vrijdag 1 april 2022

Den TIR - schietbaan

Op het grensgebied van de gemeente Erembodegem met Aalst lag de Stedelijke Schietbaan, in de volksmond ook wel "Den Tir" genoemd.


Er bestond reeds vroeger een schietbaan, maar die lag toen op een gevaarlijkere plaats aan de Dendermondse steenweg, zo mag blijken uit een artikel van 20 september 1885
“Op 27 juni lest omtrent 6 ure des namiddags, keerde de genoemde Alfons Ledegen, oud 17 jaren van zijn landwerk huiswaarts, toen hij op eenigen afstand der ouderlijke woning, gestaan aan ’t Verbrandhof op eens ten gronde geworpen wierd.
Later vond men hem bijna levensloos en badend in zijn bloed. De heer Bauwens geneesheer, werd met aller haast geroepen en daar de ongelukkige niet spreken kon, veronderstelde men dat hij ten gevolge eeneer hoofddraaiing was gevallen en de gaffel welke hij droeg, hem hierdoor achter het oor in hoofd was gedrongen. 
De heer Bauwens aanveerde deze veronderstelling als mogelijk.
De wonde bleef aan de krachtdadigste behandeling wederstaan en nu gisteren vrijdag ten gevolge eener geringe operatie heeft men er een kogen uitgehaald. Deskundigen bevestigen dat het de kogel is van de nieuwe geweren der garde civiek. Geen twijfel of deze kogel komt voort uit de schietbaan der garde civiek. De geweren worden er immers in de richting naar ’t Verbrandhof afgevuurd”. 
Er werd een onderzoek geopend en bij besluit van het College van Burgemeester en Schepenen werd de schietbaan van de burgerwacht gesloten. 
In de krant lezen we een beetje later: 
“Het is te hopen dat deze schietbaan voorgoed zal gesloten blijven, in andere woorden, dat men ons Stedelijk bestuur niet andermaal zal dwingen eene nieuwe schietbaan op te richten of aan de bestaande veranderingen of herstellingswerken toe te brengen die eene ongehoorde geldverkwisting zouden daarstellen”
“De schietbaan bevindt zich op eene hoogstgevaarlijke plaats, bezonderlijk voor onze medeburgers van Mijlbeke, Verbrandhof, Hof ten Hammestraat, Oude Dendermondsche Steenweg, enz. 
Sedert de burgerwacht met de nieuwe geweren schiet, staat men voor ’t onbekende onder opzicht van ’t geen een kogel kan verrichten”. 

In 1897 was er de vraag om, ‘aangezien de Statiestraat bepaald in weide is herschapen, men er voordeeliglijk het schietplein van den Dendermondschen Steenweg zou kunnen overbrengen. Doel en schutsbarmen zou men naar den kant der statie kunnen plaatsen, de lengte der straat zou een voldoenden afstand daarstellen. Dat zou in ’t statiekwartier een beetje leven brengen …”

In 1901 kwam ‘de verlossing’. 

Het schijnt dus toch waar dat de schietbaan er komen zal op Kerrebroek, achter Kobe Mertens, op het mestplein. De inhuldiging der schietbaan zou plaats hebben over een tweetal jaar”. 

Op 14 maart 1904 gaf de gemeenteraad zijn goedkeuring tot de aankoop van de benodigde gronden voor de bouw van een nieuwe schietbaan in Aalst.
Er werd toen ongeveer 4 ha 38 a grond gekocht, toebehorend aan Ferdinand de la Kethulle de Ryhove uit Gent aan de prijs van 6000 fr. per hectare. 
De openbare aanbesteding gebeurde op 17 april 1905 voor de prijs van 13.498 fr. 

Op 8 oktober 1905 werd in de gemeenteraad gevraagd wanneer de Schietbaan klaar zou zijn. Het zou immers 'van het allergrootste belang zijn dat dit snel zou gebeuren gezien de schietoefeningen van de burgerwacht reeds vroeg in de winter beginnen'

Het werd een jaartje later …
Een waterloop die doorheen de schietbaan liep, vormde nog een probleempje en zorgde voor wat vertraging tijdens de werken. 

Het gebouw, naar een ontwerp van majoor Raucq (Genie), werd in gebruik genomen op 21 oktober 1906.


De inschrijvingen voor het banket, aangeboden door de burgemeester en schepenen ter gelegenheid van de inhuldiging waren zeer talrijk. 
De uitnodigingbrief bestond dan ook uit twee delen. 
Het eene dient voor de wachten die gaarne voor niet eten, in andere woorden gezegd, de schoefelaars. 
Het andere dient voor de ‘hight life’ van de wachten, die er niet op zien 6 frank zonder den wijn te geven, om de eer te hebben te verbroederen met hunne overheden"

Wie de foto's bekijkt zal het meteen zien : grote gelijkenissen met ons stationsgebouw zijn opvallend. 
 
In 1907 werd 500 franken huur gevraagd aan de staat voor het gebruik der schietbaan door de officieren der pupillenschool en der gendarmerie. 

Den TIR stond in eerste instantie voor een Schietbaan voor politie en militairen maar tijdens de oorlogsjaren werden hier ook de zwaarste straffen voltrokken. 

Over deze gruwel kunnen we onder andere volgend fragmentje terugvinden in “Erembodegem, één dorp, twee oorlogen” van Cyndrik De Decker en Ann Mertens, 2005 : 
Het gebeurde wel eens dat een Duitse soldaat om een of andere reden werd vermoord. Zo ook in mei 1917, toen de gebroeders Ronsyn uit Appelterne tijdens hun smokkelronde aan de Dender tegengehouden werden door een Duitser, die meteen al de smokkelwaar opeiste. 
Bij het daaropvolgende handgemeen slaagde Gustaaf Ronsyn er in de revolver te bemachtigen en de Duitser neer te schieten. Daarna werd hem nog de keel overgesneden. 
Net zoals bij het geval Fuss op de Boekhoutberg werd een uitgebreid onderzoek gestart, dat al gauw naar de twee broers leidde. 
Zij werden naar Aalst gebracht, samen met hun derde broer Omer, die met deze hele zaak evenwel niets te maken had. 
Gustaaf kon uit het gevang van Aalst ontsnappen, maar hij werd drie maanden later weer thuis gevat. 
Duitse soldaten sneden hem op zijn beurt de keel over - de hele familie moest toekijken. In Aalst kwam een aanplakbrief waarop geschreven "Gustaaf Ronsyn, woonachtig te Ninove, heeft zich gisteren door zelfmoord aan de gevolgen zijner gruweldaad onttrokken".

De twee overgebleven broers werden in augustus veroordeeld tot de dood met de kogel. Ze werden in het bijzijn van de onderpastoor van de Sint-Martinuskerk met een koets richting Erembodegem gereden. 
Langsheen de schietbaan stond een andere koets, met daarop twee doodskisten. 
Oscar overhandigde zijn zakgeld aan de priester. Daarna schreeuwde hij nog "Omer is onschuldig". 
De veroordeelden knielden samen met de pastoor en zegden hun akte van berouw op. Een soldaat trad toe, bond Omer aan een paal en knoopte hem een zakdoek voor de ogen. De ongelukkige beefde door al zijn ledematen.

Oscar weigerde geblinddoekt te worden. De priester naderde en fluisterde: "Oscar, g'hebt nu zolang braaf en gehoorzaam geweest, laat mij eens doen." 
En de Pastoor van Cromphout bond hem de doek voor de ogen. Toen de rook uit de zestien geweerlopen opgetrokken was, zag men Oscar gehurkt in de aarde zitten. Zijn broer Omer was voorover gestort, en lag met zijn gezicht in de modder. Zijn koorden waren dwars door zijn lichaam stuk geschoten.
Den Tir stond op het huidig adres Schietbaan nr. 45, en werd afgebroken rond 1924

De aanwezige Canadabomen werden verkocht en van de gronden gelegen rond de schietbaan zou men trachten een lusthof te maken ‘waarin leden van ’t werk van den akker aangenaam en nuttig hun vrijen tijd kunnen doorbrengen’. 

'Den Tir' - 1979

In 1947 werd verkondigd dat ‘op den grond van de Stad Aalst, gelegen Brusselse steenweg, aan de oude schietbaan (tir) vanwege den staat burgerhuizen en werkmanshuizen zullen gebouwd worden. Alhoewel wij nog de huurvoorwaarden niet kennen, mogen we U zeggen dat de huurders na enige jaren kunnen eigenaar worden. De geteisterden hebben voorrang en kunnen in voorkomend geval hun grond verpanden’.

Tegenwoordig is er nog slechts één overblijfsel van deze gebouwen. Het wapenschild dat het torentje van “Den Tir” sierde staat nu in het stedelijk museum ‘Oud Hospitaal’.
De maker van het wapenschild was echter een beetje te enthousiast, want er staan namelijk 3 parels te veel op ... 16 in plaats van 13 op het eigenlijke wapenschild van de stad ...

Het wapenschild van Aalst gaat naar vorm en uitzicht terug op het in 1394 door zilversmid Nicolaas Colijn ontworpen stadszegel voor poorterszaken. 
Het rechtopstaande zwaard symboliseert de autonome rechtsmacht en de militaire weerbaarheid van de stad. 
De twee schildjes in het hoofd bij de punt van het zwaard, met Duitse keizerlijke adelaar en de leeuw van Vlaanderen, duiden op de horigheid van het Land van Aalst, waarvan Aalst de hoofdplaats was, enerzijds aan de Duitse keizer en anderzijds aan de graaf van Vlaanderen. 
Het schild wordt gedekt door de traditionele, met dertien parels versierde gravenkroon uit de katholieke Nederlanden. 
De rode kleur van het zwaard duidt op manhaftigheid en het zilveren veld duidt op onderdanigheid en schoonheid. 

‘Den Tir’ bleef na de afbraak van het imposante gebouw één van de weinige typische volksbuurten in de stad. 
De mensen leefden er nog lang op hun eigen manier, 'simpel' en met het hart op de juiste plaats. 

Ze kwamen allen uit de vroegere krottenwijken van de stad die werden opgedoekt. 
Een voorbeeldje hiervan is het ‘Fort Chambrol’ waarover HIER meer te lezen is. 

Voor het stadsbestuur zouden deze mensen als ‘barakkensoort’ bestempeld worden, en dat is hetzelfde beeld dat Petrus van Nuffel op 6 augustus 1936 in Het Nieuwsblad neerschreef: ‘Een vlek ontsiert het stadsbeeld. De Barakken.’ 

De laatste bewoners verhuisden net voor de bloemenveiling werd gebouwd, en ze raakten verspreid: ‘naar de Bevrijdingsstraat, ’t Saar, Korea, den Tir, naar allemaal huizen in de zelfde stijl.’

Verhuizen ging voor deze mensen met angst en weemoed gepaard, Van Nuffel vergeleek het met de situatie in de roman Människor kring en bro (1935) van de Zweedse auteur Josef Kjellgren. In die roman leefde een aantal huisgezinnen tijdens de bouw van een nieuwe brug in Stockholm samen in een grote, gecompartimenteerde barak. Toen de brug, Västerbro (1935), klaar was, verloren de arbeiders niet alleen hun werk, ze moesten ook 
op zoek gaan naar een nieuwe woning, en dat ging per definitie met verspreiding gepaard.

Ze kwamen terecht in de zogenaamde 'CVP-huizen' maar het bleek ook in deze ‘CVP-huizen’ niet altijd ideaal. 
In een pamflet van 1949 is het volgende te lezen : 
“De CVP huizen aan den TIR (woorden van M. Moens de Hase)
Als men daar langs komt, dan heeft men den indruk tussen de blokken te lopen van Beverloo. Een verschil nogthans : die van Beverloo weerstaan reeds jaren aan al de wisselvalligheden van het weder. De CVP TIR blokken, die zullen zolang niet weerstaan. Zij zullen stuiken met de CVP”
“Waar blijft onze elektrische stadsverlichting. Waar blijft onze signalisatie? Hoelang blijven de voetpaden nog open liggen daar waar de telefoonwerken reeds geëindigd zijn”?
Ook later, bijvoorbeeld in 1957 kwam de erbarmelijke toestand van de stadshuizen meermaals ter sprake. Maar er kwam geen verbetering … 
De toestand van verwaarlozing bleef lang bestaan … heel lang. 
De verwaarlozing leidde tot ongenoegen en tot criminaliteit, en meermaals werd de wijk dan ook opgeschrikt door diefstallen en vandalisme. 

In 1970 zou de Brusselsesteenweg van de Zeebergbrug tot aan de Hogeweg in Erembodegem geasfalteerd worden. En de baan zou volledig worden rechtgetrokken ter hoogte van de schietbaan. Dat zou in elk geval al een veel veiliger gevoel moeten geven. Nog datzelfde jaar kregen de woningen ook een nieuwe tint verf. 
Op het terrein kwam ook een basket- en volleybal plein, zebrapaden werden aangelegd en er kwam een openbaar speelplein voor de wijk. 

In 1978 werd een project afgewerkt waarbij enkele woningen voor ouderen werden gebouwd. Deze huizen werden voorzien van een alarmsysteem zodat er bij onraad onmiddellijk hulp zou  kunnen geboden worden. De plechtige inhuldiging vond plaats in juni 1979.

Niet enkel huizen vonden er hun plekje, ook het vuilnis blijkbaar. 

In de Voorpost van 29 februari 1980 wordt aangekaart dat het laatste huis van de Schietbaan (het nummer 97) wel het einde van de wereld lijkt te zijn. Het Aalsterse vuil wordt er door de stadsdiensten in een hoog tempo gestort zonder rekening te houden met de bewoners die slechts op 15 meter afstand wonen. 


De stadsdiensten plaatsten er nochtans enkele jaren daarvoor zelf dit bord …


Op 8 september 1989 bracht het schepencollege een werkbezoek aan de sociale woningen. Ondertussen vatte schepen Hooghuys de sanering van de woningen aan. 
          
Begin 2014 werd bekend gemaakt dat de sociale woningen die er nu zijn, zullen worden afgebroken, en er plaats zullen maken voor sociale woonblokken. 
Sociale huisvestingsmaatschappij Dewaco zou in 2016 de 62 sociale woningen aan ‘Den Tir’, nabij de Immerzeeldreef, slopen om er nadien nieuwe te bouwen.

Veel van de oude huizen stonden al jarenlang leeg, maar boden vaak wel onderdak aan krakers. Ook brak er een brand uit in één van de woningen. 

In de plaats wordt er nu een volledig nieuwe wijk met ultra-moderne sociale woningen voorzien.
Alle bewoners van Den Tir, de sociale woonwijk aan de Schietbaan en Kloosterweg, kregen een brief in de bus waarin stond dat hun huis gesloopt zou worden omdat het verouderd was. Voor veel mensen, die er al heel hun leven verblijven, was dat natuurlijk een schok.

Een schok maar ook een vooruitzicht op iets nieuws en beters. 
Ware het natuurlijk niet dat ook hier de klagers hun werk deden. 

De plannen waren (zijn) heel mooi. 


Sinds december 2020 is alles op de werf aan de Schietbaan echter stilgevallen. Wat al gebouwd was, staat in weer en wind te verkommeren. 

De vergunning van sociale huisvestingsmaatschappij Dewaco werd vernietigd omwille van enkele klachten. 
De argumenten, die trouwens eerder al werden weerlegd door de Bestendige Deputatie en de Raad voor vergunningsbetwistingen, werden ook dit keer van tafel geveegd en in juli 2021 kreeg Dewaco alsnog een nieuwe vergunning. 

De klagers gingen echter opnieuw in beroep, en ja hoor : alles ligt weer stil op Den Tir. Intussen regent het binnen in de onafgewerkte gebouwen.
Vergelijk onderstaande situatie maar eens even met bovenstaande plan van hoe het ondertussen al had kunnen zijn. 


Buurtbewoners betreuren het dat twee (!) klagers hun steeds maar blijven ‘gijzelen’. 
Oudere bewoners woonden al langer in de sociale woonwijk die trouwens al bestond voordat deze klagers hun nieuwbouw er gezet werd.
Ook de tijdelijke huisvesting die de bewoners kregen, in afwachting van hun nieuwe huis, voldoet ondertussen niet meer aan de huidige energienormen. De verouderde huizen verwarmen kost dus een fortuin. 

De gedupeerden hopen dus snel op een nieuwe en definitieve vernietiging van de klachten, zodat ze eindelijk kunnen uitkijken naar hun nieuwe woonst.

Hierbij een fotootje van café Den Tir (Bij Rita) uit 1978. Dit café bevond zich op de hoek Oude Aardeweg en Kloosterweg.




Bronnen

De Gazet van Aalst 29/06/1947
Waarheid : 07/05/1949
Voor Allen 17/08/1990 – 20/12/1969
De Volksgazet 21/10/1906
De Koornbloem 27/03/1938
De Denderbode 20/09/1885 – 27/09/1885
De Dendergalm 09/05/1897
“Erembodegem, één dorp, twee oorlogen” van Cyndrik De Decker en Ann Mertens, 2005
Skyscrapercity.com/showtread.php?t=1642578
HLN 29/09/2021 foto Swirko
foto café Den Tir via MadeInAalst
Postkaart TIR 1907 via MadeInAalst

Geen opmerkingen:

Een reactie posten