Iedere Aalstenaar kent wel ‘den broinen dreif’, de dreef die tussen het natuurpark Osbroek en de voetbalterreinen ligt. De officiële benaming is de Frans Blanckaertdreef.
Maar wie was nu eigenlijk die Frans Blanckaert?
Frans werd geboren te Aalst op 18 juli 1903 en is ook hier gestorven, op 17 april 1981
Alhoewel hij sinds begin maart in het stedelijk hospitaal voor verzorging was opgenomen, kwam zijn overlijden toch eerder onverwacht. Frans was zelfs in de laatste maanden van zijn leven regelmatig nog in het straatbeeld te zien, steeds met de legendarische “sigaar” tussen de lippen.
Hij woonde onder andere in de Osbroekstraat (nr 24) en dus was het ook maar logisch dat men in de buurt bleef om hem een straatnaam te schenken.
Hij was voor de stad de vereenzelviging van een correct Burgemeester die vanaf 20 november 1956 tot 1958 een coalitie leidde van socialisten en liberalen en van 1959 tot 7 januari 1971 een samengaan van socialisten en christendemocraten op een meer dan voorbeeldige wijze voorzat.
Het was een verrassende benoeming, die abrupt eindigde toen hij na 14 jaren op 07/01/1971 besloot om de aktieve politiek vaarwel te zeggen.
De laatste jaren van zijn leven was hij wat verbitterd over de manier waarop hij in 1971 aan de kant gezet werd. De BSP-federatie had toen immers besloten om de leeftijdsgrens voor een mandaat vast te leggen op 62 jaar. Blanckaert ‘out’ dus.
In de krant van 1970 lezen we hierover de volgende verklaring :
“Door burgemeester Frans Blanckaert werd een persconferentie gedaan die we hierdoor laten volgen :
Na ruggespraak met een delegatie van het BSP bestuur van de stad Aalst op dinsdag 12 mei, heeft de heer Frans Blanckaert het besluit genomen om af te zien van zijn gestelde kandidatuur voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen van 11 oktober 1970.
Het BSP bestuur had immers geweigerd om in te gaan op het opheffen van de leeftijdsgrens waarop de heer Blanckaert krachtens de bestaande statuten had verzocht. Evenmin werd op zijn verzoek ingegaan om nog voor beperkte tijd als raadslid te zetelen.
Alhoewel de heer Blanckaert deze maatregel tegenover hem getroffen ondemokratisch en onrechtvaardig vindt, heeft hij beslist zich te gedragen naar de door het arrondissementeel kongres en het partijdbestuur genomen beslissing.
Hij zal dus geen kandidaat zijn op de lijst van de BSP noch afzonderlijk!”
Frans was van 4 juni 1937 tot 29 januari 1947 en van 8 april 1953 tot 7 januari 1971 lid van de gemeenteraad.
Voordien was hij ook al lid van de commissie van Openbare Onderstand, de C.O.O., waarvan hij in de periode 1 juli 1953 tot 19 november 1956 voorzitter is geweest.
Blanckaert was een eminente persoonlijkheid binnen het politieke leven deze stad. Eenmaal, in de jaren ’50, werd hij verkozen tot provincieraadslid en in het beroepsleven was hij verzekeringsagent bij de P.S.
Burgemeester Blanckaert zetelde in de periode voor de oorlog namens de Belgische Werklieden Partij (B.W.P.) en vervolgens namens de B.S.P. (de Belgisch Socialistische Partij)
Mensen die hem in deze functies gekend hebben noemen hem steeds een loyaal en net politicus die heel wat belangstelling opbracht voor het volkse en culturele leven in onze stad.
Frans was ook op andere terreinen heel aktief. Zo was hij van 1946 tot 1954 drie maal verkozen tot provincieraadslid. Hij stichtte ook Progecov, waarvan hij tot in 1970 voorzitter bleef.
Maar ook in de Interkommunale Land van Aalst, Edas en Interdender was hij aktief als voorzitter.
Meer dan 25 jaar lang bleef hij de beheerder van de Socialistische Coöperatieve Vooruit.
Hij had zijn hart verpand aan onze stad en is er dan ook gebleven tot aan zijn dood. Meer bepaald was hij gevoelsmatig verbonden met de watertorenwijk waar hij in de Sint Jansstraat werd geboren en waar de André Goffaertstraat zijn laatste verblijfplaats was. Hij stimuleerde er het gemeenschapsleven en in het beste deel van zijn leven was hij bijzonder actief in het verenigingsleven. Zo was hij lange tijd voorzitter van de socialistische harmonie “Hand in Hand” en van “Kunst, Licht en Vrijheid”.
Naast deze activiteiten betoonde hij ook veel belangstelling voor de sociale huisvesting en toen in deze legislatuur aan de Rerum Novarumstraat (aan den “Tir” zoals men in Aalst zegt) sociale woningen voor de derde leeftijd werden ingehuldigd, tekende hij natuurlijk ook aanwezig.
Ook was hij de stimulator achter de Socialistische bouwcoöperatieve DEWACO dewelke onder zijn voorzitterschap tot volwaardige ontplooiing is gekomen en - we tekenen 1981 - reeds 184 appartementen aan de Rozendreef heeft opgetrokken.
Van in zijn legislatuur dateren ook de plannen voor de bouw van een tweede zwembad op rechteroever, en de Ringlaan naar Dendermonde toe (aansluitend op de Brusselse steenweg).
Er werd een nieuw politiecommissariaat gebouwd en de watertoren werd vernieuwd.
Samen met de CVP bouwde hij een nieuw slachthuis en er werd begonnen met de uitbouw van het Osbroek-sportcentrum.
Ook de aanleg van het industriepark Wijngaardveld gebeurde onder zijn burgemeesterschap.
Binnen de B.S.P. bouwde hij zich een even correct imago op, hij was en bleef socialist gedurende gans zijn leden.
Zijn vrouw omschreef hem als volgt :
“Men kon niet zeggen dat mijn man burgemeester was, we zijn altijd onszelf gebleven, zonder hoogmoed”.
En dat bleek ook het idee van de meeste stadsgenoten. Een rustig, aimabel man, die niet overhaast zijn beslissingen nam, maar zich altijd eerst grondig liet informeren.
Daar waar nodig kon hij zich heel neutraal opstellen.
"In alle intimiteit werd zijn as op het kerkhof van “zijn” stad uitgestrooid. Het was de wens van zijn echtgenote en familieleden zijn nagedachtenis in een serene sfeer te laten verlopen. Toch wenste de S.P. langs deze weg zeer nadrukkelijk hulde te brengen aan Frans Blanckaert en zijn verdiensten binnen de socialistische beweging, de stad en de provincie te onderstrepen".
De Frans Blanckaertdreef
Men wou, net als bij de meeste andere burgemeesters, ook zijn naam eren en toekennen aan een straat, laan of plein.
In eerste instantie werd geopperd om zijn naam te geven aan de ‘Korte Sint Jansstraat’, maar men zag af van dit idee en zag de dreef aan de ingang van het Osbroekpark als de ideale locatie.
De dreef die uitgroeide als parking voor de bezoekers van zowel het Osbroekpark, de sportterreinen en het stadspark. De dreef ook die in het Aalsterse beter gekend is als ‘den broinen dreif’.
Tja, deze bijnaam heeft de dreef gekregen omdat het een bekende rendez-vous plaats is in het homo milieu. In je auto de krant lezen doe daar best met je deuren op slot, vrouwen zijn er relatief ‘veilig’ ...
Met andere woorden, het is daar een constant gaan en komen, en elke stilstaande wagen met man(nen) aan boord wordt daar steevast als mogelijke date gezien.
In 2003 liep het een beetje uit de hand.
Ouders en grootouders die hun kinderen en kleinkinderen naar de avondlijke trainingen brachten van de Atletiekclub Eendracht Aalst waren verontrust over het rendez-vous gebeuren in deze doodlopende straat. Ook het bestuur van de club zag met lede ogen het alsmaar meer 'tippelen' van homo's en hetero's en ook het toenemende druggebruik kon niet meer genegeerd worden. De Lokale Politie kende het probleem en voerde er dagelijks controles uit.
Maar dat bleek echter niet afdoende. Op het moment dat ze met hun combi de hoek omdraaiden, stoven de tippelaars, hun klanten en de druggebruikers langs alle kanten weg.
Vluchtwegen zijn er natuurlijk genoeg om ongezien via het stadspark of het natuurreservaat te ontkomen.
In 2003 werd de verlichting aangepast, maar ook dat bleek niet voldoende om de donkere dreef afdoende te verlichten.
Hoewel het probleem dus wel gekend was, werd de bezorgdheid van de ouders door het bestuur toch bestempeld als ongegrond.
,,De kinderen worden aan het sportveld opgewacht door de trainers. Ze blijven constant bij hun groep onder toezicht. Onze club is in opmars. Er komen meer en meer jongeren naar de trainingen. Dat zorgt tevens voor een supplementaire sociale controle'', klonk het.
,,Het probleem is gekend en blijft een aandachtspunt en we doen inspanningen om het gebeuren in de dreef in te dijken'', zei woordvoerster An Savoye. ,,Dagelijks zijn er controles van zowel agenten in uniform als in burger”.
Tegenwoordig hoort men niet veel meer van overlast daar.
De verlichting is aangepast en de ‘overlast’ is verminderd.
Maar best ook, want een slechte naam, da’s iets wat de oud-burgervader zeker niet verdiend heeft.
Op maandag 23 januari werd in de Frans Blanckaertdreef begonnen met het rooien van de 26 zieke paardenkastanjebomen. Deze leden aan een bloedingsziekte en ze zouden het zeker niet kunnen overleven.
Er komen nu nieuwe paardenkastanjes die geen vruchten dragen, zo kunnen auto’s veilig parkeren zonder dat er vruchten op de auto’s vallen, want dat was vroeger ook wel een vaak gehoorde klacht bij de automobilisten.
Aalst houdt van de meeste van zijn burgemeesters, en Frans is daar zeker geen uitzondering op.
Een gedreven man, die op een rustige manier geen enkele discussie uit de weg ging.
Iemand die op zijn strepen stond, maar ook geen ‘riezje en krakkiel’ wou.
Bronnen :
Voor Allen, 17/04/1981, 16/05/1970
Het Nieuwsblad 10/12/2003
De Voorpost 17/04/1981
Portretfoto 1960 via MadeInAalst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten