woensdag 23 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1980 : Paul De Wever 'Polle Keipernaugel' (+1999)

1980 Betekent meteen de tweede kans voor Polle Keipernaugel. Dat jaar zijn er - opnieuw - maar twee kandidaten, waaronder hij zeker de bekendste is door zijn deelname van vorig jaar. 
Hij neemt het op tegen Francois Roelandt, ex bierprins.
In eerste instantie deed ook nog Jo Van den Brulle mee, en hij had ook al affiches opgehangen als promotie, maar op het driekoningenfeest, waar hij niet kwam opdagen, bleek dat hij niet meer zou meedoen. 
Twee kandidaten dus, slechts twee kandidaten … ze hadden er elk hun eigen mening over. 

Voor Polle was het allemaal geen probleem. Men moet het blazoen, en zeker dat van carnaval, hoog blijven houden. Punt uit. Verdere commentaar blijkt hierover niet te zijn. 

Voor Francois, kandidaat in extremis, lag het blijkbaar toch wat anders. Hij meende dat het voor een stad zoals Aalst, met tenslotte bijna 80 000 inwoners, een schande is dat er slechts twee kandidaten gevonden werden. Een spijtige zaak … 

Polle (°23/02/1937) versleet zijn schoolbroeken in Mijlbeek (Moorselbaan). 
Tot zijn achttien jaar werkte hij bij Van Bellinghe (schrijnwerker aan de Kerhofbaan). 
Na zijn legerdienst tekende hij bij voor vier jaar dienst bij de luchtmacht in Kleine Brogel en na een opleiding van 6 maanden werd hij er specialist centrale verwarming. 

In 1961 trouwde hij met Jeanine De Beer, met wie hij café 't Brughuis zou openhouden. Paul moest overdag wel nog werken en het was vooral na zijn werkurendat hij achter de toog van het café verscheen. 
Op een dag noemde een tooghanger hem Keipernaugel, verwijzend naar zijn kleine gestalte in vergelijking met zijn vrouw. Al snel werd de bijnaam een begrip en noemde iedereen hem Polle Keipernaugel. Paul zou onder die bijnaam meer gekend zijn, dan onder zijn eigen naam. In het café van Jeanine en Paul vonden heel wat verenigingen onderdak, waaronder De Matotten, Voesj, De Tettemoesjen en voetbalclub Brughuis.

Na de legertijd geraakte hij aan het werk bij Honda – Aalst. Eerst als handlanger, dan spuiter retoucheur van auto's en moto’s. 

In 1969 kwam hij in stadsdienst, meer bepaald de reinigingsdienst.  Na de coalitie na de verkiezingen van 1970 kreeg hij de bons en belandde toen bij de RTT in Brussel. 

In 1971 kreeg hij zijn overplaatsing naar zijn eigen stad, waar hij in 1980 werkte als installateur.

Sedert zijn 7 jaar maakte hij deel uit van de Gillis, en hij zou zijn eerste keer meestappen in 1946 … ware het niet dat dat het jaar was dat de stoet werd uitgesteld omwille van de barre weersomstandigheden. 

De tweede kandidaat, Francois Roeland, was eerder al Bierprins in 1976. Een verkiezing was dus ook voor hem niet nieuw en in 1978 was hij één van de kandidaten die uitviel tijdens de préselectie.

Omdat er in 1980 zo weinig kandidaten waren, besloot hij ‘rechteroever’ te gaan verdedigen voor de titel prinsj van Oilsjt; 
Paul zou dan linkeroever voor zijn rekening nemen, waardoor het een strijd zou worden tussen beide stadsdelen. 

Polle begon zijn avond al meteen als een echt showman en betrad de Keizershallen onder de daverende dreunen van een heuse fanfare op kop. Hij kreeg meteen de zaal op zijn hand, en dat is natuurlijk altijd al een goed teken tijdens dergelijke wedstrijden.

Van Francois tot dan toe geen enkel spoor. Hij kwam eerder onopgemerkt de zaal binnen om zich voor te bereiden op het eigenlijke optreden.

