Het is ook het jaar waarin men in Aalst de vismijn aan de P. Corneliskaai openstelde, en ook het jaar dat men de Boudewijnlaan aanlegde.
Dit jaar werd echter ook hét jaar van de ‘Zonneprins’.
Hij bracht met zijn blijde intrede immers ook de zon mee, die sedert 1951 nooit meer geschenen had tijdens de carnavalsdagen.
Marcel was goed bevriend met ‘keizer Fransky’.
Het was
ook Fransky die hem aanzette om zelf eens mee te doen met de verkiezingen. Marcel, die voordien heel intens aan het carnavalsgebeuren
deelnam, maar niet was aangesloten bij een groep, hapte maar al te graag toe.
Hoewel hij niet aangesloten was bij een carnavalsgroep,
stapte hij samen met een achttal verkleden steeds voor de stoet. Gewoon voor de
lol en het plezier.
Hij liet zich, zoals gezegd, dus overhalen en schreef
zich in. Het comité voor de verkiezing
van Prins Carnaval (een Komitee onder eschering van het feestcomite van de stad
Aalst) liet bij monde van secretaresse Cl.Pletsier
op 16 februari 1957 weten dat zijn kandidatuur ook officieel aanvaard werd.
Vier medekandidaten verschenen samen op het podium.
De verkiezingen verliepen toendertijd nog steeds volgens hetzelfde stramien. De
kandidaten gaven er geen persoonlijke show. Het volstond om ‘zich te laten zien
aan het publiek’. Het publiek dat bij
middel van een stembrief dan de meest geschikte kandidaat zou kiezen.
Op zondag 24 februari werden de Aalsterse carnavalsfeesten ingezet
met de verkiezing van Prins Carnaval. De bomvolle zaal ‘Madelon” werd eerst
vergast op een puik ontspanningsgedeelte verzorgd door het Dixon Theater onder
leiding van Paula Cortez.
Opnieuw kregen de toeschouwers waar voor hun ticket, dat toen 30 frank kostte.
Prins Fransky, ondertussen Keizer Fransky geworden, nam niet meer deel aan de verkiezingen ten gevolge van zijn promotie tot Keizer.
Prins Fransky, ondertussen Keizer Fransky geworden, nam niet meer deel aan de verkiezingen ten gevolge van zijn promotie tot Keizer.
Het programma bestond net zoals andere jaren opnieuw uit optredens van heel wat artiesten zoals Ann Hardy, Jeanke Veko's en het reeds genoemde Dixon Theater.
Tijdens de pauze werden de vijf kandidaten aan het publiek voorgesteld door Keizer Carnaval. Bij middel van een stembulletin werd de nieuwe prins door het publiek gekozen.
Volgens de traditie hier ook nog steeds geen echte namen, maar schuilnamen.
En volgens dezelfde traditie volgde opnieuw een gezellige showavond.
Na dit tweede ontspanningsgedeelte was het dan de beurt aan de bekendmaking van de nieuwe prins. De uitslag werd onder luid applaus bekend gemaakt :
- Don
Marco (Marcel Henninck) kreeg 198 stemmen
- De
Musketier (Alfred De Gendt) werd tweede met 153 stemmen- Casanova (Louis Van Pottelberg) met 123 stemmen
- Op de laatste plaats met gelijke puntenstand eindigden Prins Danny en de Chinese prins.
Alle kandidaten ontvingen verschillende geschenken
vanwege talrijke firma’s der stad. Het
feest werd besloten met het zingen van de officiële mars van carnaval.
De te verdienen prijzen waren toendertijd echter niet
spectaculair.
De hoofdprijs was een ‘vaas’ van Het Laatste
Nieuws. Marcel sleepte toen ook nog een
strandzetel, een bokaal pikkels, een vloermat, een fles champagne en 100
naamkaartjes mee naar huis.
In die jaren zorgde de prins trouwens met zijn eigen budget voor
het kostuum, en dat volgens een volledig eigen ontwerp.
Marcel ging van toen af verder door het carnavalsjaar als 'Don Marco'.
Tot een van zijn
opvallende attributen behoorde een gevaarlijk uitziend mes. Dat was eigen een
creatie, dat eigenlijk niets anders was dan een snor- en baardborstel. Op die
manier kon hij zijn aangeplakte sierraden (en dat van anderen) indien nodig nog
wat verzorgen.
Om carnaval en het ganse regeringsjaar rond te komen
beschikte prins carnaval toen over de som van vijftienhonderd frank subsidie.
In 1957 werd volgende liedje “Prins Carnaval” uitgebracht,
als eerbetoon aan de prins.
Tekst: Jozef-Marie De Smedt / Karel Van der MeirschMuziek: Jos Riem
Met fierheid onze harten juichen,
Delen in de vreugd. Wie zou er zich niet in verheugen,
Wat valt ons te beurt.
Er werd een prins door ons verkozen,
Luister wat hem wacht.
De prins zal rusten noch verpozen,
Drie dagen noch dag noch nacht.
Refrein:
Prins carnaval Is de prins van Aalst en d'ajuinen.
Prins carnaval,
Ze begroeten u al d'ajuinen.
Zult met fierheid de scepter zwaaien,
Prins carnaval
Uitverkoren van al d'ajuinen.
Met blijheid alle zotten vieren,
Geerne carnaval. Wie zou van vreugd en lol niet gieren,
Gemaskeerd op 'tbal.
De zotten krijgen dan hun kuren,
Want het is de dag,
Dat zij noch weten tijd noch uren,
Zingen met blijde gelach.
Dit liedje werd destijds op een 78 toerenplaat
uitgebracht.
In het carnavalsjaar van de ‘Zonneprins’ (het was immers sedert 1951 geleden dat het nog goed weer was op carnaval) werd ook het
Ros Balatum voor de eerste keer geïntroduceerd tijdens de stoet.
Don Marco beschikte net zoals de vorige prins ook over de prinsenwagen van de stad Aalst.
Gezeten op
een reuzehand en een enorme kroon die zijn waardigheid benadrukten, liet de
prins zich het enthousiasme van de vele toeschouwers welgevallen.
Hij werd trouw gevolgd door een vriendelijke
accordeoniste. De stoet zelf bestond uit groepen van over het hele
land.
Marcel nam het ook op zich om zieke mensen die thuis
verbleven, en het jaarlijkse volksfeest dus niet konden bijwonen, een bezoekje
te brengen en hen dus op die manier toch een stukje carnaval te laten
meebeleven.
Zelf moest hij het zonder zijn vrouw stellen tijdens zijn carnavalsperiode, want zij was zwanger en moest thuis op de kinderen letten.
Zelf moest hij het zonder zijn vrouw stellen tijdens zijn carnavalsperiode, want zij was zwanger en moest thuis op de kinderen letten.
Zijn prinsenjaar verliep niet zonder slag of stoot, maar dan in de letterlijke zin deze keer. Hij werd onder andere ontvangen in Hamme, waar hij plaats mocht nemen in de eretribune ... die instortte. Marcel overleefde het voorval zonder kleerscheuren en was ook daar onmiddellijk bereid om een helpende hand te bieden aan de andere toeschouwers.
Marcel richtte in 1972 mee de Prinsencaemere op, en
het carnavalsbloed bleef stromen. Het was Simon D'Hondt die het initiatief nam om de ex prinsen te verenigen. Marcel was erbij sedert de oprichting en bleef trouw lid tot in 1989.
In februari 1989 werd de prinsenkamer ontvangen op het stadhuis
en werd Marcel nog geëerd naar aanleiding van zijn 31 jaar prinsschap. Voor
deze gelegenheid kreeg hij, samen met Robert Waterschoot (30 jaar prins) geen
pluimen (want dit was te Duits), geen medaille (want dit was te Hollands), maar
wel een spiksplinternieuwe horloge overhandigd door burgemeester Anny De Maght.
Op de leeftijd van amper 59 jaar overleed Marcel enkele maanden later aan
de gevolgen van een hartaanval. Marcel
werd op 12 mei 1989 begraven na een dienst in de Sint Annakerk.
Aangezien de stad het 50 jarige jubileum van Marcel vergeten was, bracht zijn zoon Gerrit in 2008 dan maar zelf een jubileumnominette uit voor zijn vader. De Nominette zag eruit als de oorspronkelijke Nominette van Don Marco, aangevuld met een jubileumteken.
--- Een overzicht van alle prinsen die onze stad kende tot hiertoe is HIER te vinden ---
Geen opmerkingen:
Een reactie posten