De sagen van de bloedkoets zijn vooral gesitueerd in en rond Antwerpen, Vlaams Brabant en Aalst. Naargelang de plaats en de tijd verschillen deze verhalen lichtjes. Eén constante is dat het wel altijd gaat het over een afgesloten zwarte koets die 's nachts door de stad rijdt. De koets ontvoert kinderen, of de duivels die erin zitten bijten de kinderen hun tenen af.
De geschiedkundige Petrus van Nuffel (1871-1939)
tekende het volgende verhaal op over de bloedkoets, dat zich in Aalst zou
hebben afgespeeld:
"Tijdens de Franse tijd reed in Aalst elke avond de bloedkoets rond. Het voertuig was naar alle kanten gesloten, maar het bloed sijpelde door de luiken.
Weerszijds de koets liepen gemaskerde mannen die de
kinderen die ze ontmoetten ontvoerden en doodden. Het bloed werd naar Parijs
gestuurd voor de "grote republikein".
We kunnen de bloedkoets catalogiseren onder de
verzameling kinderschrikken, griezelige figuren zoals de loekebeer, de weerwolf of
de korenpater. Deze kinderschrik werd verteld om er voor te zorgen dat de
kinderen 's nachts niet te laat op straat liepen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten