woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1985 : Freddy Neirinckx 'Loeken Tatjen'

Dit jaar zou opnieuw de verkiezing worden van één van de betere stemmen die een prinsenverkiezing ooit heeft voortgegracht. 
Hij werd een begrip door de vele carnavalsliedjes, zowel als zanger en als Schrijver. 

De verkiezingen van dit jaar vonden plaats op 19 januari in de Keizershallen. 
De kandidaten voor dit jaar waren : Freddy Neirinckx (Loeken Tatjen), Johny Marcoen (Johny) en Emiel Van den Broeck (Paco Milou)

Loeken, de meeste Aalstenaars kennen zelfs helemaal zijn echte naam niet, was reeds twee maal kandidaat prins van den Arend, en verloor de tweede keer met amper twee puntjes verschil. 

Loeken was gehuwd met Maria Corthals (de Ajuinprinses van 1983 en Ajuinkoningin in 1987), en samen hadden ze toen al een zoontje, Jonathan. 

De bijnaam van Freddy houdt wel meer Aalstenaars bezig. Hoe kom je er in elk geval op. 
Wel, … Hij werkte vroeger in Denderleeuw als metserdiender. Omdat zijn baas de naam van Freddy zo moeilijk kon onthouden, had hij er wat op gevonden. Hij noemde hem gewoon (wel ja, gewoon) ‘Loeken Tatjen,’ en voegde er meteen de slogan ‘kalkstenen en ieren, lest gevraagd, iest ier’ aan toe. 

Sedertdien werd hij ook zo genoemd door de vissersclub De Plasvissers, waar hij lid van was. 

Loeken heeft van moeder natuur een prachtige stem meegekregen, één van de betere uit Aalst trouwens, en natuurlijk werd dit benut voor zijn verkiezing. 

Hij kende niet veel success bij de Arendverkiezing in 1982. De arendwijk had sedert dat jaar immers een eigen verkiezing, en Freddy stond meteen op de kandidatenlijst. 
Freddy gaf echter niet op en deed opnieuw mee in 1983. Hij verloor met amper 2 punten verschil van Freddy Heck. 

Geen titel dus, maar zijn liedje ‘Superstar’ uit zijn show werd wel een success. 
Het lied werd uitgebracht op plaat en zelfs op Radio Saturnus werd de plaat ‘Paradeplaat’. 

Later bracht hij nog andere nummers uit en bleef zo in de aandacht … heel belangrijk want hij had grootse plannen en wou meedoen aan de kiezing ‘van ‘t stad’. 

Dat gebeurde in 1985. 
Zijn karnavalsliedjes waren ondertussen een begrip geworden en hij kon in zijn campagnejaar dan ook rekenen op heel wat optredens waar hij wat campagne kon voeren. 

Hij kreeg twee ‘zware’ kandidaten tegen zich en men vatte de verkiezingen aan met drie kandidaten. 

- Paco Milou (Emiel Van den Brouck)
- Johnny Marcoen
- Freddy Neirinck

Op het moment van deze kiezing was Freddy lid van AKV De Destereers (de groep waar prins Balou trouwens de voorzitter van was). 
Zijn opvatting was dat een prins zijn stad zou moeten kunnen vertegenwoordigen. 
Loeken verklaarde in zijn publiciteitscampagne dat hij werd gesteund door ‘de Arend’, maar die distantieerden zich al snel van deze uitspraak, temeer omdat ook Johny Marcoen in die wijk woont, en men geen voorkeursbehandeling wou geven aan de ene, noch aan de andere. 
Men verklaarde dat ‘het comité er op wijst dat het alle kandidaten evenveel geluk toewenst en dat de beste moge winnen’.

Voor Johny was het dit jaar de derde poging. Ook in 1972 en 1973 was hij er al bij. 
In 1972 moest hij het onderspit delven tegen Jackie D’Herde, de sfeer tussen beide is echter altijd heel vriendschappelijk gebleven. Ze pakten sedertdien praktisch elk jaar uit met een fonoplaat. 
De tweede poging strandde hij tegen Michel Cleemput, nog zo’n klepper. 

Hij leek de eeuwige verliezer te zullen worden, maar Johny bleek niet weg te branden uit het carnavalswereldje. Samen met Jackie D’Herde en Johny De Mol vormde hij het ‘Stemmingstrio’, die heel wat leuke hits op hun aktief hadden.  

De titels (A- en B- kanten) tot 1985 : 

- Snoepi, Snoepi / - Het weer is goed
- D’Hoeige Vesten A / - D’Hoeige Vesten B
- Den Dopper / - Geef ons een pint
- Schatje wanneer mag ik nou / - Je mag het niet weten
- Dokter Stijn / - Roepen
- As ze me zien met Marieken / - Verboden te roken
- Den TV / instrumentaal nummer
- De schepper van ‘t Plezier / instrumentaal nummer 
Ter gelegenheid van deze derde poging, bracht hij opnieuw een ‘aireken’ uit. Het was er trouwens eentje dat nog jarenlang zou meegebruld worden in menig Aalsters café. 

In ‘A plosjken van ‘t alverdroi donker’ heeft hij het over de omgeving van de Varkensmarkt. Op de B-kant vinden we ‘Johny zoi ze’ terug, dat al even succesvol, zo niet zelfs succesvoller, bleek te zijn als de A-kant. 

Kandidaat Paco Milou zorgde voor heel wat aandacht toen hij begin januari de centrumstraten van Aalst ‘onveilig’ maakte met maar liefst 27 auto’s. Hij was al bekend bij het Aalsterse volk als voorzitter van het AKV (Aalsters Carnavals Verbond), waar hij reeds 15 jaar het wel en het wee mee meebeleefde van de Aalsterse groepen.  
Ook was hij, samen met Kamiel Sergant, een van de initiatiefnemers van de Aalsterse avonden, die destijds nog doorging in openlucht op de Hopmarkt. 

Mocht het zich ooit iemand in het hoofd halen om op een carnavalsquiz te vragen naar de ware naam van Miel, je zou er van versteld staan hoeveel er het antwoord schuldig zullen blijven. 

Hoe hij aan die naam kwam ? Wel, op reis in Spanje, samen met enkele vrienden, was er ook een uitstapje naar een stierengevecht voorziene. Eén van de publiekstrekkers toen was Paco Camino en de naam van deze brave man prijkte dan ook in reuzegrote letters op de affiches.  
Eén van de maten van Miel, Gust, kwam op het sublieme idee om Miel aan de Spanjaarden voor te stellen als Paco Milou, de grote Belgische bokser.  De Spanjaarden trapten er in, en van toen af noemde het hele gezelschap Miel dan ook Paco Milou. 

Dat de grap ook resultaten teweeg bracht bleek uit de grote eer die het gezelschap steeds ontving en het feit dat overal waar ze kwamen, ze konden rekenen op vrijgeleide.  De naam Paco Milou werd ook doorgegeven aan zijn basketploeg.

De showavond zelf dan.  

Dé grote afwezige bleek burgemeester De Bisschop te zijn die, hoewel hij topcarnavalist in hart en nieren zou zijn, toch verkoos om met vrouwlief naar Tenerife te gaan.
Je zou het je heden ten dage niet moeten riskeren om op eender welk carnavalsevenement van dat niveau naar het buitenland te trekken.

Bij de vaste opdracht dienden de kandidaten een telefoongesprek te voeren met Herman Daelman als tegenspeler. Het gesprek van Loeken ging over het nakende bezoek van de paus aan Aalst en hoe hij het zou aanpakken. 

Daarna presenteerde Loeken een playbackshow van ‘Radio Vroi Oilsjt’, waarbij heel wat politici op de korrel werden genomen. Dit gebeurde met assistentie van twee (mannelijke) stadhuishostesses in hun ceremoniekledij.
Een briljante show werd het, in een wervelend tempo, en met heel wat variatie en zelfs het hondje van Loeken kreeg een rol. Hij verscheen in hetzelfde plunje als zijn baas op het podium.

Het einde van de show betekende meteen één van de hoogtepunten van de prinsenkiezingen doorheen der Jaren. Hij bracht er het onnavolgbare ‘Djing klet boem, ik boit in ne citroeng’, zichzelf begeleiden op een grote trom.  

Ook Johny bracht een mooie show, maar het mocht duidelijk zijn dat het niveau iets te laag zou zijn om het tot prins te schoppen. 
Een nieuwe nederlaag voor Johny zat er aan te komen, en eigenlijk had hij er zich zelf al heel snel bij neergelegd dat het zo zou verlopen. 
De show was goed maar miste nog net dat ietsje ‘peper en zout’ … iets meer vuur en passie.

Paco Milou kwam als derde opdraven. 
Hij presenteerde een stand die hij zou bezetten op een bevoorrechte plaats op de volgende jaarbeurs. De stand et sportartikelen die hij een voor een aan een politieker opdroeg, natuurlijk met de nodige commentaren. 
Zowat alle prominenten uit het Ajuinenland kwamen eraan te pas, en uiteraard toonde hij ook zijn vocale kwaliteiten. Hij had een trio immigranten bij die in hun smeekbede tot Allah buigend vroegen ‘Est ver de Miel’, waarop werd geantwoord ‘Joot’. 

Paco werd ook begeleid door zijn trouwe engelbewaarder die hem met een diepe stem uit de hemel voor zijn misstappen zou behoeden.

De jury gaf uiteindelijk 648 punten aan Loeken Tatjen, Paco Milou kreeg er 576 en Johny verdiende 504 streepjes achter zijn naam. 

Voor de stemming uit het publiek werd angstvallig in de gaten gehouden dat elke aanwezige zeker niet meer dan 1 biljet in handen kreeg. Ook niet als hij / zij eens naar buiten ging en met een andere toegangskaart opnieuw terug zou binnenkomen. 

Tijdens het stemmen en het tellen vond een Aalsterse show plaats. Vooral de FS-band maakte zich heel verdienstelijk. 
De show was mooi, maar duurde een eeuwigheid. 

Pas om kwart na één, ‘kot in de Aalsterse nacht’ dus, kwamen de definitieve uitslagen tevoorschijn.

De zaal gaf 772 aan Loeken, 663 aan Paco en 333 voor Johny. 

Loeken Tatjen werd dus de opvolger van Goebby, die geëmotioneerd afscheid nam van ‘zijn’ publiek en de scepter. 

Op de carnavalsraadzitting kreeg de nieuwe Prins de stadssleutel, onder de vorm van een grote, roestige Engelse sleutel, overhandigd uit handen van burgemeester Raymond Uyttersprot, die eraan toevoegde dat Loeken met deze sleutel misschien wel toegang zou krijgen tot achterpoortjes. Net zoals zijn voorgangers, werd Loeken rondgevoerd door stadschauffeur Alfons Janssens, die achteraf beweerde dat de Prins geen enkele keer dronken geweest was tijdens de drie dagen van carnaval. Loeken ontpopte zich eigenlijk als een ‘gezonde mens’, niet roken, niet drinken …

Tijdens zijn prinsenjaar kon hij ook rekenen op begeleiding van Norbert De Winne en zijn groep De Destereers.

Fanatieke tegenstanders bleven Loeken echter steeds achtervolgen met heel onsportief boe’geroep wat ervoor zorgde dat hij zich een tijdje ‘weg stak’. 

Op Radio Vrij Aalst mocht Loeken achteraf terugblikken op zijn prinsenjaar en daarbij had hij het dan ook over zijn deze individuen die hem het hele jaar hadden blijven kwellen en op awoe-geroep bleven trakteren. 
Op de avond zelf, tot daar aan toe, maar een heel jaar lang was toch van het goede te veel. 
Het kwam zelfs zo ver dat hij een brief schreef naar de stad Aalst en het Feestcomité, waarbij hij enkel zijn medewerking nog verleende aan officiële plechtigheden. 

De onsportieve boosdoeners zouden aanhangers van AKV-voorzitter Paco Milou geweest zijn, die maar niet konden verkroppen dat hun kandidaat tweede geëindigd was op de prinsenverkiezing. 
Paco Milou zelf riep binnen het AKV wel op om de verkozen Prins Carnaval te accepteren, maar het kwaad was toen al geschied en Freddy weigerde ook effectief zijn medewerking aan de Aalsterse Avond in zijn prinsenjaar.

Op zijn afscheidsbal bleek echter dat hij wel een goede kandidaat geweest is, want er kwam volk vanuit alle regio’s van het land. Ook prins van Belgie, prins Oost-Vlaanderen enzovoort liepen er rond. 
Naast hen ook Popoll en Patrick, de twee kandidaten voor het volgende jaar, leden van de caemere, orde van de ajuinprinsen en –prinsessen, Kamiel, oud prinsen, enzovoort enzovoort. 

Freddy zou één keer prins worden, maar is in Aalst wel één van de autoriteiten gebleven op zanggebied.

Na zijn prinsenjaar sloot hij aan bij de Prinsencaemere waar hij Jean-Paul De Boitselier, waar hij heel veel bewondering voor had, terug vond. 
Loeken werkte er actief mee aan de toen populaire travestieshows en later ook in de Prinsenrevue's 

In de periode 1992 - 2007 verschenen er dan ook heel wat liedjes van Loeken Tatjen op de cd's van de Prinsencaemere. De meeste van deze liedjes werden door Loeken ook gezongen tijdens de prinsenrevue's. 

De liefde Louken – Prinsjencaemere leek echter op een laag pitje te staan. 

In 2011 lonkte Loeken duidelijk naar een samenwerking met De Prinsengarde, maar in 2012 dook hij toch opnieuw op bij De Prinsencaemere. 

Naast een soloproject in 2012 zou het echter opnieuw meewerken met De Prinsengarde en in 2014 maakte hij dan ook officieel zijn overstap van de Prinsencaemere naar de Prinsengarde. 
Bij de Garde is hij steevast paraat tijdens de carréshows en zijn liedjes zijn te horen op verschillende cd's van de Prinsengarde.

Dat hij een begenadigd zanger was, dat was trouwens al lang geweten. 

Van 1983 tot en met 1990 bracht hij immers elk jaar een plaatje uit. 

Toen in 1986 Sandra Kim het Eurovisiesongfestival won voor ons land, begon er iets te broeden en in 1987 nam hij toen samen met Jean-Paul De Boitselier twee liedjes op; 'k Drink Zoe Geren Safir (op de tonen van het songfestivalnummer ‘J’aime la vie’, en 't Flotjesconseir. 

Jean-Paul en Loeken Tatjen hadden er een overdonderend succes mee op de Aalsterse Avond in 1987 waar ze samen zorgden voor één van de hoogtepunten van de avond. 
De teksten van beide liedjes, waren afkomstig van Jean-Paul.

In oktober 2013 stelde Loeken Tatjen een nieuw soloalbum voor met de naam De 10 van 14. Op de cd zong Loeken tien nieuwe nummers, van de hand van Clark Van Mere. Als bonusliedje zong Loeken het liedje Ik ben van Oilsjt. 
Tijdens de officiële voorstelling hiervan liep het echter wat mis. 
Bij het openenn van de cd-doosjes bleek immers dat de uitgever er een verkeerd schijfje had ingestoken. 
De voorstelling – live – kon dus wel doorgaan, al moest iedereen die het cd’tje gekocht had, wel nog even wachten op het juiste schijfje, dat later in de week bezorgd werd. 

In 2017 mocht Loeken de Koesjkes Mietink, een organisatie van ‘Voil Janest es gien Travestie’  officieel openen. Deze editie was immers omgedoopt tot den Djing Klet Boem Toer, naar het liedje van Loeken Tatjen.

Ook MuzikOilsjt, de serie cd’s die in mekaar gebokst wordt door Bart Marcoen stond in 2018 in het teken van Loeken. Een prachtige ode aan één van de beste zangers uit het carnavalsmilieu met maar liefst 34 van zijn hits was het resultaat. 

In 2017, 2019 en 2020 was Loeken Tatjen te zien tijdens Oilsjt Zingt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten