maandag 24 augustus 2020

Sint Annabrug

De St. Annabrug over de Dender bestond al vanaf 1466 of vroeger maar noemde toen nog “Molenstraetbrugghe” of “Molendrieschbrugghe”.


In het begin ging het over een houten, beweegbare brug die meerdere malen diende hersteld en vernieuwd te worden wegens slijtage.

De naam komt van het nabijgelegen Sinte Annakapelleken (gebouwd rond 1615) waar het beeld van de heilige Anna vereerd werd als beschermheilige van de schippers. Na het verdwijnen van deze kapel werd het beeld overgebracht naar de Werfkapel.

In 1715 werd de brug volledig vernield "door den excessiven overvloedt van wateren ende hetgone afgebroecken was door de ijs schaelen" (water- en ijsschade dus) 

Een jaartje later werd er dan een nieuwe gebouwd waarvoor de stad een lening van 3000 guldens moest aangaan. De stadsontvanger Jan de Neve had immers opgemerkt “dat hy gheene penninghen in cas is hebbende…”. 

Aalst ... geen geld in de kas ... hebben we dat onlangs niet nog eens gehoord ... 😕

In 1756 moest er weer een grote herstelling gebeuren en in 1766 werd de brug nog maar eens vernield door een watervloed waardoor er alweer een nieuw exemplaar moest gebouwd worden ... 

Op die manier hield men de stielmannen natuurlijk wel bezig, maar alles kostte natuurlijk ook wel geld. 

In 1794 werd tijdens een gevecht tussen Franse en Engelse soldaten de brug door de vluchtende Engelsen in brand gestoken om aan hun achtervolgers te ontkomen ... brug weeral weg dus ... 

Daarna werd voor het eerst een niet beweegbare noodbrug aangelegd.
Aangezien het een vaste brug was, belemmerde ze natuurlijk de scheepvaart aanzienlijk gezien de schepen er enkel onderdoor konden bij lage waterstand. 
Niet erg handig dus, maar ondanks de belofte van de Fransen om zo snel mogelijk een nieuw en handigere oversteekplaats te bouwen, bleef dit noodexemplaar toch nog jarenlang dienst doen.

De Fransen noemden ze in officiële documenten "Pont de Lodi" (als herinnering aan het befaamd kamp van Lodi, door Napoleon Bonaparte opgeslagen) en bij het leger stond deze noodbrug bekend als "le pont dormant".

Het duurde tot het begin van de 19e eeuw vooralleer men eindelijk werk begon te maken van 'iets deftigers'. 
In 1803 verscheen een openbare aanbesteding in de “Gazette van Gend” en in 1804 werden de werken aanbesteed aan de ondernemer J.C. Michiels voor de som van 7.880 fr.
 


Enkele drenkelingen later, werd het steeds maar groter wordende veiligheidsprobleem aan de Sint Annabrug aangekaart, hoewel toch niet iedereen akkoord ging met de negatieve commentaren die het stadsbestuur te horen kreeg.
In De Denderbode van 13 april 1873 lezen we : ''t Geldt er de zaek eens drinkelings, die omtrent de Ste Annabrug in 't water gesukkeld was. ''t Slimme Verbond' neemt dat ongeval te baet om, als na gewoonte, over 't stadsbestuer te zeeveren, en zyne verkropte gal, over 't wegschoppen zyner patroonen uit te braken' …  
Serieuze commentaren dus, maar toen wel in het voordeel van het stadsbestuur, dat aan deze situatie volgens deze krant dus duidelijk niets fouts had gedaan.

In 1881 schrijft Het Land van Aelst : 'Als er aan de St Annabrug geen betere wacht gehouden wordt, binst het open- en toedraaien, dan zal men van groote malheuren hooren. De doortocht is er bijna elke uur van den daag belemmerd. 't Publiek zegt dat die brug te smal is en dat er zou moeten in voorzien worden om die belemmering te verminderen, ten minste voor voetgangers' ...

Men wou dus een 'passerel' (oversteekplaats voor voetgangers en fietsers), maar in 1883 bleek dat er geen zou komen want 'Er is geen geld in de kas' … 
Het Land van Aelst schrijft misnoegd dat 'er wel geld is om beestigheden uit te rechten, gelijk het bouwen van het Schoolpaleis op Mijlbeke' … 'Er is geld om Athénées te maken ' … 'Zo spuwen zij in 't wezen der menschen' ...

We schrijven ondertussen al 1884. In de voorbije jaren was de commentaar nog groter geworden en de veiligheid werd serieus in vraag gesteld. Ook de wachttijden van de honderden, neen duizenden, mensen die er 'hunnen tijd stonden te verdoen' was een doorn in het oog. 
Er werd onder meer verwezen naar Ninove, waar er wel een 'passerelleken' voorzien was voor de voetgangers, en een petitie voor een overgang werd ondertekend door honderden personen.

Onder 'lichte druk' heeft de minister van openbare werken een jaar later, na langdurig aandringen van de gemeenteraad, er eindelijk in toegestemd om een passerelle te laten bouwen, echter op voorwaarde dat de stadskas voor een derde van de kosten zou tussenkomen. Het kohier van lasten voor de aanbesteding van een passerelle werd goedgekeurd.
De nodige stappen om dus ook in Aalst een "passerelle" te bouwen om het voor voetgangers en fietsers ook veiliger te maken om over te steken, werden genomen. 

In juni 1885 begon men er aan, en enkele weken later zou de passerelle een feit zijn. Het benodige ijzerwerk werd via schip aangevoerd.

De passerelle was dus een feit, na jarenlang 'zagen en kreften' ... maar nog was het gesakker niet voorbij. In oktober 1893 lezen we in De Denderbode dat de aandacht gevraagd wordt voor verlichting op dit gevaarlijk punt, ... dringend ... De gaslanteernen aan de brug zijn bevrozen, het is er pikdonker, en hierdoor is het reeds zoo gevaarlijke punt nog gevaarlijker' ....
Ook wordt de aandacht gevraagd om de passerelle 'te zuiveren van de vuilnissen die er vooral 's nachts worden gelegd. 't Is in 't geheel niet aangenaam aldaar'

Het was nu allemaal een beetje veiliger geworden in de omgeving van de brug, maar men kon toch niet vermijden dat er af en toe nog wel eens iemand in de Dender sukkelde. Zo ook op 29 oktober 1896 toen het paard van koopman D'Haeseleer door de leuning van de St Annabrug in de Dender donderde.

Na vele pogingen is de redding gelukt, en het paard kwam er vanaf met de schrik een koud badje.

Deze keer liep het dus goed af, maar voor verschillende andere dieren en mensen die ook het water insukkelden, jammer genoeg niet.


Op 1 september 1914 werd de brug bezet door een Duitse post. Het Belgische leger kon niet komen assisteren, want dat bevond zich op dat ogenblik op de Rupel en de Nete, en een ander deel zat in Dendermonde. De situatie werd dus 'ondergaan'.

Aalst was  dan van 27 september 1914 tot 11 november 1918 een stad onder Duitse bezetting.
'In tegenstelling tot steden als Brussel en Gent, is Aalst niet in één keer ingenomen', zegt schepen van Erfgoed Karim Van Overmeire.
'Onze stad bleef wekenlang de inzet van gevechten tussen het Belgisch leger en de Duitse invaller. Dit leidde tot confrontaties in het midden van de stad, waarvan de meest tragische plaatsvond aan de rechteroever van de Dender op 26 en 27 september 1914.
Er volgden hevige gevechten, onder andere aan de Sint Annabrug en de Molensraat waar er een artilleriebeschieting plaatsvond van anderhalf uur.

Desperate street fighting in Alost’ kopte de Britse krant The Daily Mirror op 1 oktober 1914 maar de beelden van het heldhaftige gevecht in Aalst bleken in scène gezet ... Omdat de gevechten die men gefilmd had niet indrukwekkend genoeg waren, en verder filmen aan het front te gevaarlijk was, vroeg een Amerikaanse filmploeg de Belgische soldaten achter de linies te doen alsof. Dat gebeurde in de Molenstraat en in allerlei kranten en tijdschriften werd dit voorpaginanieuws. De film ‘the battle of Alost’ werd meermaals getoond in Groot Brittannië en de Verenigde Staten.
Op postkaarten gemaakt van stilstaande beelden uit de film, werden hier en daar zelfs wat beelden geretoucheerd.  Daar waar men meestal foutjes probeert weg te werken, was het hier zo dat er wat extra schade werd ‘bijgetekend’.
100 jaar later is dat filmpje van soldaten die een amateurtoneeltje opvoeren opnieuw opgedoken.
Deze beelden leken jarenlang onvindbaar te zijn, tot WOI-kenner Dirk Meert ze in 2014 ontdekte in het Duitse Bundesarchiv in Berlijn.


De Dender was de ideale plaats voor een verdedigingslinie. De Belgische soldaten verweerden zich van achter barricades opgezet met allerlei huisraad. Zelfs tonnen opgelegde haring deden hiervoor dienst. Ze werden bijgestaan door een automitrailleur van onderluitenant Guido Thiery.

In 1915 werd de St Annabrug opengedraaid voor de schepen want zelfs ongeladen konden ze de brug niet meer onder. De Duitsers, die toen ook de sassen herstelden, hebben meteen ook de brug verhoogd zodat de scheepvaart terug zijn gang kon gaan.

De komende jaren werd de doorgang nog enkele keren afgesloten voor noodzakelijke herstellingswerken aan en rond de brug. Zo werd in 1929 beslist om de breedte van de brug op 8 meter te brengen. De onveilige situaties bleven echter duren.

'Op de St Annabrug loopend over de Dender is het verkeer zeer gevaarlijk. Niettegenstaande dat wilde de genaamde Van Gysegem Frans van onze stad per rijwiel de brug overrijden terwijl 'n auto op de brug reed. De fietser werd aangereden door den automobilist en zijn rijwiel werd gehavend. De voerder vergoedde de opgeloopen schade aan ...' lezen we in De Volksstem in 1933.  

In 1937 werd er nogmaals een nieuwe brug geplaatst en de passerelle werd twee jaar later afgebroken als gevolg van kanalisatiewerken aan de Dender. Het zou tot in 1951 duren alvorens er een nieuwe kwam (zie later).

De nieuwe brug werd echter al snel vernield. Op 18 mei 1940 werden immers zowel de Zwarte Hoekbrug, de Zeebergbrug én de St Annabrug, alsook de spoorwegbrug (met enkel spoorwegwagons erop geplaatst) door Belgische en Engelse vernielingsploegen opgeblazen. 
Op deze foto is de vernielde spoorwegbrug te zien.


De Zeebergbrug was onvoldoende vernield zodat er een tweede lading springstof tot ontploffing werd gebracht.

Door deze vernielingsploegen werden ook grote hoeveelheden brandpoeder uitgestrooid in de fabrieken “De Bolle” in de Kapellestraat, de “Filature du Canal”, de “Glucoseries Réunies” en nog in verschillende andere bedrijven aan de Van Wambekekaai.
Door een hevige westenwind vlogen brandende stukjes katoen, hout en vonken in het rond en vlogen de door het bombardement van 10 mei al flink beschadigde huizen in de Molenstraat al snel in brand. Ook de Werfkapel werd prooi van de vlammen.
Al in 1941 werd besloten om een nieuwe brug te bouwen te bouwen.

In tegenstelling echter tot wat sommigen denken of beweren, werd de nieuwe brug die werd opengesteld in januari 1942 niet door de Duitsers gebouwd maar wel op kosten van “Staat en Provincie” in opdracht van 'Beheer van Bruggen en Wegen'.
De brug werd gebouwd door de firma Nobels-Peelman uit St. Niklaas. De elektromechanische uitrusting werd geplaatst door de N.V. Ateliers du Thiriau uit La Croyère. 

Deze zogenaamde vakwerkbrug was ontworpen voor een belasting tot 32 ton, bevatte ca. 154 ton ijzer en kostte ongeveer 2.100.000 fr. De breedte van de rijweg bedroeg 6 meter, die van de voetpaden 1,50 meter en de vaargeul was 24 meter breed. 
Na een speech van burgemeester Bocqué en enkele bedankingen werd de nieuwe brug officieel opengesteld voor het verkeer.
De aandrijving van de brug gebeurde door twee elektromotoren, ingebouwd op elk uiteinde van de brug. Om de brugeinden precies horizontaal en samen te doen omhooggaan, werden de beide motoren elektrisch gesynchroniseerd.


De terugtrekkende Duitsers waren in september 1944 trouwens van plan om ook deze splinternieuwe brug op te blazen, maar dat plannetje mislukte toen e
en paar dagen daarvoor enkele Aalstenaars (waaronder onder andere apotheker Gilbert Delbecque) het ophaalmechanisme gesaboteerd hadden, zodat de boten in dienst van de Duitsers op de Dender geblokkeerd werden. 
De Duitsers hun plan was om eerst onder de brug te varen, en ze dan te laten knallen maar dat zou dus niet lukken.

Eerst werden door de dappere stadsgenoten de zekeringen uit de cabine getrokken maar toen ze zich realiseerden dat dit waarschijnlijk niet genoeg zou zijn, werd beslist om de kabelmotoren uit te branden met fosforbommen die apotheker Delbecq blijkbaar in zijn tuin weggestoken had.
Om de boten en de vracht alsnog proberen te redden, probeerden de Duitsers de brug toch te laten repareren (zodat ze konden doorvaren om ze dan te kunnen vernielen), maar dat duurde allemaal te lang en ze zagen uiteindelijk geen mogelijkheid tot vernieling meer.
De brug bleef dus uiteindelijk toch nog gespaard en ze zou zelfs in werking blijven tot in april 2011.

In februari 1951 is er dan sprake van het bouwen van een nieuwe voetgangersbrug aan de St Annabrug. Het bestek bedroeg 649 320 BEF, en een lening daartoe bij het Gemeentekrediet werd in mei van datzelfde jaar goedgekeurd. Hier de passerelle in 1960.


De brug bleef een knelpunt voor het stedelijk verkeer. Herhaalde herstellingen droegen natuurlijk ook niet bij tot de vlotheid van het verkeer en de St Annabrug zal vermoedelijk wel voor eeuwig en altijd één van de drukste verkeersaders van de stad blijven.
Hier een foto genomen vanop de passerel waarop de St Annabrug te zien is in vogelperspectief. In de verte kan je een stukje van de carnavalsstoet zien.


In 1980 bleef de brug voor enkele maanden gesloten en dat leidde natuurlijk opnieuw tot heel wat wrevel en commentaren. Ook de jaren daarop diende de brug meerdere malen afgesloten te worden wegens herstellingswerken.
In 1988 werd de brug zelfs gedurende 4 maand gesloten voor verkeer boven de 5 ton. Aan het rond plein werd immers gewerkt aan de eerste fase van de herschikking van het Werfplein.

Uit al het voorgaande blijkt dat de Dender en de bruggen al sinds mensenheugenis ook voor problemen hebben gezorgd. Een dieptepunt werd bereikt in 1992 toen vier jonge Aalstenaars het leven lieten na de prinsenverkiezing van dat jaar. Het wrak van hun auto werd dicht bij de kademuur gevonden, nadat een politiepatrouille remsporen en een beschadigde boom hadden opgemerkt. Men vermoedt dat de chauffeur na een klapband de controle heeft verloren over het stuur.

De brug werd heel intensief in de twee rijrichtingen gebruikt en werd zoals reeds vernoemd in het verleden heel vaak hersteld.
Uiteindelijk bleek dat ze niet meer voldeed aan de hogere eisen op gebied van veiligheid en comfort.

De hefbrug lag bijvoorbeeld heel laag boven het water en bij hoogwater op de Dender zorgde de brug heel vaak voor opstuwing en opspattend water. Om dit te vermijden, diende de hefbrug op die ogenblikken te worden opgehaald met alle verkeersproblemen van dien natuurlijk.

De passerelle is verwijderd op 5 november 2009. Met behulp van een enorme mechanische schaar aan de kraanarm werd de constructie als het ware doorgeknipt.


De leuningen werden door dit geweld meteen verbrijzeld. De betonnen trappen werden in de dagen daarna verwijderd.


Om de genoemde problemen met de hefbrug op te kunnen lossen, werd deze in 2009-2011 door Waterwegen en Zeekanaal vervangen door een nieuwe kantelbrug
Op 9 april 2011 is de bekende 'oude' brug dus officieel 'geschiedenis geworden, en werd de nieuwe ingehuldigd.

De werken werden uitgevoerd door een tijdelijke samenwerkingsvennootschap Jan De Nul-Aelterman-Fabricom GTI.

De nieuwe kantelbrug werd gebouwd tussen de bestaande hefbrug en de spoorbrug, op enkele meters van de hefbrug, die tijdens de werken trouwens de hele tijd in dienst bleef. Hier nog één van de laatste beeldjes van de twee bruggen samen ...


Na de ingebruikname van de nieuwe kantelbrug, werd de hefbrug dan afgebroken.


Blijkbaar werden er echter geen (of te weinig) maatregelen getroffen om deze nieuwe situatie aan te geven en er werden geen maatregelen genomen om toch in de oude brugsituatie te rijden.  In mei 2011 zijn er, mede door de gebrekkige aanduidingen, drie mensen overleden. Ze wouden de brug over, maar die lag een 20-tal meter verder.

Later in datzelfde jaar gebeurden nog enkele ongevallen in de buurt van de locatie van de oude brug. De toenmalige burgemeester van Aalst, Ilse Uyttersprot, heeft daarop aangekondigd maatregelen te nemen om toekomstige ongelukken te kunnen voorkomen.

Natuurlijk is voorzichtigheid geboden in alle omstandigheden, en zeker al in de buurt van gevaarlijke kruispunten en rivieren.  

De vervanging van de Sint-Annabrug kaderde trouwens in de vernieuwing van de stationsomgeving van Aalst. Dit gebeurde volgens het masterplan ontworpen door architect Christian Kieckens.

Er is dus heel wat veranderd in de buurt. De Werf kreeg een volledige make-over, de Dender kreeg een nieuwe look, kortom de hele omgeving werd vernieuwd.

Er bleven in eerste instantie nog enkele kleine dingetjes over, die wezen naar een heel mooi verleden ... Zo ook bijvoorbeeld de mosseltrap, een kleine getuige van wat vroeger 'de mosselkaai' was (maar die jammer genoeg ook verdwenen is).


Aan de mosselkaai, tussen het café Kamiel Verleysen (later het huis Sanders) en de molen van Gheeraerdts, kwam alle weken een mosselschuit liggen. Voor 12,5 cent (cent hé, geen euro's!) had men een volle emmer door de schipper rechtstreeks in de emmer geschept. Verser kon niet. Er waren soms wel eens kleine krabjes bij, die dan door een 'schajongen' in het gezicht van de kinderen werd gesmeten. Veel mannen kochten zich om 5 cent en aten de lekkernij ter plaatse op. De mosselen werden handig geopend met een liereman (knipmes), en werden dan gretig naar binnen geslokt.


Van de mosselkaai naar de stedelijke vismijn(en) van Aalst is maar een klein sprongetje. Over de vismijn en de geschiedenis ervan kunnen jullie HIER meer terugvinden.

In de onmiddellijke omgeving van de St Annabrug vonden ook we het ‘oude’ postgebouw terug, tegenwoordig is daar het Administratief Centrum gebouwd, op deze foto's op de achtergrond terug te zien.


2018 ... de St Annabrug viert zijn 7e verjaardag in mineur. Er werd schade vastgesteld ter hoogte van de koppen van de funderingspalen. Bij een inspectie bleek namelijk dat er een beetje beton was afgebroken van één van de brugpijlers. Mogelijk is er een boot tegen gevaren, maar daar werd in elk gevalgeen melding van gemaakt. Er werd een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de schade en mogelijke oplossingen voor herstel werden gezocht. De schade was niet erg groot maar er werd geen risico genomen en alles werd hersteld.

Er is trouwens ook opnieuw sprake van een nieuwe passerelle.


Fietsers en voetgangers kunnen zo op een veiligere manier de Dender oversteken, zonder de gevaren te moeten trotseren van bussen en auto's.
Volgens de oorspronkelijke planningen zou de bouw hiervan van start gaan in 2019 maar Aalst zou Aalst niet zijn als daar niet nog wat tijd bij gekomen is ondertussen. Men begon dus uiteindelijk in 2020.

De brug, die het idee was van Christian Kieckens (architect en visionair bezieler van de stationsomgeving), zou trouwens ook zijn naam dragen als mooi eerbetoon.
Met de bouw van de nieuwe passerelle werd rekening gehouden met de veiligheid, maar ook met de hellingsgraad die haalbaar moet zijn voor alle fietsers, van jong tot oud. Ook moet de brug aankomen in een veilige aansluiting op de Denderoever en de fietssnelweg.
Op het schepencollege van 16 maart 2020 werd volgende dus goedgekeurd : 
- van het station over de Dender, en dan een bocht makend op de Houtkaai en aankomen aan de Josse Ringoirkaai.
Het is echter nog steeds toegestaan om tijdens de werken het traject nog aan te passen, en dus is het mogelijk dat het stadsbestuur alsnog beslist om de brug te laten landen in de Korte Moutstraat.

Het is dus nog even wachten wat het uiteindelijk zal worden, ...


Meer informatie over de Zeebergbrug is HIER te lezen

Meer informatie over de Zwartehoekbrug is HIER te lezen
Meer informatie over de Dender is HIER te lezen



Bronnen

De Denderbode 13/4/1873 - 3/2/1884 - 18/1/1885 - 28/6/1885 - 28/1/1892 - 15/1/1893
De Denderbode 1/11/1896 - 29/10/1911
Het Land van Aelst 20/3/1881 - 15/7/1883
De Werkman 12/2/1915
De Volksstem 1/9/1926 - 8/9/1929 - 29/4/1933 - 10/1/1942
De Gazet van Aalst 18/1/1951 - 24/12/1965 - 4/5/1974 (tekening de Mosselkaai)
HLN 6/4/2020
hiveminer.com (foto passerelle)
Hendrik De Rycke (foto passerelle afbraak)
Foto passerelle 1960 via MadeInAalst 
Foto vanop de passerelle van Kathleen Van Den Bossche, studente analoge zwart-wit fotografie aan het CVO Ledebaan
Foto vernielde spoorwegbrug : Stadsarchief Aalst, collectie De Veirman (via HLN 21/10/2019)
Woordenboek der Brabantse dialecten II-3 (Uitgeverij Van Gorcum)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten