Deze helaas toch nog vrij jong overleden werkleider scheikunde aan het H.R.I.T.O. (Hoger Rijksinstituut voor het Technisch Onderwijs), later aan de Hogeschool Gent, was voorzitter van de vzw “Jeugd en Wetenschap” afdeling Gent.
Deze vzw met lokale afdelingen was een initiatief om scholieren, voornamelijk van de Rijksscholen, wat meer praktische ervaring te laten opdoen in verband met wetenschappen (scheikunde, biologie) buiten de schooluren (waar weinig tijd restte voor echt “laboratoriumwerk”).
Men begon in 1961 met een zestigtal leden in één enkele officiële school. Het aantal groeide naar ongeveer 500 leden in 1970-1971.
Tot 1969 gebeurde het laboratoriumwerk voornamelijk in de rijksscholen zelf (onder andere in het labo scheikunde van de studenten technisch ingenieurs aan de Welvaartstraat).
Jos zocht, en vond, toen een nieuwe lokatie.
De beruchte toneelgroep “Pan” verliet toen de al even beruchte bar boven de zaal Madelon.
In de nissen werd er daar toen aan nogal … euh … experimentele en expliciete ... euh ... biologie van het menselijk leven gedaan.
Op de één of andere manier kon Jos het akkoord krijgen van de eigenaar Sam, uitbater van “’t Pompierken” en de “Madelon” om de bar en de bovenliggende zolderruimte af te huren. De zolderruimte werd met hulp van jonge en minder jonge handen volledig omgebouwd tot laboratorium.
De chemische stoffen werden verhuisd van de Welvaarstraat naar de Grote Markt met de kleine NSU-wagen van Josken (waarbij ooit een niet goed afgesloten fles zwavelzuur trouwens een gat brandde in de wagen, maar ook in de zolen van de jonge passagier, tot groot jolijt van Josken). Over brandveiligheid zullen we dus maar niet spreken, dat deed men in die tijd trouwens ook niet.
Niet enkel de bar had dus geen nooduitgang, maar slechts weinigen wisten van het bestaan van een labo op de bovenliggende zolder, met alle risico’s van dien natuurlijk.
Het labo heeft uiteindelijk weinig gediend, al zullen sommigen zich de geuren van mercaptanen bij de aanmaak van lippenstift nooit vergeten, de bar des te meer.
Restte uiteraard nog een klinkende naam te zoeken voor de bar.
'Jeugd en Wetenschap' bekte niet zo goed.
Hier lopen echter versschillende versies door mekaar.
Was het nu in Aalst of was het in het al even beruchte zomerkamp in Sivry-Solre-st.-Géry, in elk geval is zeker dat de naam “Timarcha” ook uit de hersenpan van Jos Lelièvre gekomen is.
Hoogstwaarschijnlijk was dit omdat de suggesties van de toen nog jonge kompanen volslagen idioot dan wel zedenschennend waren…
Timarcha verwees naar een kever, variant “tenebricosa” (er blijken maar liefst 111 soorten te bestaan van dit diertje).
In het Nederlands wordt deze “reuzengoudhaan” genoemd, die alleszins in Sivry voorkwam. De overwinterde kever is bij de eerste lentedagen al actief en kruipt rond over de bodem. Bij gevaar, als hij wordt aangeraakt of vastgepakt, spuugt hij een rode vloeistof uit de mond om vijanden (zoals vogels) af te schrikken. Het moet gezegd, in de bar spuugden sommigen toen wel eens een andere vloeistof uit.
De zwarte kever werd het symbool van Timarcha en tevens ook van de voetbalclub die vanaf 1970 de eerste twee jaar occasioneel in zogenaamde “vriendenmatchen” uitkwam.
Die clubs waren meestal samengesteld uit leden van jeugdbewegingen of –verenigingen, al dan niet met lokaal.
Onder leiding van Jan De Decker (van de “Tuf-Tufclub” uit de Zonnestraat) werd een competitie van jeugdclubs opgestart waaraan ook Timarcha deelnam.
In 1976 kreeg de toenmalige voorzitter dan de vraag van het M.T.S.A. (Mini Tornooi Stad Aalst) om deel te gaan uitmaken van die competitie.
Op een opnieuw beruchte feestvergadering in restaurant “De Toren” werd er over gepraat en bij algemene instemming werd op de vraag ingegaan.
Het voornaamste twistpunt was dat er reeds een andere voetbalclub met de naam Timarcha deelnam aan de zondagcompetitie van het MTSA en de naam dus moest veranderd worden.
Dat het hier over duidelijk plagiaat ging, wist iedereen.
De andere club was immers gegroeid uit de (meestal wat oudere) cafégangers van ’t Pompierken die uiteraard de bar en aanverwante activiteiten kenden.
Uiteindelijk kwam men tot een beslissing en doopte men de voetbalclub “Jong Timarcha” om het onderscheid te maken met de “veteranen” van de andere club.
Een aantal maal is men veranderd van kleuren.
De originele trui was de “Ajax trui” (wit-rood) met een (erop genaaid) logo van de Timarcha kever, witte broek en witte kousen.
FC Jong Timarcha speelt momenteel (2019) in een paarswitte trui en witte broek. Vervangende kleur is een geelzwarte trui met zwarte broek.
Hun lokaal is gevestigd in de Cafétaria Osbroek op de Blanckaertdreef. Het 'thuisterrein' is het Kunstveld op het Osbroek.
Ze spelen dus bij de MTSA (Mini Tornooi Stad Aalst) dat aangesloten is bij de KBLVB.
Het MTSA werd gesticht op 1 september 1969 en is sedert 6 juli 1979 aangesloten bij de Koninklijke Belgische Liefhebbers Voetbalbond.
Het MTSA werd gesticht op 1 september 1969 en is sedert 6 juli 1979 aangesloten bij de Koninklijke Belgische Liefhebbers Voetbalbond.
In het speelseizoen 2011-2012 wordt de feitelijke vereniging MTSA omgezet in de Vereniging zonder Winstoogmerk VZW MTSA)
De beruchte zaal / café is ondertussen veranderd van naam . Van 't Pompierken ging het naar 't Craeyeken, en tegenwoordig kan men er Café Noir terugvinden.
Bronnen:
mtsa.be
De Gazet van Aalst 31/3/1973
Geen opmerkingen:
Een reactie posten