Nieuws uit Aalst

--------- Profiesjat Prinsj Karel 'Sjalen' Van de Winkel !!! ------- 't Principoilsjte vandaug es da ge ni te veil complementen mokt en genietj van 't leiven ! - - - - - - - Covid-19 : Blijf aub toch voorzichtig en denk aan uw medemens !! - - - - - - - Deel enkel berichten van officiële bronnen om fake news te vermijden !!! - - - - - - - -

maandag 20 januari 2020

Het Onze Lieve Vrouwziekenhuis (OLV)


Het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis (afgekort: OLV Ziekenhuis of OLVZ) is een katholiek fusieziekenhuis met de grootste campus gelegen te Aalst.  Het ziekenhuis is voornamelijk bekend voor zijn diensten cardiologie en cardiovasculaire chirurgie. Het is in ook een van de koplopers in België op gebied van robotchirurgie.

De rode draad die doorheen het verhaal van het OLV loopt, is er eentje van steeds maar afbreken en opbouwen, uitbreiden, steeds maar groter, functioneler en beter worden.

Meer dan een eeuw lang ondertussen, met uiteindelijk stilletjesaan de realisatie van het masterplan, de kroon op het werk.

De geschiedenis van het OLV begint eigenlijk met die van de Zwarte Zusters.
Over hun interessante levenswandel is HIER meer terug te vinden.

Het artikel van de zwarte zusters eindigt met de aankoop van een domein (kasteel en hovingen) van ongeveer 1 hectare aan, het ‘chateau de Mylbeke’ (ofte ‘het kasteeltje’ gelegen tussen de Groenstraat en de Moorselbaan) om er een rusthuis voor rijke oude dames in te richten. Dit gebeurde onder de geestelijke leiding van pastoor S. Lauwereys op 21 december 1901.

Het kasteel was achtereenvolgens eigendom van: Louis Dommer (tot 1885), Baron Leo de Béthune (tot 1895) en Angeline Chassaigne (Parijse onderwijzeres) die het voor 60.000 fr. verkocht aan de Zwarte Zusters.

Het nieuwe rusthuis werd in 1902 ingewijd en kreeg de naam “Institut Notre Dame”. Vanaf 1903 staat het domein dan ook in het kadaster ingeschreven als ‘klooster’.

De geschiedenis van de zwarte zusters loopt vanaf hier eigenlijk door en zit constant verweven met die van het Onze Lieve Vrouwziekenhuis.

Al vrij snel evolueerde het genoemde tehuis immers tot een geneeskundige instelling en in 1904 werd dan ook het “Geneeskundig Gesticht van O. L. Vrouw” opgericht. De inwonende rijke oude dames mochten er wel blijven, maar als één van hen overleed, kwam de kamer vrij voor één of meer zieken.

Dit betekende dan ook meteen het ‘échte’ begin van het huidige Onze Lieve Vrouwziekenhuis.

Een brochure kondigde de opening aan als volgt:

"Dit schoon Gesticht heeft voor doelwit het verplegen der zieken van de oogen, van den neus, de ooren en de keel; der heelkundige ziekten; der kinderziekten; der ziekten van de voeten. Voor ieder dezer ziekten is er een afzonderlijke specialist. Het Gesticht is gelegen op eenen heuvel en omringd van prachtige hovingen. Het biedt dus aan de zieken een zeer aangenaam en gezond verblijf. Er zijn zeventig ruime kamers ingericht voor de zieken. De prijs van onderhoud, wijn niet inbegrepen, is van 2 tot 10 fr. per dag, volgens de kamer en de tafel die men begeert. De dienst is toevertrouwd aan kloosterzusters. Een zuster om de zieke des nachts te bewaken kost 1 fr. per nacht. De personen aangedaan door besmettelijke ziekten of krankzinnigheid worden in het Gesticht niet opgenomen. Het Gesticht zal geopend worden den 9de mei."

Hoe bescheiden ook het begin was, toch werd men reeds in 1908 verplicht om een nieuwbouw op te richten langs de Kloosterstraat (tegenwoordig de ‘Leopoldlaan’) om alle zieken een onderkomen te kunnen geven.

De eerste gespecialiseerde chirurg, dokter Heffinck, zou de instelling helpen om zich door de moeilijke beginperiode te loodsen.

Tijdens de eerste wereldoorlog raakte het geneeskundig gesticht zwaar beschadigd door de bombardementen. De schade werd echter vrij snel ook terug hersteld en alles nam terug zijn normale loop.
Nog in de jaren 1920 voelde men echter ook de noodzaak om leken te gaan betrekken bij de verpleegkundige taken, en al gauw drong zich opnieuw een verdere uitbreiding op.

In 1927 werden een nieuw operatiekwartier en twee zalen voor hospitalisatie gebouwd, de Monika- en de Augustinuszaal.


Tussen de twee wereldoorlogen was dr. André Goffaerts, een belangrijk chirurg uit die tijd, werkzaam in het ziekenhuis.

Na zijn studies als dokter kreeg André Goffaert een chirurgenopleiding waarna hij zich met zijn gezin vestigde op de St. Jacobsmarkt in Gent. Op aanraden van de Aalsterse deken Coppieters vestigde hij zich in 1928 te Aalst als chirurg en plaatsvervanger van de inmiddels overleden Dr. Heffinck.

De dokter ontwikkelde een heel eigen stijl voor maagoperaties en was één van de eersten ter wereld (!) die de ‘gedeeltelijke maagwegsnijding’ toepaste bij een maagperforatie. In België was hij daarenboven ook een pionier van de ‘thorax-chirurgie’. Bij deze behandeling wordt een long bij tbc-patiënten geheel of gedeeltelijk verwijderd.

Hij werd aangesteld als hoofdchirurg, en dit zowel in het Stedelijk Ziekenhuis als in het O.L.V. Ziekenhuis.

Op 15 oktober 1930 stichtte hij daarenboven ook nog een heelkundige school. Hij stond bekend als punctueel en zeer streng voor zijn assistenten, maar heel minzaam tegenover zijn patiënten, wat maakte dat heel veel mensen vertrouwen in hem stelden en dus zonder ‘boe of ba’ de nieuwe school omarmden.

In 1937 verhuisde de school naar een nieuw gebouw op de Leopoldlaan, het nog steeds bestaande Sint Augustinusinstituut voor Verpleegkunde, dat door broeder Urbain werd ontworpen. Broeder Urbain stond trouwens in 1932 ook al in voor de bouw van een nieuwe kapel, een echt pareltje van architectuur.


Dr Goffaert werkte tijdens WO II als Kapitein Commandant-chirurg in het legerhospitaal in het St. Jozefscollege in Aalst. Daarna werkte hij ook nog in Torhout en in De Panne, waar hij op verzoek van koningin Elisabeth een hospitaal voor vluchtelingen oprichtte.

De kennis en professionaliteit van de Zwarte Zusters die instonden voor de opvang en verpleging van de patienten was ook de Duitse bezetter niet ontgaan en ook zij vertrouwden de zorg voor hun gewonden toe aan hen.
De kliniek bleef dus op volle toeren draaien.

Dokter Goffaerts stierf in 1947 op 48-jarige leeftijd door een val van zijn paard tijdens een vakantie in Spa. Al snel werd de naam van het bestaande Ajuinveld gewijzigd in de Dokter André Goffaertsstraet. Dit gebeurde uit erkentelijkheid om zijn uitstekende diensten als heelkundige en als sociaal voelend man met een hart voor de Aalsterse bevolking en in het bijzonder voor de minstbedeelden.

Toen hij aankwam in het ziekenhuis waren er een 70-tal bedden, toen hij in 1947 op 48 jarige leeftijd overleed waren dat er 250 en waren er plannen voor nog 100 bijkomende bedden.

Zijn vroegtijdig heengaan liet een grote leegte achter gezien hij steeds heel deskundig en ‘menselijk’ te werk ging.

De dokter gaf zijn kennis door aan drie assistenten, dokter De Clercq, dr De Cock en dr Cuvelier.

Op een bepaald ogenblik werd door dr. De Cock voorgesteld een trust te vormen met de kliniek en het hospitaal van Aalst en de instituten van Ninove, Opbrakel, Wetteren, Asse en Dendermonde. Afhankelijk van de nood zouden chirurgen dan worden uitgezonden naar de verschillende ziekenhuizen die deel uitmaakten van de trust.

Dr. Cuvelier vond dit zeker geen slecht idee, maar het stemde niet echt overeen met zijn eigen ambities en betrachtingen. Hij verkoos namelijk om aan één ziekenhuis verbonden te zijn, waarbinnen hij dan een bepaalde tak van de chirurgie ten gronde zou kunnen ontwikkelen. Hij dacht in de richting van de thoraxchirurgie, omdat hij hiervoor ook al de rechterhand van dr. Goffaerts was geweest.

Hij wilde de chirurgie meer naam en faam geven, en zou daar glansrijk in slagen ook.

Op 2 december 1948 was hij verantwoordelijk voor de eerste geslaagde hartoperatie in Belgie. Deze werd uitgevoerd op Lowieke Goeman, een tienjarige Aalstenaar die leed aan blauwzucht.

Blauwzucht (of ‘cyanose) is het blauw kleuren van de huid door de aanwezigheid van gedeoxygeneerd hemoglobine (eiwit dat zorgt voor het transport van zuurstof) in de bloedvaten in de buurt van het huidoppervlak. Het kan voorkomen in de vingers, ook onder de nagels, en in andere extremere gevallen in de lippen en het gezicht.

De OLV kliniek werd hierdoor meteen op de landkaart gezet.

Het nieuwe pand was goed uitgerust, en men kon beginnen sleutelen aan reorganisatie en oprichting van bestaande en nieuwe diensten. Anesthesie, nko, pediatrie, …

In 1950 werd dr. Paula Harth er als eerste vrouwelijke arts aangesteld, op de afdeling Inwendige Ziekten. Zij kwam toen rechtstreeks als gepromoveerde 1950 van de KU Leuven, faculteit geneeskunde.

In 1956 wijzigden de zusters hun klederdracht. Hun oude habijt werd vervangen door een iets praktischere kleding die het hen toeliet om de zieken beter en gemakkelijker te kunnen verzorgen.

In 1966 rees de vraag naar de sociale status van de kloosterzusters en een wijziging drong zich op.

Op 1 januari 1970 stonden de zusters hun ziekenhuis af aan een vzw en wijzigde de naam in “V.Z.W. O.L. Vrouwziekenhuis”. Dat nieuwe beheer was een organisatie bestaande uit deskundigen en toegewijde leken.  Samen met de nog overgebleven zusters werd verder gewerkt aan de uitbouw van het ziekenhuis.

Twee jaar later werden de gebouwen in de Kapellestraat verkocht, de kapel aan de firma “De Ster” en nog in hetzelfde jaar het klooster aan de stad Aalst.

De “V.Z.W. Congregatie Zwarte Zusters van de H. Augustinus” werd definitief overgebracht naar de Moorselbaan nr. 164.
In 1992 woonden er in dit klooster nog een dertigtal zusters waarvan en nog slechts zeven in het ziekenhuis werkten.
Na de opruststelling van de twee laatste zusters in 2004 kwam een einde aan de eeuwenoude hulpverlening van de Zwarte Zusters in Aalst.

Als dank voor hun verdiensten aan de Aalsterse bevolking werd de Kapellestraat vanaf 2004 gewijzigd in Zwarte Zustersstraat. Dit jaar werd trouwens ook de 100ste verjaardag van het OL-Vrouwziekenhuis gevierd.

In de jaren ’70 kwam er een enorme evolutie in het ziekenhuis.

Hartbewaking, nierdialyse en de uitbouw van de diensten ‘spoedgevallen’ en ‘intensieve zorgen’ waren hiervan het bewijs.

Een toename van de medische diensten zorgde voor een ‘boom’ in de ziekenhuiswereld. Daar zijn medische beeldvorming en labo, isotopen en radiotherapie grote voorbeelden van.

Het ziekenhuis telt op dat ogenblik ongeveer 430 bedden, en is ondertussen ook al geevolueerd tot opleidingscentrum voor artsen-specialisten.
De 430 personeelsleden bewijzen ook dat het OLV toen een belangrijke werkgever was in de Denderstreek.

In 1974 start men met de afdeling ‘psychiatrie’ (30 bedden).
Een nieuwe uitbreiding van de infrastructuur werd opnieuw een feit.
Twee jaar later wordt de eerste steen gelegd van ‘blok C’, en later ook ‘blok D’ dat drie jaar later in gebruik wordt genomen.

In 1978 verhuisden de Zwarte Zusters naar hun nieuw verblijf, het klooster aan de Keienberg, in de onmiddellijke omgeving van ‘hun’ ziekenhuis. Zij blijven ook nog steeds instaan voor zieken en ouderlingen.


Ook de jaren 80 betekenen nieuwe medische activiteiten.
Cardiologie en cardio chirurgie, CT scan, Gastro, CAT lab, neuro chirurgie en plastische chirurgie worden opgestart.
In 1986 wordt blok ‘D’ gebouwd. Na twee jaar is deze operationeel voor onder andere inwendige geneeskunde en pediatrie.


In 1987 vinden we ‘het wiegje’ terug van de eerste MUG (Mobiele Urgentie Groep) in Aalst.
Een MUG is een gespecialiseerde eenheid die in België ingeschakeld wordt in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening (het 112-systeem) en gespecialiseerde bijstand verleent aan het team van een ambulance. Ze fungeren als een rechtstreeks verlengstuk van de spoedgevallendienst en bieden gespecialiseerde dringende zorgen aan patiënten met ernstige en levensbedreigende problemen, zoals patiënten met een hart- of ademhalingsstilstand of een zwaar trauma.

De voertuigen die door MUG-diensten gebruikt worden zijn vaak van het type stationwagen of SUV, omdat ze voldoende ruimte moeten hebben om zowel het MUG-personeel als verzorgingsmateriaal en medische apparatuur te vervoeren. Ook moeten ze in staat zijn uiteenlopende plaatsen in uiteenlopende weersomstandigheden te bereiken en dat is dan ook de reden dat ze vaak van vierwielaandrijving voorzien zijn.

In de nasleep van de aanslagen op 13 november 2015 in Parijs en 22 maart 2016 in Brussel werd besloten dat de voertuigen en het personeel van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening herkenbaarder moesten worden. Voertuigen voor dringende hulp (waaronder dus ook de MUG-voertuigen en ambulances) worden met groen-gele Battenburgpatronen op de zijkanten en een oranje-geel visgraatpatroon op de achterkant uitgerust. De hulpverleners krijgt eenzelfde gestandaardiseerd geel-turquoise uniform met verschillende kleuren voor de Star of Life voor de verschillende soorten hulpverleners (waaronder rood voor artsen en groen voor verpleegkundigen). Deze veranderingen zouden trouwens in 2021 afgerond moeten zijn.

Einde jaren 90 staat het OLV ziekenhuis aan de top van de sector,

In het jaar 2000 komt koning Albert naar het ziekenhuis voor 2 belangrijke ingrepen en sprak erna met heel veel lof over zijn behandelende artsen en het ziekenhuis in het algemeen.

In de jaren 2000 kende Belgie een vloedgolf van fusies. Het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis zou daar zeker geen uitzondering op vormen.
Het is ondertussen een fusieziekenhuis met drie campussen geworden : één in Aalst, één in Asse en één in Ninove. De meeste artsen die bij het OLVZ werken, zijn actief op de drie campussen.
Op 31 december 2001 vond de fusie plaats met de al gefuseerde Heilig Hartziekenhuizen Asse/Ninove. Daarvoor heette de campus Ninove het "Nieuw Ziekenhuis Ninove"

Het ziekenhuis beschikt op de drie campussen over 844 erkende bedden, waarvan 622 zich op de campus Aalst, 192 zich op de campus Asse en 30 zich in het Medisch Centrum Ninove bevinden. Daarbuiten beschikt het OLVZ ook nog over 95 bedden voor dagopnames.
In 2009 vonden er op de drie campussen 33 925 klassieke opnames en 30 067 dagopnames plaats.