Keizer Kamiel presenteerde dan de Ware Aalsterse Gillis, die hun lied zongen en appelsientjes gooiden.
Daarna kwam hij zelf aan het woord (de zang)  met zijn nieuwe song. Elke Eendracht supporter kent het nog, en bij het horen zal het ‘Eendracht’-hart van velen toch nog wat sneller slaan.  
Zeg nu eerlijk, wie kent het niet : ‘Jaaaaaa, geift ons mor den Ieeeeendracht, ...”.

Het was de beurt aan beide kandidaten om het beste van zichzelf te komen geven. 
Ze moesten het rechtstreeks tegen mekaar opnemen als twee Voil Janetten. Daarbij moesten ze mekaar verwijten, ondertussen gebruik makend van zoveel mogelijk Oilsjterese woerden. 
Hierbij bleken ze alletwee over heel wat talent te beschikken. 

Bloemenfee Rita kwam nog even het podium op en ook de Nederlandse zanger Jacques Herb  kwam een muzikaal intermezzo brengen. 
Het was trouwens het laatste jaar dat er een bloemenfee op het podium zou staan. De titel verdween stilletjes in de vergeethoek en nieuwe verkiezingen vonden er niet meer plaats.

Francois mocht als eerste zijn show brengen en bracht een gesmaakte parodie op de prinsen en ex-prinsen, waarmee hij wel veel succes had in de zaal.
Hij gaf een opsomming van de eigenschappen van een prins en gebruikte daarbij de ex-prinsen als voorbeeld. Hij vertelde dat hij doodgraag in hun voetsporen zou treden en zong een lied waarin hij beloofde om als prins te zullen zorgen voor heel wat amusement. 

Paul had voor zijn show vier nepmuzikanten opgeroepen. Zij gingen tussen het ‘professioneel’ orkest staan en deden alsof ze muziek speelden. Ze hadden ook een functie als achtergrondkoor, en ondersteunden op die manier hun kandidaat die eigenlijk de mindere van de twee was qua stem. 
Paul vertoonde een diavoorstelling, waarmee hij een soort van toeristische ‘toer’ door onze stad maakte. Zijn lied ‘We draugen giel Oilsjt op ons and’ werd op heel wat applaus onthaald. 

Kamiel en Enrico verzorgden verder het verloop van de stemming, en het waren Antoine en Michel die daarop de ambiance naar een nieuw hoogtepunt brachten. 
Met hun ‘Weir goon nor Keulen’ plooide de Keizershallen dubbel van het lachen. De parodie op de verkiezing van prins Enrico als Europaprins liet zien dat hier twee échte rasartiesten aan het woord waren.

Om half één werd dan uiteindelijk de uitslag bekend gemaakt. 

Francois kreeg 62 punten van de jury, en 714 van het publiek. 
Pol won het pleit met 65 punten van de jury, en 906 van het publiek. 

Francois vatte het allemaal heel sportief op, en wenste zijn tegenstreven heel veel geluk. Prompt werd dit mooie gebaar beloond door een kus van de bloemenfee.

Toen bleek dat de vorige prins, Enrico, zijn eigen scepter als Prins van Oost-Vlaanderen was kwijtgespeeld, weigerde hij de stadsscepter in eerste instantie te overhandigen aan Polle. 
De nieuwverkozen prins zat dus zonder teken van zijn macht, zonder scepter. 

De deken van de prinsencaemere, Simon D’Hondt, paste hier een mouw aan en vroeg aan collega prins Luc (prins in 1969) om er een andere te maken. Dit na een vergadering op 31 januari, nauwelijks twee weken voor Carnaval. 

Luc wilde zich eerst vergewissen of dit wel een officiële opdracht zou worden, maar dit werd formeel bevestigd door een schriftelijke vraag. De nieuwe scepter werd dus voor het eerst de stoet ingedragen door ‘Polle Keipernagel’

Het programma van de nieuwe prins zag er dat jaar als volgt uit : 

Vrijdag 8 februari : officiële opening van de winterfoor

Zaterdag 16 februari : overhandiging van de sleutel van de stad aan de prins, gevolgd door een optocht met de oude garde. Daarna groot verkleed Jefkesbal in de Sint Annazaal, en een optreden in de keizershallen, tijdens het Katrienenbal. 

Een half uurtje later present op het bal van de Ajuin in de feestzaal van de FFR

Zondag eerst een instuif in het jeugdcentrum in de Zonnestraat, gevolgd door de 52ste carnavalstoet. 

Maandag kindercarnaval op Sint Anna, aanwezig zijn tijdens de bezemdans van de Gilles op de markt, en ajuintjes gooien naar de grijpgrage handen.

Daarna een 2e optocht van de Aalsterse groepen op een kortere omloop. 

Dinsdag dan opnieuw een instuif, de rondgang van de oude garde met de stoet van de voil jeanetten, een taptoe door de fanfare St Cecilia, een optocht rond de foor, en een prachtige apotheose met het verbranden van Vastenavond met muziek, dans en leute. 

Later volgden dan nog tal van actes de presence, ontvangsten, bezoeken enz. 

Dat jaar waerd er ook een oproep gelanceerd naar vernieuwing in verband met de carnavalsactiviteitn, alleen was nog niet echt geweten hoe. 

Naar een Duits systeem met voorbereidende ‘Kappensitzungen’ ? 
Of trachten om meer kandidaten aan te trekken. Dit zou kunnen door per carnavalsgroep één afgevaardigde te sturen. 
Wat zeker was, was dat politiek er voor niets zou mogen tussenkomen.

Paul wou het zeker niet bij deze verkiezing houden en stelde zich kort nadien, net als zijn voorganger Enrico trouwens, ook kandidaat als Prins van Oost-Vlaanderen. 

Tijdens die verkiezing bracht hij een 16 minuten durende show die volledig draaide rond de wondere wereld van ‘de clown’. 
Hij bracht twee muzikale nummers, verkleed als Pierrot, en had het over verschillende Aalsterse toestanden. Bovendien speelde hij het prachtige nummer ‘Oh mein Papa’ op trompet en bracht hij nog een ballonnummer op de tonen van ‘Winter Memories’, een nummer van Yvan Guilini.

Hij werd terecht uitgeroepen als winnaar en mocht zich daardoor ‘prins van Oost Vlaanderen’ noemen. 

Eind 1992 ontving Paul het eerste exemplaar van de Bronzen Ajuin uit handen van Jean-Marie Heyman. Heyman had de prijs in het leven geroepen om Aalstenaars te bekronen die zich ingezet hadden voor het behoud van de typisch Aalsterse cultuur.
Gezien de prins van ’80 jarenlang een volkscafé had uitgebaat een verdiende prijs natuurlijk. 
Hij gaf immers het typische ‘kafeiken in kafeiken oit’ in Aalst de voorrang in plaats van ‘met pluimen in zijn gat’ de stad rond te gaan paraderen. 

De laatste jaren van zijn leven had Paul het niet gemakkelijk. 
Er was een ontploffing in zijn café en zijn vrouw Jeanine kreeg later een hersenbloeding, waarna hij jarenlang voor haar zorgde. 
Ook zelf werd hij getroffen door een ziekte waardoor hij zijn stem verloor en een paar operaties moest ondergaan. 
Vanaf dan moest hij spreken via een spreekapparaat, maar na een tijdje lukte ook dat niet meer en kon hij zich enkel verstaanbaar te maken door gebaren en door alles op te schrijven.

De Prinsencaemere ging met Prins Tony in 1999 nog langs bij de zieke prins, één van de laatste wensen trouwens van Paul die zeker de Prins van 1999 nog eens wou zien.

Paul overleed op 11/04/1999  in het Aalsters Stedelijk Ziekenhuis. 
Op de begrafenis in de Sint-Martinuskerk hield Karel De Naeyer een emotionele afscheidsrede.
Naar aanleiding van zijn 40 jarig jubileum als prins werd in  2020 een verzamelblad met nominetten over Paul uitgebracht. De tekening voor de nominette was een oude cartoon, die gemaakt wers door Frans Wauters en in het carnavalsboek van DAK te zien was. 
De originele nominette van ‘Polle Keipernaugel’ uit 1980 bevatte geen karikatuur, maar een prinsenhoed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten