woensdag 9 december 2020

De Gilles ... een overzicht

In de periode na de eerste wereldoorlog waren er in Aalst maar liefst twee Aalsterse gillesverenigingen actief, wat eigenlijk een heel opvallend feit was daar ‘de gilles’ van oorsprong een typische Waalse carnavalfiguur was. 


De Gilles zijn immers folkloristische personages die eigenlijk enkel naar buiten komen op vastenavond (de dag voor aswoensdag). Ze zijn vooral gekend in centraal Henegouwen, in Binche, maar ondertussen heeft ook Aalst dus ook ‘zijn’ Gilles. 
In Aalst blijven ze trouwens niet binnen ... ze lopen mee tijdens zowel de zondag- als de maandagstoet, en op maandag houden ze hun bezemdans op de Grote Markt. Een spektakel dat zeker de moeite waard is om te gaan bekijken.

Het verschijnen van de Gilles in onze stad was een rechtstreeks gevolg van de ideeën van het feestcomité dat tijdens de organisatie van de eerste stoeten werkte naar het voorbeeld van andere steden, waaronder Binche.

Aalst kende in het verleden zowel de ‘Ware Gilles’ (tot 1971)  als de ‘’Ajuingilles’(tot 1933), en tegenwoordig nog steeds ‘De Aalsterse Gilles’ maar … 

wie of wat zijn dat nu eigenlijk … de Gilles? 

De Gilles komen eigenlijk uit de periode dat Amerika ontdekt werd. Het waren de Spanjaarden die specerijen, culturele activiteiten en klederdrachten 'van ginderachter' importeerden en zo kwam ook het typische pak met Inca- en Aztekeninvloeden bij ons terecht.  De Spaanse verrovering van Mexico was trouwens een zeer belangrijk onderdeel van de Spaanse kolonisatie in Amerika. De komst van de Spanjaarden betekenden meteen het einde van het Azteekse rijk. 
Hier een tekening van enkele Azteekse krijgers ... 


Hoe kwamen de Gilles nu eigenlijk bij ons terecht ? 

Ter gelegenheid van de huldiging van Keizer Karel en zijn zoon Philips in 1549, werd door Maria van Hongarije (de zus van keizer Karel) een groot feest georganiseerd, met optochten, steekspelen en tornooien. Dit vond plaats in haar paleizen in Binche en Mariemont. 
Zij was sedert 1531 regentes van de Nederlanden en ‘Dame de Binche’en verbleef in het kasteel van de Graven van Henegouwen, dat ze volledig had laten  herinrichten en versieren. 
Tijdens de feesten waren er ook presentaties (neen, nog niet via PowerPoint) over de grootste en mooiste overwinningen van de keizer, waartoe natuurlijk het legendarische keizerrijk van de Incas en de Azteken behoorde dat onder voogdijschap van de koning van Spanje terecht gekomen was.

Spaanse solddaten werden omgetoverd naar rode Inca’s met hun veelkleurige tatoeages en hoofddeksels versierd met pluimen, en ze dansten zich de ziel uit hun lijf. 
Het mag hierdoor duidelijk zijn dat de indianen en Inca’s de échte de voorlopers waren van ‘de Gilles’ zoals we ze tegenwoordig nog steeds kennen.

De ‘Gille’ zou zijn naam trouwens gekregen hebben door een figurant, de genaamde ‘Gil’ van een zogenaamde Incagroep. Gil was toen trouwens een wijd verspreide Spaanse voornaam. 
De brave man viel zo hard op door zijn enthousiasme in de stoet dat zijn naam zou verder blijven leven …

Een tweede versie vertelt dat Keizer Karel en zoon Filips naar Brussel kwamen ter gelegenheid van de traditionele Ommegang. Voor die gelegenheid had men ook Indianen uit Peru laten overkomen, en hun verschijning inspireerde ook andere steden, waaronder Binche.


Ze bootsten de Inca’s en Azteken na en de rest is geschiedenis.

En een derde theorie omtrent de oorsprong van de Gilles, ligt in de ‘Ballets Sauvages’. Aan de Franse hoven werd in de 15e en 16e eeuw vaak een bal gehouden waarbij zwart gemaakte mannen, die werden voorzien van linten en veren op het hoofd en belletjes om de enkels, optraden. 
Tegenwoordig zou het omwille van de uitbeelding van 'racisme' niet meer kunnen natuurlijk, maar het zou wel eens aan de oorsprong kunnen gelegen hebben van de ‘Gille’.

De Gilles mogen dan wel onlosmakelijk verbonden zijn aan Binche, een Aalsterse karnaval zonder Gilles is natuurlijk ook ondenkbaar geworden. 

De Gille is in de loop van de tijd, net zoals praktisch alle andere dingen,  natuurlijk ook geëvolueerd. 
In het begin haddden ze bijvoorbeeld geen hoed van struisvogel-, maar wel van maraboeveren
Het diertje stamt uit het geslacht van de ooievaars.  De hoed was toen ongeveer 50 centimeter hoog.

Eind 1800 kwamen de struisvogelveren op de proppen, alsook enkele juwelen die aan de hoed gehangen werden.  
De veren bleven, de juwelen verdwenen. 
Als offer aan de zonnegod werden noten, appels, kastanjes en ….  ajuinen gegooid. Appelsienen waren toen nog veel te duur.  Later, in de 19e eeuw werden dat dan uiteindelijk toch de appelsienen, en ook dat is iets wat we tot op vandaag de dag nog steeds kennen. 
Hier een afbeelding van een groep Gilles uit 1877.


Goed, we weten nu van waar de Gilles en enkele van hun gebruiken komen.  Laten we nu eventjes inzoomen op hun prachtige kostuums

De Gilles zijn te herkennen aan hun driekleurig pak, steeds met gebochelde borst en rug.  Het geheel is prachtig versierd met kant en kraag en op het hoofd dragen ze een hoed met struisvogelveren. 

Met zijn klompen stampt de Gille de grond aan als symbool voor het vruchtbaar maken van de grond.
De kadans wordt in hoofdzaak gegeven door de trommel, bijgestaan door verschillende blaasinstrumenten. Het ritme is door de eeuwen heen eigenlijjk nooit veranderd. De melodietjes zijn nog steeds de originele muziek van tijdens het bezoek van Keizer Karel. 
De speciale pas met gebogen been, de zogenaamde ‘stomping dance’, vindt zijn oorsprong bij heel veel rituelen met betrekking op de vruchtbaarheid van de bodem. 


De bellen op het kostuum verwijzen naar de voorwerpen die de primitieve volkeren ter hoogte van de nieren droegen.  Met het geklingel van de bellen probeert de Gille alle slechte invloeden (boze geesten, heksen, …), die een vruchtbaar jaar in de weg kunnen staan, weg te jagen. 
De nieren waren trouwens heel belangrijk want de gezondheid en conditie werden (en worden) beschadigd door het niet tijdig afdrijven van afvalstoffen. 
Chanca piedra’ of ‘steenbreker’, afkomstig uit Peru is trouwens een uitstekend middel om onze nieren te zuiveren en de gezondheid ervan te stimuleren. Deze plant was reeds bij de Inca’s bekend en heeft sterk vochtafdrijvende eigenschappen. Steenbreker zorgt ook voor een gezonde bloeddruk en activeert onze leverfunctie. 
De bellen staan echter ook symbool voor de zon en de aankomende zomer, waarbij verwezen wordt naar de lentefeesten van vroeger.

De versieringen op het kostuum verwijzen naar de kleurrijke tatoeages van de Indianen.
In Aalst zijn dat :
- 80 bloemen die verwijzen naar de stad Aalst als bloemenstad
- 18 leeuwen
- 18 keizerlijke kroontjes
- Het schild van Iwein van Aalst
- 3 emblemen met de afbeeldingen van het standbeeld van Dirk Martens, het Belfort en het Wapenschild van Aalst.


De Gille draagt een mandje mee, gevuld met sinaasappelen om uit te delen aan het publiek. De sinaasappelen dienen als offer aan de Zonnegod Helios. De sinaasappelen vervangen het brood, het fruit en het varken dat vroeger als offer voor de vastendagen gegeven werd. 
In Aalst wordt op maandag tijdens de Gillesdans ook steeds een beroep gedaan op de burgemeester, de prins en de voorzitter van het feestcomité om hen een beetje te helpen. Naast sinaasappelen gooien ze dan trouwens ook kleine bezempjes in het publiek, een heel gegeerd item, waar nogal wat gegrabbel en gevloek komt bij kijken. 

De enorme bult die de Gille op de rug en de borst draagt is symbool voor de misvorming en de lelijkheid van de heksen en ‘andere rare verschijnselen’ van de primitieve volkeren.

De prachtige hoed is ongetwijfeld hetgeen het meest aanspreekt bij het zien van de Gille. Op deze hoed zitten tussen de 250 en 300 struisvogelpluimen die de weelderige haartooi van de Indiaanse volkeren nabootst.

Aanvankelijk droegen de Gilles in Aalst geen masker, terwijl dat in Binche wel steeds het geval geweest is. De laatste jaren is het ondertussen niet meer weg te denken. In Aalst wordt het masker gedragen tijdens de bezemdans op carnavalsmaandag, een schitterende voorstelling trouwens die je zeker eens moet gezien hebben. 
Het masker werkt het individualisme weg. De Gilles vormen immers één geheel, waarbij de ene niet te onderscheiden is van de andere.  

De dans moet de stad trouwens beschermen tegen de kwade invloeden van buitenaf.
 
Het begon in Aalst allemaal met het organiseren van de carnavalsstoet, dus eigenlijk in een nog niet zo overdreven ver verleden. Er waren toen twee verenigingen die als ‘Gilles’ door het leven gingen. In 1971 ontstond dan de versie die we tegenwoordig nog steeds in onze straten mogen verwelkomen en bewonderen, 'de Aalsterse Gilles'. 

Lees alles over 'De Ware Gilles' en 'De Ajuingilles' HIER
Lees alles over 'De Aalsterse Gilles' HIER



Bronnen :

aalstersegilles.be (oude en nieuwe website)
foto Ajuingilles collectie A.Van Schuylenbergh
foto Ware Gilles collectie Van Goethem
Facebook De Aalsterse Gilles
Facebook De Glazen Toren
De Voorpost speciale carnavalsuitgave van 1980
Brochure van de Gilles uit 1985
De Voorpost 4/1/1974 – 11/2/1983 – 27/1/1978
Het Nieuwsblad 30/8/2001 – 10/02/2012

1 opmerking:

  1. - Via Facebook - Wat een prachtige documentatie alweer, bedankt hiervoor 👌
    Ik ben er jaren geleden in Binche gaan naar kijken, je hebt er verschillende soorten en aan appelsienen geen gebrek, alle ramen en vitrines waren er afgeschermd met kippengaas .. na afloop van de stoet liep je er letterlijk over een dikke laag appelsienpulp !! - Jurgen Ceder

    BeantwoordenVerwijderen