Het bezettingspercentage van de opnameafdelingen bedroeg in 2010 77,93 % en in 2011 79,52 %. Het totale bezettingspercentage (revalidatie- en palliatieve zorgafdelingen inclusief) bedroeg in 2010 78,44 % en in 2011 80,08 %.[19]

Er werken ongeveer 3 000 mensen rechtstreeks voor het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis (verspreid over de drie campussen).

Er vinden jaarlijks ongeveer 40 200 chirurgische ingrepen plaats in het OLVZ

En van dan af kan men spreken van de realisatie van het masterplan.
Begin 2004 kwam het nieuwe project van 37 000 m2 in voege en ondertussen vormt dit de kern van het geheel.


120 bedden dagziekenhuis werden geïntegreerd in 2 gebouwen en ook medisch technische diensten (beeldvorming, OK, …) werden uitgebreid.

Er zijn in de periode van 2005 tot 2010 dus wel een aantal verbouwingen en renovaties gebeurd op de drie campussen.

Rond 2007 zijn in Asse onder andere de materniteit, het dagziekenhuis en de stroomvoorziening vernieuwd. Vanaf 2009 tot 2011 werden ook alle bedden op de campus Asse vervangen door nieuwe. Het masterplan voor de campus Asse had een waarde van ongeveer 3 500 000 euro.

In april 2009 werd op de campus Aalst een volledig nieuwe vleugel in gebruik genomen. Deze nieuwbouw is er gekomen vanwege plaatsgebrek en nood aan een reorganisatie van de diensten. Op dat ogenblik werden ook alle diensten gevestigd in de oudere vleugels van de campus Aalst één voor één gerenoveerd.
De nieuwe vleugel van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis is een architecturaal pareltje. Het gebouw werd op 2 oktober 2009 officieel geopend. Eén van de blikvangers : het nieuwe helikopterplatform … de in  België eerste erkende helihaven op het dak van een gebouw.

Het ziekenhuis had eerder al een helikopterplatform, maar dan wel op de begane grond. De nieuwe helihaven op het dak van het ziekenhuis vermindert de milieuhinder voor de omwonenden, maar het allerbelangrijkste is natuurlijk dat de patiënt veel comfortabeler en veiliger kan vervoerd worden. Er moet bijvoorbeeld geen ambulance meer klaarstaan om de zieke over te brengen van de helikopter naar de ingang van het ziekenhuis. De brancard wordt immers onmiddellijk van de helikopter naar de juiste afdeling of naar het operatiekwartier gereden. De transfertijd tussen helikopter en urgentieafdeling, een risicoperiode omdat de patiënt dan niet direct omringd wordt door de medische apparatuur, wordt hierdoor natuurlijk tot een minimum herleid.


Wie denkt dat de helikopter steeds wordt ingeschakeld voor dringende hulpverlening heeft het echter mis.
Nu de meeste ziekenhuizen een eigen MUG-dienst hebben met snelle ambulances, zijn de MUG-helikopters niet erg zinvol als het echt op tijd aankomt. In België is het immers erg moeilijk om een helikopter dicht bij de plaats van een ongeval neer te zetten, denk maar aan de verlichtingspalen op autostrades, smalle straten en dichtbevolkte buurten waar het onmogelijk of heel moeilijk is om te landen.

De gemiddelde interventietijd bedraagt in België bij een ongeval 7 minuten en 30 seconden. Gelet op de starttijd van de helikoptermotoren heeft een ambulance op dat ogenblik dus al een hele voorsprong. Een helikopter inzetten voor de primaire interventie klinkt misschien spectaculair maar is dus onvoldoende efficiënt.
Het helikopterplatform van Aalst wordt dus vooral gebruikt voor de secundaire hulpverlening.

Het ziekenhuis heeft internationale faam op het gebied van cardiologie en cardiovasculaire chirurgie en patiënten uit andere ziekenhuizen worden dan ook vaak naar hier overgebracht om levensreddende ingrepen te ondergaan. Ook wordt de heli gebruikt indien er dringend behoefte is aan een medisch team in een ander ziekenhuis, voor het vervoer van organen, enz.

Het platform mag dag en nacht gebruikt worden voor medische vluchten. ’s Nacht mag echter geen helikopter op het platform gestationeerd worden.

Het OLV heeft ook een eigen radiofrequentie en een weerradar. De lichten van het platform kunnen al van bij de receptie in de ontvangsthal worden aangestoken. Als de persoon die de helikopter op het platform moet opwachten in de lift zou vast komen te zitten of ergens anders tijd zou verliezen, heeft de piloot toch al een verlicht platform voor de landing. De helikopterpiloten komen zeker eenmaal oefenen vooraleer ze patiënten naar Aalst beginnen vervoeren. Dit is echt een unieke landingsplaats, enig in België.

Hier in Aalst staat wel geen helikopter permanent stand-by. Er werden immers geen exclusieve contracten afgesloten met één bepaald helikopterbedrijf. In het geval er luchttransport vereist is, wordt contact opgenomen met enkele helikopterbedrijven die dan zo vlug mogelijk proberen in te gaan op de vraag van het ziekenhuis. Dat is uiteraard niet altijd gemakkelijk omdat de toestellen niet permanent zijn uitgerust voor de medische vluchten.

In 2010 is ook het Medisch Centrum Ninove vernieuwd. Ondertussen is het O.L.V. Ziekenhuis, door vele Aalstenaars nog altijd “De Kliniek” genoemd, uitgegroeid tot één van de grootste en bekendste ziekenhuizen van ons land en zelfs buiten de landsgrenzen wordt met lovende woorden gesproken over ‘onze kliniek’.

De campussen in Aalst en Asse zijn algemene ziekenhuizen: patiënten kunnen er terecht voor alle raadplegingen, operaties, opnames in het dagziekenhuis en hospitalisaties. De campussen Aalst en Asse beschikken ook over een spoedgevallendienst. De campus Ninove noemt officieel het Medisch Centrum Onze-Lieve-Vrouw Ninove. Sinds de fusie in 2001 is de campus Ninove geen algemeen ziekenhuis meer. In het Medisch Centrum Ninove zijn er wel nog steeds raadplegingen, een dagziekenhuis, een operatiekwartier, een revalidatiecentrum, een dialysecentrum en een dienst voor medische beeldvorming.

Het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis maakt ook deel uit van de ziekenhuisgroepering Aalst-Dendermonde-Ronse. Met het AZ Sint-Blasius in Dendermonde en het AZ Glorieux in Ronse wordt voor bepaalde specialismen intensief samengewerkt.

Hieronder volgt een kort, maar dus zeker niet volledig (!) overzicht van de belangrijkste vernieuwingen in de loop der jaren, zonder zeker de niet vermelde diensten uit het oog te verliezen ... Uiteraard verdienen alle diensten en medewerkers een pluim (meer dan één zelfs) om steeds de beste zorgen te verlenen, vaak in minder gemakkelijke of onaangename omstandigheden !

Het hartcentrum van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis behoort tot de grootste van het land: het telt 23 cardiologen, 7 cardiochirurgen, meer dan 200 paramedici en 4 verpleegkundigen met enkel onderzoeksopdrachten. Het aantal secundaire en tertiaire doorverwijzingen naar de dienst zijn vergelijkbaar met dat van universitaire centra. Het hartcentrum bezit expertise op alle domeinen van de cardiologie en cardio-vasculaire chirurgie en geniet ook van een stevige internationale reputatie op het vlak van medische opleiding en wetenschappelijk onderzoek.

Sinds het ontstaan heeft de afdeling ongeveer 200 artikels gepubliceerd in de voornaamste cardiologische tijdschriften. Tot nu toe kwamen 70 buitenlandse (Europa, Azië en Zuid-Amerika) cardiologen voor een bijkomende training van één of meerdere jaren naar het centrum. De afdeling participeerde zeer actief in 180 klinische studieprojecten en leidde de afgelopen 15 jaar 100 assistenten op.

Sinds februari 2015 beschikt het Nationaal Multiple Sclerose Centrum vzw, kortweg het NMSC (in Melsbroek), over een nieuw zorgtraject, waarbij personen met MS of aanverwante aandoeningen terecht kunnen voor een evaluatie van hun medische, fysieke, psychologische en sociale noden. Om de toegang tot dit nieuwe team zo laagdrempelig mogelijk te houden, biedt het NMSC haar expertise aan personen met MS ook aan buiten de muren van het NMSC door ‘on site’ te werken van een universitair of algemeen ziekenhuis. Vanaf 3 juni 2016 kunnen personen met MS of aanverwante aandoeningen dan ook zonder problemen terecht in het OLV Ziekenhuis Aalst voor een multidisciplinaire screening door het TMS-team (Transmuraal Multiple Sclerose Team).

Op 26 november 2016 hebben de nog overgebleven Zwarte Zusters hun archief overgedragen aan de stad Aalst. Die namiddag werd er een kleine plechtigheid georganiseerd, waarop de zusters aanwezig waren. Het archief is bijzonder waardevol en bevat zelfs originele oorkonden uit de 15de eeuw, met het schepenzegel van de stad Aalst. Tot op heden beschikten we enkel over een kopie hiervan. 

“We zullen vanzelfsprekend bijzonder goed zorg dragen voor deze collectie,” zei schepen Karim Van Overmeire. “Deze schenking komt ook op een bijzonder goed moment: in het kader van de bouw van Utopia waren er archeologische opgravingen op de site van het vroegere klooster van de Zwarte Zusters. De documenten die we nu ontvangen hebben, zullen ons zeker helpen om de stukken van de puzzel te leggen.”

Door hun eerder verblijf aan de pupillensite zijn deze zusters dus niet enkel verantwoordelijk voor de geschiedenis van het OLV maar ook voor die van ‘Utopia’, het bilbliotheekgebouw dat op deze plaats verrees.

In februari 2017 kregen we goed nieuws vanuit de ‘financiele sector’. Dan werden immers de ‘awards best finance team of the year’ bekend gemaakt. De award in de categorie ‘kmo en social profit’ ging naar het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis Aalst-Asse-Ninove. Als het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis Aalst-Asse-Ninove vandaag een financieel gezond ziekenhuis is, dan heeft het dat zeker ook te danken aan het financedepartement. Het ziekenhuis had overgeïnvesteerd in een nieuwbouw, wat resulteerde in slechte financiële resultaten. Bovendien bleven de uitgaven sneller toenemen, terwijl de inkomsten vertraagden of stagneerden, zonder daar meteen op in te grijpen. Een directiewissel en een vernieuwde raad van bestuur zorgden voor een frisse wind in de organisatie. Er werd actie ondernomen om het budget weer in evenwicht te brengen.

Januari 2019 betekende een baanbrekende vernieuwing in de behandeling van diabetes.  In de eerste week van dat jaar immers werden de eerste patienten met diabetes type 1 behandeld met een ‘artificiele pancreas’. Hierdoor wordt de suikerregeling spectaculair verbeterd en wordt het gemakkelijker om bij te sturen waar nodig.

In oktober van datzelfde jaar lanceerden het OLV en de hogeschool Odisee samen een nieuw opleidingsprofiel : Clinical datamanager. Daardoor worden studenten opgeleid tot professionals voor de electronische verwerking van medische data. Hierdoor worden de soms lijvige patientendossiers bij de huisarts of in het ziekenhuis vervangen door bestanden met elektronische gegevens.

De afstudeerrichting Healthcare management leidt studenten op tot professionele bachelors die jobs invullen als medisch administratief bediende (MMA), clinical trial assistant en clinical datamanager. Die invalshoek, waarmee we meertaligheid, gezondheidszorg, informatica en innovatie bundelen, is uniek in Europa en zorgt er voor dat zorgkundigen ontlast worden van een aantal administratieve taken.

De slogan van het OLVZ is "Top in Zorg.". Het ziekenhuis heeft ook een mascotte voor zijn kinderafdeling: het egeltje "Olivia". "Olivia" is onder andere terug te vinden op infoborden in wachtzalen, het operatiekwartier en de consultatieafdelingen. Ook is ze te vinden in brochures en op de website van de kinderafdeling

In januari 2020 lezen we volgend motiverend bericht op Twitter. Patiënten met tumor in mond, kaak of aangezicht (#MKA) kunnen na operatie moeilijk praten. Via een tablet met de Gespreksboek-app kunnen ze beter communiceren en zich zo beter integreren. Dank zij Levensloop Aalst (een organisatie van de Stichting tegen Kanker) konden de tablets hiervoor aangekocht worden.

Nog in 2020 kenden we de uitbraak van Covid-19

Met het vertrek van de, voorlopig, laatste coronapatiënt op 1/7/2020 was de stad Aalst bijna Covid-vrij. De crisis was echter nog niet helemaal bezworen, want er lagen toen nog twee coronapatiënten in het ASZ, het andere Aalsterse ziekenhuis.

Tot op dat ogenblik lieten 133 mensen het leven door het coronavirus in de Aalsterse ziekenhuizen.
Eind maart bereikten de Aalsterse ziekenhuizen hun piekmoment. Toen lagen er 172 coronapatiënten in het ziekenhuis. Midden april waren er 41 bedden bezet op intensieve zorgen. Over de hele periode werden er een kleine 600 mensen genezen verklaard.
De afdeling van het OLV ging in stand by modus.

Eind september, begin oktober, betekende echter een nieuwe opmars van het virus, waardoor de diensten van de beide hospitalen opnieuw in gereedheid gebracht werden voor de opvang van nieuwe patiënten.

Covid-19 zorgde op dat ogenblik trouwens ook voor een relletje door een misschien wat ongelukkig geformuleerde boodschap van de burgemeester. Hierover is meer te vinden bij de bespreking van het ASZ.

Het Sint Augustinusinstituut - in de volksmond wel vaker 'de verpleegstersschool' genoemd, bevindt zich nog steeds op de Leopoldlaan.


Tegenwoordig spreekt men van het 'SAI'. De school kende de voorbije decennia een voortdurende dynamiek en omvat vandaag naast opleidingen tot verpleegkundige ook een opleiding tot verzorgende. Naast de beroepsopleidingen maakt ook een TSO afdeling uit van de school..

Na vele interne vernieuwingen werden beide Aalsterse ziekenhuizen, het ASZ en het OLV, op 16 oktober 2023 gefusioneerd. 
De nieuwe naam werd AZORG ... Vanaf 1 januari 2025 verdwijnen de namen ‘ASZ’ en ‘OLV’ volledig uit het Aalsterse straatbeeld ... 

Met een estafette vanuit zes ziekenhuizen werd op maandag 16 oktober 2023 afgeteld naar de bekendmaking van de naam en het bijhorende logo van het nieuwe fusieziekenhuis. 
Zowel vanuit de ASZ-campussen in Geraardsbergen en Wetteren, de OLV-campussen in Ninove en Asse én vanuit de OLV- en ASZ-campussen in Aalst vertrok er een team van medewerkers die al lopend en fietsen een puzzelstuk naar de locatie van de voorstelling brachten.

De zes puzzelstukken werden uiteindelijk samengelegd in ’t Gasthuys, het stedelijke museum van Aalst, en onthulden daar de naam van het fusieziekenhuis en het bijhorende logo: AZORG.

Hier het eindresultaat van het gepuzzel, en dus meteen ook het nieuwe logo ...
 

Het nu op twee na grootste ziekenhuis van Vlaanderen is jaarlijks goed voor maar liefst 950.000 consultaties, 58.000 verblijvende opnames, 120.000 dagziekenhuisopnames, 90.000 aanmeldingen van spoedgevallen en 2.500 bevallingen. Het telt meer dan 500 arts-specialisten, ruim 5.000 medewerkers en 1.200 gefinancierde bedden.


Bronnen :

olv.be
OLV ziekenhuis Aalst-Asse-Ninove via YouTube 100 jaar OLV ziekenhuis Aalst
OLVZaalst (twitter)
kuleuven.be>vesaliusonline
mscenter.be
Odisee Facebook
zorgneticuro.be
healthcare-executive.be
inventaris.onroerenderfgoed.be
foto klooster – kapel flickr
Facebook Ons Aalst vroeger en nu
aalst.be>bibliotheek
sai-aalst.be
HLN 16/10/2023
hartcentrumaalst.be
Hangar Flying (8 oktober 2009)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten