter
wordende verkeersstroom bleef voor steeds maar zwaardere problemen zorgen bij
het binnen- en buitenrijden van onze stad.
In 1988 rezen stemmen op om een nieuwe brug aan te
leggen.
De twee parallelle metalen ophaalbruggen met een houten
vloer die werden gebouwd in 1948 waren, ondermeer door het drukke verkeer op de
gewestweg N9 tussen Brussel en Gent, in enorm slechte staat en waren ook
helemaal niet meer aangepast aan de geldende verkeersnormen qua doorstroming en
veiligheid van zwakke weggebruikers.
De brug zou moeten vervangen worden door een dubbele brug
met elk twee rijvakken.
Er werd echter niet gewacht op een beslissing, en de brug
werd in datzelfde jaar toch nog hersteld .
In die mate zelfs dat het door de hinder onmogelijk was om de Sint met de boot uit Spanje te laten aankomen aan de Zeebergbrug.
In die mate zelfs dat het door de hinder onmogelijk was om de Sint met de boot uit Spanje te laten aankomen aan de Zeebergbrug.
Uiteindelijk werd in 2003 begonnen met de bouw van
een basculebrug met verzonken kelder op de rechteroever. De vervanging
van de brug kostte 4,35 miljoen euro en werd uitgevoerd door de firma Jan De
Nul uit Aalst.
Bij de bouw van de nieuwe Zeebergbrug in 2003 werden de
laatste magazijnen van brouwerij Zeeberg gesloopt, niettegenstaande deze eerder
in een stedelijke inventaris van waardevolle gebouwen waren opgenomen.
Jan Louies van de werkgroep ‘Stadsherwaardering’ stak
zijn verontwaardiging niet onder stoelen of banken.
Het ging trouwens niet enkel over de Zeeberg alleen, ook
de voormalige garage ‘Minerva’ was een heel waardevol deel van het industriële
erfgoed van onze stad.
Voor beide gebouwen – Minerva en Zeeberg – kunnen we echt
wel spreken over architecturaal waardevolle voorbeelden van de bouwstijl in de jaren
’20-’30. Deze typische vooroorlogse
architectuur werd bij deze dus naar de vergeethoek gedrongen.
Sedert 21 september 2004 lag de brug op zijn
plaats, maar dat was niet zonder slag of stoot gebeurd, en het betekende ook
nog niet het einde van deze lijdensweg.
De stukken werden eerst op de oever aan elkaar gelast,
waarna de brug dan in twee delen over het water gemonteerd werd met behulp van
twee gigantische kranen.
Het vervoer van de stukken op zich ging dan weer niet
zo vlot.
Om de brug van Lochristi naar Aalst te vervoeren
moesten twee vrachtwagens van elk enkele tientallen meters lang een waar
hindernissenparcours afleggen. Zo moest bijvoorbeeld een paaltje op de rotonde
in het centrum van Lebbeke worden afgezaagd om het indrukwekkende transport te
laten passeren en ook aan kruispunt De Wijndruif in Asse en de rotondes in Zele
bleek het millimeterwerk.
Eén van de vrachtwagens kreeg bovendien ook nog met
pech af te rekenen en stond meer dan een uur langs de kant. Na een rit van ruim
vier en een half uur arriveerde de brug rond halfdrie in de nacht dan eindelijk
op de werf in Aalst, waar het monteren kon beginnen.
Aalst had vanaf dat ogenblik dan wel zijn nieuwe Zeebergbrug maar verkeer kon er voorlopig nog niet over. De elektromechanica die ervoor moest zorgen dat de brug open en toen kon, was immers nog niet klaar en om het bootverkeer niet te hinderen zou de brug dus de komende maanden open blijven staan.
Aalst had vanaf dat ogenblik dan wel zijn nieuwe Zeebergbrug maar verkeer kon er voorlopig nog niet over. De elektromechanica die ervoor moest zorgen dat de brug open en toen kon, was immers nog niet klaar en om het bootverkeer niet te hinderen zou de brug dus de komende maanden open blijven staan.
De arbeiders hebben het 35 meter lange gevaarte dan
ook in opstaande toestand gemonteerd en het zou nog tot april kunnen duren voordat
het verkeer de nieuwe brug in gebruik kon nemen. De 20.000 auto's die de
Zeebergbrug dagelijks te slikken kreeg, moesten dus nog eventjes de intussen
bekende omleidingen volgen.
Doordat de nieuwe brug 1,25 m hoger werd gebouwd en door
de toekomstige niveaudaling van 1,80 m van de Dender (na de bouw van de nieuwe
stuwsluis even verderop), zal de doorvaarhoogte onder de brug zodanig toenemen
dat de brug minder frequent moet worden geopend voor het scheepvaartverkeer.
Een basculebrug is eigenlijk een beweegbare brug die, om
te openen of te sluiten, kan scharnieren om een horizontale as en waarvan de
brugklap wordt gebalanceerd door een ballastkist die zich achter het draaipunt
in de kelder bevindt en is aangebracht tussen of onder de hoofdliggers.
Het grote verschil met de oude bruggen is ook zijn dat
het tegengewicht, dat de brug doet kantelen, niet meer boven, maar onder het
brugdek ligt.
De nieuwe basculebrug bestaat uit 3 rijstroken voor het
wegverkeer met aan iedere zijde een fiets- en voetpad.
De metalen balustrade is uitgevoerd als "golvend
water" en ernaast staat ook nog een in het oog springend kunstwerk.
Het was minister van openbare werken Kris Peeters die op 25
april 2005 naar Aalst afgezakt kwam om de brug samen met burgemeester Anny
De Maght officieel te openen.
Met een druk op een knop ging de brug naar beneden en enkele ogenblikken later konden de eerste auto’s naar de overkant rijden.
Met een druk op een knop ging de brug naar beneden en enkele ogenblikken later konden de eerste auto’s naar de overkant rijden.
De ‘oude’ brug kreeg wel nog een tweede leven.
De brugval van de oude zuidelijke ophaalbrug werd
gebruikt bij de herstelling van de Denderbrug in Zandbergen, een deelgemeente
van Geraardsbergen.
En de brugval van de noordelijke ophaalbrug kreeg als
monument een tweede leven bij de toegang tot het Somerghembos van Aalst.
Hier een beeldje van de brug, gezien van op een boot op de Dender (2009).
en een beeld van de brug in 2015
Op dinsdag 4 augustus 2015 begon men met
herstellingswerken aan de Zeebergbrug in Aalst. Tijdens de werken, die
ongeveer twee weken duurden, werd het wegdek van de brug vernieuwd. De
werken werden gefaseerd uitgevoerd zodat het wegverkeer en zwakke weggebruikers
steeds konden passeren.
De bovenste laag van het wegdek van de brug, dat is de
beweegbare brug over de Dender ten zuiden van het stadscentrum van Aalst, was
in erg slechte staat en was dus heel dringend aan vernieuwing toe.
Nog sinds 2015 bouwt De Vlaamse Waterwegbeheerder ‘Waterwegen en Zeekanaal nv’ ook een nieuwe stuwsluis op de Dender ter hoogte van Aalst.
In 2019 werden de staalwerken voor de sluis opgestart: de
klepbalgstuwen en de sluisdeuren werden vervaardigd in een atelier, om ze
daarna naar Aalst te vervoeren.
De oeverwerken op de rechteroever van de Dender zijn ondertussen al vergevorderd en in 2019 werden ook al de oeverwerken op de linkeroever opgestart.
De oeverwerken op de rechteroever van de Dender zijn ondertussen al vergevorderd en in 2019 werden ook al de oeverwerken op de linkeroever opgestart.
Het dienstgebouw werd in 2020 afgewerkt.
Ook werden de baggerwerken, de nieuwe vispassage en de
komst van de fietsers- en voetgangersbrug verder voorbereid.
Woensdag 29 januari 2020 gingen de sluiswerken
een nieuwe fase in: tussen de nieuwe en de oude stuwsluis werd gestart met de
bouw van nieuwe, verstevigde oevers, vooral op de linkeroever van de Dender.
Deze nieuwe fase zal in de eerste helft van 2021
afgewerkt zijn. Tijdens de werken worden stalen buizen in de grond geplaatst .
Deze buizen hebben een diameter van ongeveer 2 meter, zijn tot 21 meter lang en
wegen tot 17 ton. In een eerste fase worden de buizen in de grond getrild.
Door de aanzienlijke lengte moet het laatste deel
echter in de grond geslagen worden met een hydraulische hamer.
Dit zorgde sedert eind 2019 voor wat geluidshinder en
trillingen die tot ver buiten de werf hoor- en voelbaar waren. De trillingen en
de werken waren op zich ongevaarlijk, maar zorgden wel voor wat extra geluid.
Tijdens de werkzaamheden tussen de Zeebergbrug en de oude
stuwsluis wordt de Zeebergbrug vaker gebruikt voor de aanvoer van materieel
over het water. Dit zorgt uiteraard ook voor wat extra vertragingen ter hoogte
van de verschillende kruispunten rond de Zeebergbrug (De Gheeststraat (N49),
Leo Gheeraerdstlaan, Vilanderstraat en Alfred Nichelsstraat). De brug wordt
niet bediend tijdens de ochtend-, middag- en avondspits om deze niet helemaal
in de soep te laten lopen.
Gezien de meeste werken vanop het water uitgevoerd
worden, werden er geen straten afgezet en blijft de hinder relatief minimaal.
Reeds enkele jaren heeft de brug trouwens ook problemen
door de hitte. Ze kreunt letterlijk onder de hoge temperaturen van de elkaar
opvolgende hittegolven. Het metaal zet regelmatig uit waardoor er problemen
ontstaan bij het openen van de brug.
Zo ook bijvoorbeeld tijdens de hete zomer van 2019
waarbij de hulp van de brandweer ingeroepen werd om de brug te komen afkoelen.
Begin oktober 2023 kreeg de brug heel wat commentaren te verduren omdat ze omwille van noodzakelijke werken een week buiten dienst werd gesteld.
Dit was nodig om de oude fundamenten en enkele brokstukken te verwijderen.
Hoewel de werken aangekondigd waren, liep het verkeer danig in de knoei
Een opmerkelijk gebouw aan de oevers van de Dender is dat van 'Redt U Zelven', duidelijk zichtbaar als je de brug overkomt.
Sinds jaar en dag is Redt U Zelven, het
stapelhuis aan de Zeebergbrug over de Dender, immers een herkenningspunt voor wie
vanuit Erembodegem de stad binnenrijdt.
Redt U Zelven was een coöperatieve vereniging van
landbouwers.
Een landbouwersvereniging werd in 1918 opgericht in
Aalst als reactie op de slechte situatie in de landbouwsector tijdens de Eerste
Wereldoorlog.
De vereniging had als doel de belangen van de
landbouwers en arbeiders in de sector te verdedigen.
De stichter Ortaire Caudron (1888-1983),
afkomstig uit Moorsel en opgegroeid in een daensistisch milieu, had gedurende
een halve eeuw de dagelijks leiding hoewel hij zelf nooit voorzitter was van de
vereniging.
Het was een politiek neutrale, christelijke en Vlaamse
beweging die de krachten bundelde voor de aan- en verkoop van landbouwproducten
waarvan de centrale gevestigd was in Aalst. Bovendien hadden ze ook een eigen juridische
dienst, een brandverzekering, een gemengde jeugdwerking en een spaarkas.
De vereniging rekruteerde voornamelijk boeren met
daensistische en Vlaams-Nationalistische achtergrond, hoewel men zich duidelijk
profileerde als een apolitieke groep die de belangen van de arbeiders op de
eerste plaats stelde. Het streefde als neutrale vereniging naar een Vlaams en
Christelijke levenswijze.
Eén jaar na stichting in 1919 werd de vereniging
uitgebreid met een coöperatieve voor de aan- en verkoop van
landbouwproducten (granen, veevoeders, mest- en sproeistoffen, zaai- en
plantgoed). De landbouwersvereniging bezat hiervoor eigen magazijnen en
winkelpanden, zowel in de stad Aalst als in de buitengemeenten.
Ook startte men met een juridische dienst (1920), een
brandverzekering (1920), een spaar- en kredietkas (1921), kleinveebonden, een
gemengde jeugdvereniging (1930) en landbouwcongressen.
In 1928 telde de vereniging 9500 leden en een
honderdtal afdelingen; in 1932 waren er al 12.000 leden. De afdelingen breidden
zich uit van de streek rond Aalst tot in Oudenaarde en het Pajottenland. De
vereniging werd de concurrent van de katholieke Boerenbond, maar zou nooit
dezelfde draagwijdte bereiken
Het media-orgaan van de vereniging van 1918 tot 1968
was de krant ‘De Koornbloem’, waarvan Ortaire ook de hoofdredacteur was.
Dit weekblad voor de Ontwikkeling en Standsverdediging van de Landbouwers
leende ook zijn naam aan het voormalig lokaal ‘De Koornbloem’ – later café en
danszaal - dat tot 2010 gevestigd was op de Grote Markt en dat we natuurlijk
allemaal beter kennen als ‘bij Vander Elst’.
Na de Tweede Wereldoorlog hield men zich nog enkel
bezig met commerciële activiteiten en nam het ledental sterk af.
Begin jaren ‘60 was tevens de periode van de opgang
van het eveneens neutrale maar militanter Algemeen Boerensyndicaat (ABS).
Albert Persoon (1918-2005) - die van 1945 tot 1962 in
dienst was van Redt U Zelve - werd de volgende 20 jaar de eerste secretaris van
het ABS.
Zijn secretariaat was aanvankelijk gevestigd in zijn
woning, die hij huurde van zijn vroegere werkgever Ortaire Caudron. Baziel
Ferket was de eerste voorzitter van het ABS.
Begin jaren 70 hield Redt U Zelven op te bestaan.
Later fungeerde het gebouw nog als opslagplaats voor
een onderneming die inpakpapier verhandelde, en daarna stond het een hele tijd
leeg.
De voormalige maalderij kon in 2014 gedeeltelijk
worden gerestaureerd en kon daardoor zelfs grotendeels in zijn oorspronkelijke
vorm bewaard worden.
Het werd verbouwd tot 6 lofts en 1 penthouse. Het
project werd gerealiseerd door architect Willy Peynsaert, die ook De
Wolf-Cosijns verbouwde. Zijn grootvader bouwde het oorsponkelijke gebouw.
Dat veel in de oorspronkelijke vorm kon bewaard
blijven, is ook de Vereniging voor Aalsters Kultuurschoon niet ontgaan en de
eigenaars werden in 2014 dan ook bedacht met de jaarlijkse erfgoedprijs. Zo’n
3100 euro werden aan de winnaars geschonken.
Over de Sint Annabrug is HIER
meer te lezen
Over de Zwartehoekbrug is HIER meer te lezen
Over dat andere belangrijke gebouw, ‘den Amylum’,
is HIER meer te lezen.
Over De Wolf-Cosyns is HIER meer te lezen.
Over de
Dender in Aalst is HIER meer te lezen.
Bronnen :
Het Nieuwsblad 20/9/2009 – 26/4/2005 – 22/9/2004 – 20/10/2012
Het
land van Aalst 25/6/1880 – 10/1/1886
Zeebergbrug
1940 via MadeInAalst
Vernielingen brug 1940 via MadeInAalst
Vernielinglen
brug 1940 met herberg Van Kerckhove via MadeInAalst
Zicht op de Zeebergbrug richting Brusselse Steenweg
via MadeInAalst
Zeebergbrug met vissers via MadeInAalst
filmpje over de werking van een basculebrug :
heijmans.nl
De Dendergalm 3/1/1886 – 19/1/1896
De Koornbloem 5/7/1936
De Volksstem 21/3/1916 – 2/7/1922 – 29/5/1928 – 10/8/1930
– 21/5/1931 – 5/2/1933
De Volksstem 24/7/1941
De Voorpost 22/8/1975 – 21/10/1988
Voor Allen 11/7/1970
De Gazet van Aalst 11/10/1969 – 1/4/1983
Zeebergbrug herstelling na de oorlog : Aalst toen en
nu 1944-2019
Stendess.be (foto aankomst nieuwe brug)
peynsaertarchitecten.be
Zeebergbrug vanop bootje : flickr.com/photos/johnnycooman/3976597733
Aalst.be
odis.be Redt U zelven (1818-1970)
Thesis Stien Van Rompuy, masterproef ingediend tot het
behalen van de academische graad Master in de ingenieurswetenschappen,
architectuur, 2009-2010
le spectateur ‘Alost, prochaine etappe, routes et
circulation’ – 1955 nr 2
persregiodender.be 23/7/2015
vlaamsewaterweg.be
Afkoeling brug 2019 foto Koen Baten via HLN
Getuigenis van Albert Van den Abiel : gepubliceerd met toestemming van de kleinzoon, David Van de Steen
Getuigenis van Albert Van den Abiel : gepubliceerd met toestemming van de kleinzoon, David Van de Steen
- via Facebook - Leuke geschiedkundige informatie! - Harry Le Long
BeantwoordenVerwijderen- Via Facebook - Dat is een prachtig artikel. Veel bijgeleerd over mijn geboortestad.
BeantwoordenVerwijderenToen ik in de apotheek in den dries stond hoorde ik de mensen zeggen wanneer er zich onvoorziene moeilijkheden voordeden: red a zelven, on de zjieberg stooget erop!
Een omschrijving van ‘ trekt ane plang!’ - Ingrid Buyl
- Via Facebook - Altijd leuk om lezen - Lieve Van der Haegen
BeantwoordenVerwijderen