Een bistjen /bizjeken is een woord dat komt van het franse ‘biche’ : (hinde / lieveling)
We vertalen het als 'diertje'
Er zijn wel een paar uitdrukkingen met 'bistjen' erin, hoewel deze eigenlijk maar weinig met echte diertjes te maken hebben.
- van ’t bistjen emmen : voetjicht hebben
- in zen bistjes deigt doeng :genieten, zich tegoed doen
- van de biestemert kommen : gierig zijn
Een plaats waar veel diertjes samenzitten is den biestenof : de dierentuin, zoo
Als we ons misdragen, 'hangen we de biest oit', maar als we onze partner of onze diertjes aaien / liefkozen, heet dat 'Flossen, fledderen of flodderen'
Ik verdeel de beestjes hier volgens hun werkdomein.
Zo kennen we beestjes 'ter land', 'in 't woter' en 'in de locht'.
Zo kennen we beestjes 'ter land', 'in 't woter' en 'in de locht'.
Ver de bistjes 'in 't woter', klik HIER
Ver de bistjes 'in de locht', klik HIER
Hieronder begin ik met die 'ter land'
Bakker : meikever met matte schildvleugels
Beiken : schaapje. Komt uiteraard van het typische 'bei'-geluid dat deze diertjes maken.
Bizon : bizon
- 'nen bizon op twie poeiten' : lomp vrouwmens
Broinen : bruin paard.
- 'da kan mennen broinen ni trekken’ = dat is niet haalbaar voor mij, mijn vervoersmiddel (vroeger heel vaak een paard) heeft geen trekkracht genoeg
Das : komt voor in verschillende uitdrukkingen :
- Ne vetten das : lieflijke uitdrukking voor een mollig kind (e vettig dasken)
- Hij/zij is zo vet as nen das en zoei gezond as ne vis : ’t is een schoon kind
Eizel : ezel, ook wel eens gebruikt om een zogenaamd ‘Ros’ uit een naburig dorp te benoemen.
- Ne stamp van den eizel kroigen : stank voor dank krijgen
Ekster : ekster
- 'heer ekster woentj hoeig' : zij heeft lange benen
- '’t er es zeiker een ekster oit a hol gevloegen' : gebruikt als verwondering (als bv een gierig iemand een rondje geeft)
Esse / Erse : egel, ook gebruikt voor een serpent van een vrouw of een brutaal kind
Fernoin (ook Fornoin) : ongedierte / schadelijke insecten, figuurlijk ook gebruikt voor ‘gif’
Gesdoiker : meikever die met een poot aan een touwtje werd gehangen en dus niet meer kon vliegen. Alle pogingen eindigden in het gras.
Geshoer : koe (Mijlbeek), ook een vrouw die ‘hét’ eender waar doet (ook in het gras), tegenwoordig ook ‘bermslet’, ‘tentslet’
Goele : vrouwelijke gans, ook gebruikt voor een domme vrouw
Goit : geit
- Goitenbond : groep vrouwen
- Goitendoktoer : kwakzalver, scheldwoord voor dokter. In het ZuidNederlands effectief gebruikt voor een veearts
Hond : hond, gebruikt in verschillende uitdrukkingen :
- In den hond gelogeird zen : in een slecht, armtierig pension of hotel verblijven
- ’t es van den hond (zen bezze, zen kloeiten) : ’t is niet in orde, mis, niet goed, prutswerk
- Gelidj gelek as den hond ’t zondaugs : slecht gekleed zijn
- ’t heit in den hond zen kont/voer gezeiten : ’t is verfrommeld
- Ge zetj gelek nen hond me vloein : in de wolken zijn met een kleinigheid
- Nen honnentoeker : iemand die honden meeleidt om er mee te kweken
Hoon : haan
- ‘opzoi zing, gelek as Schokkert zennen hoon’ : opzij kijken, scheel zien
Hoos : haas, ook gebruikt voor een uitblinker (uit het Franse ‘un as’?)
- He es van den hoos gepoept : hij is heel snel
- Ha heit hoos geiten : goed gegeten en daardoor heel snel
- Nen hoos schieten : een stommiteit begaan hebben, raak geschoten hebben kijken,,
Horlozjemauker, horlozjeweirk :een langpootspin, hooiwagen, spinachtig insect)
Iekoeireken : een eekhoorn
Kamiel : een kameel
Kat : kat, een woord dat ook voorkomt in verschillende namen van kinderspelen :
- Katjen weir : tikkertje / poets wederom poets
- Katjen aloe : verstoppertje
- Katjen gebrekkelek : tikkertje, het aangetikt lichaamsdeel vasthoudend voor de rest van het spel
- Katjen over en ’t weir (ook ‘katjen oever de twie zeppen’)
- Katjen onienavers (de aangetikten moeten in een sliert verder spelen en mogen mekaar niet lossen)
- Katjen op d’hoeige (of ‘katjen op den blaan stien’)
- Katjen oever de zep
- Katjen verlos
- Katjen deirsnoirs
Een andere uitdrukking is ook '’t es van katjen weir' = ’t is wederkerig, verplichtend
Kattegebisj (kattebisj) : als er bij een aftelrijmpje iemand afviel, was hij/zij ‘kattegebisj
- Kattejonk : inwoner van de wijk ‘De Kat’
- Kattekop : een soort bankschroef, maar ook een pejoratief woord voor ‘katholiek’
Keinink : meikever met blinkende schildvleugels (ook ‘bakker’) of grotere hoorns
Kellerslek : een zwartgrijs gestreepte kat
Kerrekol : een huisjesslak
Keutje : jong varken
Kiek : kip.
- Kiekenbisj : die niet meer meetelt in een kinderspel (ook ‘kattengebisj’)
- ook het gevoel bij angst/kou en rechtopstaande haartjes op armen en benen
Koei : koe, de uitdrukking ‘een koei werd op staal verkocht’ wou zeggen dat jonge meisjes niet moeten gaan dansen om aan een man te geraken.
Konoin : konijn. Ook gebruikt in vele uitdrukkingen :
- Heer konoinen hangen teigen den drood / Heer konantjes kommen zing : haar tepels zijn zichtbaar doorheen haar kledij
- De konantjes loeipen los : ze loopt/ligt topless
- Blendj konoin mauken : ajuuinsaus maken, soms met toevoeging van een schel hosjlek
- Konoinemeulkes : hebben niks met konijnen of dieren te maken, maar zijn sierplantjes (grote leeuwenbek)
kornissekonoin / Kornissenhoos / Kornisse(s)loeiper : kat / letterlijk : dakgootkonijn
Kroiper : een oorwurm
Lemmen : schaap
Lemmeken bei : een lammetje. Voor een ‘lammeken zoet’ moet U bij eens gaan zoeken ‘in ’t woter’
Loipeerd : een luipaard
Lois : luis
Meimel : een houtworm.
- de meimel zitj er in : ’t beste is er af
Moiler : een meikever, zitt’n dikkes op een bloiken (= een blaadje)
Mois : muis, ook bijnaam voor vrouwelijk geslachtsdeel
Moishond : een wezel
Moizenoeirekes : niks te maken met de muis op zich, wel met de oortjes die blijkbaar model hebben gestaan voor kleine, gekrulde veldsla
Oeierebiest / Oeirezoiger / Oeirezoiper : oorwurm
Oevenbiest : huiskrekel, te vinden in het bakmeel en in de bakkersoven
Pandarken : een parelhoentje (uit het Frans : Pintade)
Pa-oe : pauw
Peerlamoeneken / Peiramoljerken : pareljuffer, netvleugelig kevertje. Wordt vaak verward, maar is het dus niet, met een moilerken (meikever)
Peerd : een paard, maar ook een langpootmug
Perebiest : een paard
Rips / risp : een rups
Rittekallekes : een ritte is een oude koe of stier, waar niets meer mee aan te vangen is.
- ‘Rittekallekes emmen’ of ‘Ritten emmen’ : men heeft niets meer, men heeft pech
Rooir : een rammelaar, mannelijk konijn
Saroepslek : grote bruine naaktslak, waarvan ook hoestsiroop gemaakt wordt.
Schaup : schaap
- Schopkes tellen : schaapjes tellen (om in slaap te geraken)
- Ja me schaup .... (ook : 'ja me kindj) : ja jong
- 't zwet schaup van de famille zen : het zwarte schaap in de familie zijn
Spinnekop : een spin
- Spinnekopnet/ Spinnekoppoeit : een spinrag
- Spinol : klein kind (letterlijk : het achterste van een spin, heel klein dus)
Teerlink : een aardworm, regenworm.
- Een teerlingenmoesjken is eigenlijk een ‘Russische muts’, omdat de krullen sterk gelijken op wormen.
Teiken : een klein hondje, een pup. Wordt ook gebruikt als troetelwoord onder geliefden.
Tekhoos : letterlijk een dakhaas. Een kat dus.
Toiger : een tijger ('t maaneken) / Toigerinne : een tijgerin ('t vraaken)
Veirken : varken.
- ’t go régeren, de veirkes loeipen me stroei in heer moil’ : gezegd bij het zien van iemand die een sigaar rookt
- ook plaats in Aalst : de Veirkemert
Veirkesbistjen : een pissebed
Veis : een vaars – jonge koe die maximum één keer gekalfd heeft
Vigilantenpeerd : koetspaard dat heel sierlijk loopt
- A moil radtj weiral per vigilante : gezegd tegen iemand die heel smaakvol (maar ongepast) snoep kauwt
Vinkmooi : een glimworm. Ook gebruikt voor een klein lichtje.
Visj : een hermelijn … Het Franse ‘vison’ = nerts)
Vloei : vlo
- 'ge zetj gelek as de koizer me vloein' : je bent fier omwille van een kleine attentie
Ook ‘gelek nen hond me vloein’
Wertamboiter : wrattenbijter. In Vlaanderen uitgestorven soort sabelsprinkhaan (groene kever), bijt met zijn sterke kaken wratten stuk en zijn verteringsvocht werkt als heelmiddel
Zjierat : een cavia
Ga gerust verder naar - de bistjes in 't woter : klik HIER
- de bistjes in de locht : klik HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten