dinsdag 14 januari 2020

St Elisabethziekenhuis

Eind 19de eeuw ijverde schepen Gheeraerdts voor de bouw van een nieuw Aalsters hospitaal aangezien het hospitaal aan de Oude Vismarkt ondertussen te klein geworden was en bovendien tussen de fabrieken lag, geen ideale locatie voor ziekenverzorging dus. Meer over dàt 'oud hospitaal' - of 'Gasthuys' is HIER te vinden. 

In De Denderbode van 11/3/1894 vinden we terug : "Nieuw hospitaal /// onze burgerlijke Godshuizen zijn bij koninklijk besluit gemachtigd geworden om tot de gedwongene onteigening over te gaan der gronden noodig tot het oprichten van een nieuw hospitaal ter Hertshage. Naar wij vernemen zijn de plans en het kohier van lasten goedgekeurd en zal men eerlang tot de openbare aanbesteding der werken kunnen overgaan".

Er werd dus besloten om aan de Hertshaag een nieuw hospitaal te bouwen. De hoofdingang lag aan de Gasthuisstraat. Het nieuwe hospitaal zou omtrent een half miljoen BEF kosten en de oppervlakte zou meer dan 4 hectaren beslaan.  

Een gedenksteen werd geplaatst op 22 september 1895, en dit ging gepaard met grootse feestelijkheden en een historische stoet.

De gedenksteen werd door deken Raemdonck gewijd tijdens de Gasthuisfeesten, en dit gebeurde uiteraard in aanwezigheid van talrijke hoogwaardigheidsbekleders.

De Gasthuisfeesten werden dus meteen de officiële start van de bouw van het Sint-Elisabethhospitaal.
Een verslagje van de feesten in De Volksstem van 21/9/1895 :

Des avonds slot een groot Venetiaansch feest , op den Dender, de reeks feestelijkheden. Al de schepen der haven, vele booten, brug en voorgevel van het nieuw hospitaal waren verlicht; de aanblik was waarlijk betooverend, en terwijl het muziek op de schepen speelde, de booten heen en weer wiegelden, werd een machtig schoon vuurwerk afgestoken. ‘t Was oprecht de moeite weerd’.

In 1897 vinden we in de pers een artikel over een ongevalletje dat zich voordeed op de bouwwerf. Een deel van een stelling stortte toen in, en zeven werklieden tuimelden naar beneden. Een gebroken been was echter de ergste kwetsuur en de overigen kwamen er met de schrik vanaf.

Op donderdag 11 september 1898 verhuisde reeds een eerste deel van het personeel en materiaal, dat van het ongeneesbarenhuis naar de nieuwe locatie in 't Nieuw Hospitaal.
Op 18 september van datzelfde jaar vinden we in De Denderbode dat 'metsers, plekkers en schrijnwerkers hebben hunne werkzaamheden geëindigd. Nog eenige schilderwerken, 't aanleggen van hovingen tusschen de ziekenzalen enz en alles is voltrokken. Juist was men bezig de atmetingen te doen voor 't gebouw voor de electrische verlichting.
Het kwartier voor ongeneessbaren is gansch voltrokken en binnen een tiental dagen zal gansch het personeel aldaar verblijven
'

Op 19 mei 1899 verhuisden het personeel en de zieken naar hun nieuwe verblijf en op 16 juli 1899 werd het nieuwe hospitaal officieel geopend. Dit gebeurde op de grote markt door de ‘fanfaren van de school der kweekelingen van het leger’ en ‘s avonds met een luisterrijk vuurwerk op het Statieplein.

Het ziekenhuis zat vervat tussen de oude Dendermondsesteenweg (nu dr De Moorstraat), de Gasthuisstraat, de Hospitaalstraat en de Lazaretstraat.

Hier een foto van het gedeelte van het rusthuis Sint Lieven in de Dr De Moorstraat. Vroeger was dit de pastorij en het ‘ongeneesbaren huis’ dat deel uitmaakte van het St Elisabethhospitaal.

Hier een plannetje uit 1974 waar de indeling van het hospitaal duidelijk gemaakt wordt.

En een Google-Maps foto van de huidige situatie.

De naam Elisabeth kwam van de H. Elisabeth van Hongarije (1207-1231), patrones van de gasthuisnonnen en ook van het ‘nieuw hospitaal’.

Uit De Denderbode van 18//6/1899 : ‘Elisabeth, dochter van Andreas II, koning van Hongarije, muntte uit door hare liefde voor de armen en de kranken. Eens dat zij, vergezeld van eene dienstmeid, eenen steilen wegel afdaalde, in haren schoot vleesch, broot en eieren en andere mondbehoeften, dragende om die aan de noodlijdenden uit te denle stond zij op het onverwachts voor haren man Ludwig, landgraaf van Duringen, die van de jacht terug keerde. Daar hij verwonderd was haar eenen zoo zwaren last te zien dragen, trok hij haren mantel open, zeggende  ‘laat zien wat gij draagt’. En, o wonder, witte en roode rozen, de schoonste die men ooit kon zien, vielen op den grond, hetgeen den Landgraaf des te meer verbaasde daar het volstrekt het seizoen der bloemen niet was. Hare ontsteltenis bemerkende, stelde hij haar gerust, en keerde naar zijn kasteel van Wartburg terug, het mirakel overwegende dat God voor zijne heilige gemalin kwam te verrichten’.


In 1976 werd de buurt opgeschrikt door een hevige brand.

Verslag uit De Voorpost van 3 september 1976 :

Vrijdagnamiddag 27 augustus heeft een hevige Brand het klooster van de zusters Augustinessen (beter gekend als ‘de Gasthuiszusters van Aalst’ die werkzaam zijn in het St Elisabethhospitaal bijna volledig verwoest. …  In enige minuten tijd stonden zolder en bovenverdieping in volle vlammengloed. …"

De eerste zorg van de zusters en het ziekenhuispersoneel was het in veiligheid brengen van zieken en ouderlingen. De dichtst bij de Brand gelegen zalen werden onmiddellijk ontruimd. De patienten werden elders in het hospitaal ondergebracht …

Ook het aanpalende Sint Lieven Rusthuis voor ouderlingen werd dadelijk ontruimd … Een oudje zei al wenend : ‘als ik toch moet sterven, laat het dan hier gebeuren’. De meeste oudjes, sommigen in een rolstoel, werden naar de nieuwbouw overgebracht. Men herbergde ero ok enkelen bij de buren in de Dr. De Moorstraat.

De kraamkliniek werd niet ontruimd, omdat dit gebouw niet rechtsreeks aan het klooster verbonden was. Toch werden een paar jonge moeders in paniek aan het vluchten met hun baby op de arm. De materniteit is verder niet onmiddelijk bedreigd geweest door de vlammen …”

Al het materiaal van de Aalsterse brandweer werd ter plaatse gestuurd, de eerste brandweermannen die arriveerden waren zelfs nog niet in uniform.

Een poema helikopter werd gevorderd en die zou maar liefst 2000 liter water gaan oppompen in de Dender en dan storten over het brandende klooster. Van dit idee werd echter afgezien gezien er zich nog veel brandweermannen in de brand bevonden. Vergelijk een beetje de situatie met de bosbranden in Australië (eind 2019 - begin 2020) waar men in sommige gebieden ook geen water kan storten omdat er nog te veel mensen aanwezig zijn (zowel hulpverleners als bevolking).

Het was vooral de huisvesting van de zusters die verloren was. Het hele dak van het klooster was op een mum van tijd ingestort en ook grote gedeelten van het gebouw werden volledig verwoest.
De refter achter het gebouw was wel gevrijwaard en het was zelfs al vrij snel mogelijk om de dienst aan patiënten en ouderlingen terug op het vereiste peil te brengen. Tegen acht uur ‘s avonds waren de zieken en ouderlingen reeds terug op hun plaats.

Waar men aanvankelijk dacht aan een blikseminslag of electriciteitsstoring, werd nadien duidelijk dat er kwaad opzet in het spel zou zijn geweest. Een week later was er immers opnieuw een brandhaard in St Lieven en deze werd duidelijk aangestoken.

Het voorstel om een nieuw klooster in de tuin te bouwen kon technisch niet doorgaan omdat het voor de brandweer onmogelijk zou zijn om het dan nog te bereiken. Veiligheidsregels waren immers veel strenger geworden, en openbare gebouwen moesten dan ook bereikbaarder gemaakt worden voor de hulpdiensten in geval van nood. Ook zouden de kosten voor een nieuw gebouw veel te hoog zijn, en met het geld van de verzekeringen zou men deze zeker niet kunnen dekken.

Hieronder foto's van het klooster en de kapel en het interieur van de kapel. Op de onderste foto zien we de binnenkoer.



In 1979 werden plannen bekend gemaakt voor de bouw van een nieuw hospitaal aan de Siesegemkouter (Merestraat) en het was in 1989 dat de gebouwen van het ‘oud hospitaal’ dan ook werkelijk verlaten werden voor deze nieuwe campus. Meer over dit 'nieuw ziekenhuis' - het ASZ - is HIER terug te vinden.

De gebouwen raakten in verval en werden uiteindelijk bijna volledig gesloopt.
De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) bouwde op het terrein van het voormalige hospitaal een kantoorgebouw (nummer 24).
De pastorie aan de Dr De Moorstraat, de monumentale kastanjeboom en het smeedijzeren hek waren de weinige elementen die bewaard bleven, en die dan ook werden geïntegreerd in het nieuwe complex. 



De toegangspoort en de neogotische ornamenten werden overgebracht naar het museum Oud-Hospitaal. Eerst werd nog de mogelijkheid onderzocht om het Sint-Lieven te restaureren maar door de jarenlange leegstand was dit jammer genoeg niet mogelijk meer.

Bij de sloop van het hospitaal werd de gedenksteen van 22 september 1895 echter wel gerecupereerd.
Deze gedenksteen werd in 1895 door deken Raemdonck gewijd tijdens de Gasthuisfeesten.
Dit gebeurde in aanwezigheid van talrijke hoogwaardigheidsbekleders.
De Gasthuisfeesten waren de officiele start van de bouw van het Sint-Elisabethhospitaal.
Na de sloop van het hospitaal kreeg de gedenksteen een nieuwe plaats. Hij werd ingemetseld in de muur van de gerestaureerde pastorij.

 

Op de gedenksteen staat volgende tekst te lezen:

Deze steen is geplaatst tot aandenken der stichting
Van dit Gasthuis ten jaren Onzes Heeren J. C. 1891.
Het bestuur der Godshuizen: Baron Paul Bethune, voorzitter; Albrecht
De Bièvre, Adolf Calewaert, Albrecht De Wolf, Paul De Clippele, leden
Frans Crick, secretaris.
Het stadsbestuur: 
Victor van Wambeke, burgemeester; 
Emile Borreman, Karel Verbrugghen, Leo Gheeraerdts, Baron Paul Bethune, Schepenen; Frans Moyersoen, Karel Vanderhaegen, Lodewijk Meert, Emiel Limpens, Lodewijk Burny, Leonard Van Mol, Judocus De Cock, Karel Liénart, Victor De Gheest, Frans Claus, Jozef Van Ghyseghem, Felix De Hert, raadsleden;
Edmond Scheerlinckx, secretaris;
Julius Goethals, bouwkundige-Rudolf Hermans, aannemer

Op de plaats van het vroegere St. Elisabethhospitaal staat momenteel een gedeelte van het sociale wooncomplex St. Elisabeth. Op de foto hieronder de gebouwen van de CAW.

Een groot gedeelte van het oude ziekenhuis werd afgebroken, maar sommige van de oorspronkelijke oude ziekenzalen bleven bewaard. Deze werden omgebouwd tot 40 appartementen (waarvan 34 met 2 slaapkamers en 6 met 3 slaapkamers). Op onderstaande foto's : de kloostergang, de verbindingsgang van het hospitaal zelf (verbinding tussen de 6 ziekenzalen en het operatiekwartier) en een beeldje van de mannenziekenzaal van toen. Daaronder een foto van de toenmalige operatiezaal.





Op het ongeneesbarenhuis en de kraaminrichting (waar zovele Oilsjteneers en Oilsjteneskes het levenslicht zagen) na werden alle oorspronkelijke gebouwen bewaard. Op onderstaande foto's de rechtervleugel van het gasthuis voor de ongeneesbaar zieken en daaronder de pastorij en het 'moederhuis' (ook wel 'zaal 10' genoemd (op de rechterkant van de onderste foto).


Het klooster was toen al afgebrand. 
Hier een foto van de toenmalige ingang van het klooster en de kapel.

De wasserij was het gebouw rechts en het aanpalende gebouw richting Hertshage heeft in de jaren 70 dienst gedaan als kinesitherapieruimte.

Aan de hoogste schoorsteen achter de bocht van de wasserij hing tot begin jaren 70 een sirene die elke eerste donderdag van de maand werd uitgetest.
Dergelijke sirenes stond ook op het stadhuis en nog enkele andere gebouwen (vti, …) en ook deze werden elke eerste donderdag van de maand getest. Dit steeds tussen 11u45 en 13u15.
De sirenes waren tot ver te horen, in lange toon en op en neer gaande toon (luchtaanval of bombardement en eind van de aanval). Na ieder signaal werd via de aanwezige luidsprekers de tekst 'proefsignaal' uitgesproken.
De reden moet gezocht worden als oefening en om te zien of het nog werkte in geval van...

Elke sirene had zijn typisch geluid. Men kon zo gemakkelijk de sirene van bv Filature du Canal onderscheiden van die van de FFR, het VTI of andere.

Men moet begrijpen dat men toen nog te maken had met het ijzeren gordijn en aanvallen van uit die hoek nog steeds tot de mogelijkheid behoorden.
De wekelijkse 'hoorbare' testen zijn afgeschaft rond 1990, het tijdstip dat men ook het Belgisch leger in Duitsland aan het afbouwen was. Van de dreiging van ‘achter het ijzeren gordijn’ was toen geen sprake meer. Wel werden er nog dagelijks twee 'stille' testen uitgevoerd, niet hoorbaar voor het menselijke gehoor.
Op 4 oktober 2018 vond de laatste test plaats. Na deze test is het systeem volledig afgebouwd. De sirenes blijven wel nog actief rond nucleaire installaties, maar een geluidstest wordt niet meer uitgevoerd. De officiële aanbeveling luidt dat mensen zich dienen in te schrijven op 'BE-alert'', een alarmsysteem dat informatie verspreidt via e-mail, sms of telefoon.


Naast de wasserij, die in de jaren 70 dienst deed als kine-ruimte, stond ook nog een gebouw met hoge arduinen trappen. Dit was het gedeelte voor het 'dodenhuizeken' .
In het mortuarium was in die tijdsperiode een wat oudere man werkzaam die altijd een grijze stofjas en een zwarte kepie droeg, die mens stond meer aan de voordeur van zijn lijkenhuisje dan dat hij er binnenzat, uiteraard is de reden hiervan niet ver te zoeken. 
Het voormalig "dodenhuizeken" is er nog altijd, namelijk aan de linkerkant van de vroegere ingang in de Hertsage, net voor het lazaret.
In 2012 werd het volledig verbouwd.

Over de ingang van het hospitaal is nog 1 en ander te vertellen.
In tegenstelling tot het lot (lees de verdwijning, afbraak, …) van vele voorgevels en andere geschiedkundig interessante dingen, is bij de verbouwing van dit huis, de oorspronkelijke ingang wel bewaard gebleven. Deze heeft toen wel een andere bestemming gekregen, het is namelijk de huidige toegang geworden van het 'oude' oud hospitaal (het Gasthuys / museum) …
Uiteraard kunnen we hierbij opmerken dat er aan een zekere ‘geschiedenisvervalsing’ is gedaan. Hoewel het bordje naast de deur aanduidt dat het een ‘beschermd monument’ is, is dit dus niet de oorspronkelijke deur van het gebouw.  We zullen het maar op ‘restauratie’ houden, en blij zijn dat dit deel tenmiste gered werd van de sloophamers.
Hieronder nog enkele foto's van 'toen versus nu'




Om af te sluiten nog een algemeen beeld van het hospitaal en een foto van één van de nonnen die instond voor de verzorging van de zieken.

Bronnen :

Het Land van Aalst 15/9/1895

De Denderbode 26//9/1895 - 13/6/1897
ASZ
KIKirpa (foto's)
MadeInAalst (foto's)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten