dinsdag 22 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1970 : Jean-Paul De Boitselier (+1998)

1970 was het jaar dat Kamiel I – II – III ook officieel zijn functie van ‘Keizer Carnaval  opnam,  en net dat jaar kwam ook Jean Paul weer op de proppen. Zoon van Keizer Fransky, maar toch met een heel eigen persoonlijkheid, en steeds weer met nieuwe, originele nummers. Zijn voornaamste concurrent was Herman Daelman, die als ‘Ketje’ een heleboel lachsuccessen had geboekt, en het hier met zijn creatie zeer goed deed binnen en buiten de stad.

De verkiezing vond opnieuw plaats in de Couverture (stadsfeesthal in de Schoolstraat). 
Het TV1 programma ‘Echo’ was trouwens aanwezig om de verkiezingen op pelicule vast te leggen en uit te zenden. 

Toch was het Jean-Paul die de show zou domineren. Het begon eigenlijk al met de kandidaturen. JP, die al eens prins was in 1967,  had zich reeds in november 69 kandidaat gesteld, en dat schrikte heel wat potentiele kandidaten af. 
Immers, wie zou er zijn geld en tijd steken in een show, die toch al op voorhand zou verloren zijn. Tegen het toptalent van JP zou immers niemand opgewassen zijn. 
De stad en het Feestcomité hielden spoedvergaderingen met  de Komische Groepen om op die manier toch aan tegenkandidaten te kunnen komen. Uiteindelijk zou Heman Daelman hierop ingaan, gevolgd door Jozef Buyl en Etienne De Ridder.
Herman was op dat ogenblik ook gekend als toneelspeler en men zag in hem dan ook de grootste concurrent voor de al even bespraakte Jean-Paul.

Het beloofde dus zeker een prinsenverkiezing met sfeer te worden, en uiteraard ook met de nodige commentaren achter de specifieke Aalsterse coulissen. 

Kamiel Sergant kreeg de langverwachte keizersscepter toegewezen, tot grote vreugde van zijn ganse hofhouding. Het was Walter Van Herreweghe die de Keizer mocht kronen. 

Eén voor één kwamen dan de respectievelijke kandidaten Jozef Buyl, H. Daelman, Jean Paul De Boitselier en Etienne De Ridder hun kansen verdedigen. 

Het had dan misschien wel wat voeten in de aarde gehad om meer dan 1 prinsenkandidaat ter beschikking te hebben, uiteindelijk kon men toch rekenen op enkele dapperen die een prachtige show ten beste kwamen geven. 

Jean Paul kwam met het liedje ‘Vivan Bomma Josefien’ weer aandraven met een speciaaltje. Het werd een soort van gezongen prentenboek, een kruiswoordliedje als het ware. Het was een overwegend visueel nummer, dat minder geschikt was voor een platenopname, maar qua amusement natuurlijk wel kon tellen. 
Het lied was later ook nog te zien in ‘Binnen en buiten’, waar JP ‘in de stoel’ zat met Pol Van De Velde, en daar zijn liedje ten beste mocht geven voor heel kijkend Vlaanderen. 

Niet alles wat ten tonele werd gebracht tijdens de verkiezingsavond, werd door ‘de Heren van Aalst’ gesmaakt.  
Jean Paul schrok er echter niet voor terug om net die ‘Heren van Aalst’ eens op de korrel te nemen. Het ontbrak hem in elk geval niet aan inspiratie. 

De andere kandidaten bleken niet over hetzelfde niveau te beschikken, ofschoon Herman Daelman wel een blijk gaf van een zeker talent. 

In het feestgewoel werd ook aftredend prins Luc ruimschoots betrokken. De bloemenfee – Claire Decroock – echter, werd volledig vergeten en werd zelfs niet meer vernoemd. 
De uitslag was duidelijk. 

Jean-Paul werd voor de tweede keer carnavalsbaas van Aalst. Etienne eindigde tweede, gevolgd door Herman en Jozef. 

De overwinning betekende uiteraard opnieuw alle bals bezoeken, en dat waren er heel wat. 
Maar ook de aftrap geven op den Eendracht, en in de zaal van de Black Boys, tientallen cafés bezoeken met sketches en liedjes over plaatselijke toestanden behoorden tot zijn takenpakket. 

Hij bezocht alle politieke lokalen, de meeste cafés in het centrum en deze van verdienstelijke carnavalisten zoals Catchoeken en anderen. 
Bij dat alles werden de bejaarden evenmin vergeten en waren er ook momenten van bezinning en een carnavalsdelegatie aan het graf van zijn betreurde vader. 

Jean-Paul was meteen ook de eerste prins van het nieuwe decennium. Tijdens de carnavalsdagen is zijn scepter echter 'verloren gelopen'. 
Hij ‘verloor’ het kleinood tijdens een viering in café ’t Muisken uit het oog … en ‘foetsie’. 
Deze scepter is trouwens tot op heden nog steeds niet terecht. Kwaad opzet is dus al zeker.
Eventuele verkoop zou natuurlijk onmiddellijk een belletje doen rinkelen, gezien iedereen in het carnavalsmilieu weet wat er is gebeurd, en het pronkstuk hierdoor natuurlijk 'waardeloos voor verkoop' maakt.

Een nieuwe plaat met zijn verkiezingsnummer was niet ter sprake gekomen. Gezien het nummer eerder op visueel vlak scoorde werd het niet uitgebracht. 

Er volgde wel een primeur op kostuumgebied. Terwijl de vorige jaren het prinsenkostuum voorzien werd door de stad, mocht JP dit jaar voor de eerste maal zelf kiezen wat hij zou dragen. 
De keuze viel op een paarse broek, een witte jas en een speciaal hoofdeksel. 
Een kostuum dat tot heden ten dage nog steeds één van de meest speciale kostuums zou blijven. 

Omdat de wagens toen te groot werden, was besloten om de stoet niet meer langs de Kattestraat te laten passeren. 
Jean Paul ging in zijn nieuw kostuum echter onmiddellijk de daarvoor gebouwde ‘rouwkapel’ bezoeken en begroeten, waardoor hij zijn solidariteit liet zien met de dekenij. 
Op zijn nominette stond trouwens een huilende Kat, met daaronder de letters R.I.P. 

Bij de oprichting van De Prinsencaemere in 1972, werd Jean-Paul meteen lid en bij hun eerste uitstap op 20 februari 1972, waarbij ze als clochards verkleed richting stadhuis trokken, deed Jean-Paul al meteen zijn duit in het zakje als woordvoerder van de ex-Prinsen. In het stadhuis verklaarde hij dat de Prinsencaemere een ambassadeur wou worden van de carnavalsstad Aalst. 

Jean-Paul zou doorheen de jaren uitgroeien tot een belangrijke figuur voor de Prinsencaemere en was vanaf 1975, samen met zijn goede vriend Karel De Naeyer, het brein achter de optredens van de vereniging. Onder impuls van Jean-Paul groeiden de acts uit tot ware shows, waaronder de legendarische Blue Bell Girls Show (1977) en de Fiesta Alosta Tropical (1980).

Jean-Paul was zelf ook één van de ‘grote mannen op het podium’ wat hij bewees door zijn vele typetjes. Zo vertolkte hij Willempie (een typetje van André Van Duin) op Prinsendag 1976 en was hij te zien als Toon Hermans op het Grand Gala du Disque van De Prinsencaemere in 1977. Ook tijdens de travestieshows van De Prinsencaemere in de jaren '80 was hij te zien op het podium en hij ontpopte zich dus een beetje als de ‘Chris van den Durpel avant la lettre’.
In 1988 haalde hij zijn struisvogelpop ‘Josefien’ van onder het stof en bracht op hilarische wijze, samen met Michel Cleemput, zijn visie op hoe het publiek nu juist moest gaan stemmen.
Nog datzelfde jaar bracht hij de bekende sticker ‘Verboeden te zaugen, te kreften en te memmen’ uit, samen met Lieven Goubert. 
Daarover is HIER meer te lezen.    

Het jaar daarop werd hij lid bij de Draeckenieren, waar hij meewerkte aan het Gele boekje en natuurlijk ook aan de 1 aprilgrappen.

Hij werd ook zanger bij de groep ‘het Stemmingstrio’, waar HIER meer info over te vinden is. 

Hij bleef actief binnen de Prinsencaemere tot begin de jaren '90, waarna hij meer op de achtergrond verdween en de fakkel doorgaf aan de jongere ex-Prinsen. 
Daardoor kon hij zich meer concentreren op zijn activiteiten bij De Draeckenieren.
Een tweede overwinning dus voor Jean-Paul, die net als zijn vader hiermee dus zijn stempel drukte op het Aalsterse carnavalsleven. 

Hij zou zich in 1974 nog eens kandidaat stellen, maar het bleef jammer genoeg bij deze twee overwinningen.

In 1998 overleed Jean-Paul na een korte periode van ziekte. Aalst verloor een goeie vriend en de carnavalswereld rouwde om een zeer getalenteerde prins. Op zijn begrafenis in de Sint-Martinuskerk werd op zijn eigen vraag 'Mèn ienig Oilsjt' van Odilon Mortier en zijn 'Oilsjteneers Zemmen' afgespeeld.
Alle prinsen waren toen present en het was Karel De Nayer, voorzitter van de prinsencaemere die zorgde voor een muisstille kerk tijdens de afscheidsrede.

Verschillende groepen betuigden in de loop der jaren hun eer aan de overleden prins en in 2017 stond de aftelkalender van De Moikes ook in het teken van Jean-Paul. De bijhorende nominetten werden ontworpen door Erwin Vanmol.

De AKV Beschomt bracht in september 2018 de Safir opnieuw in de winkelrekken. 
Naar aanleiding hiervan werd natuurlijk ook het lied ''k Drink zu Geren Safir' opnieuw de actualiteit ingeslingerd. Het lied werd ingezongen door Yvan, de zoon van Jean-Paul.

In 2020 zou Yvan trouwens als derde generatie ‘De Boitseliers’ de eer krijgen om onze stad te vertegenwoordigen.
Tijdens zijn show waren er enkele foto's van zijn vader Jean-Paul en grootvader Frans te zien. 
Dat speelde natuurlijk lichtjes in zijn voordeel tegenover zijn medekandidaat Werner, die ‘slechts’ een tweede generatie zou vertegenwoordigen. 
Yvan won de Prinsenverkiezing en de familie De Boitselier schreef hiermee geschiedenis, want voor het eerst werden drie opeenvolgende generaties binnen dezelfde familie Prins Carnaval van Aalst. 
In het prinsenkostuum van Yvan zaten trouwens enkele verwijzingen naar de voorgaande generaties. Zo hing er aan zijn muts een klein stroei-meziksken en aan de binnenkant van zijn jas waren de namen van zijn grootvader Fransky en vader Jean-Paul geborduurd. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten