zondag 2 juni 2019

De Borse van Amsterdam

In 1391 schonk het stadsbestuur een stuk grond, ten Westen van de Grote Markt, links van het schepenhuis, aan de Gilde van de Vrije Vleeshouwers om er een Vleeshuis op te richten.

In 1629 zagen de beenhouwers zich evenwel verplicht het pand te verlaten, omdat het gebouw (alsook enkele aanpalende woningen) werd gesloopt omdat het marktplein te klein was geworden. De beenhouwers zouden dan ook vanaf dit ogenblik met hun kraam op de Grote Markt staan.

Op de vrij gekomen plaats werd wel reeds in 1630 een nieuw, maar ondiep gebouw, opgetrokken met ondermeer afbraakstenen van de vroegere bouw.

1630 of 1633, het kan aanleiding geven tot discussie, maar feit is dat men beide jaartallen terugvond bij de restauratie van 1908.

Het werd een fraai Laat-Renaissance gebouw in bak- en zandsteen dat zou dienen als Politiewacht (Corps de Garde), Leenhof en Wezenkamer. Inderdaad, de Borse Van Amsterdam was ooit ook een weeshuis.


De gevel is voorzien van 11 vensters met kruismonelen en rust op een open galerij met 12 zuilen verbonden door rondbogen.  Boven elke zuil is een cartouche aangebracht met wapenschilden.  Uiterst links, hoek Nieuwstraat, vinden we het schild terug van burggraaf Vilain XIIII, burgemeester van Aalst, later schepen te Gent.  De derde cartouche vertoont het blazoen van Keizer Karel.  De middelste cartouche draagt het jaartal 1630, begin van de nieuwbouw.  De overige wapenschilden behoren toe aan baljuws en schepenen van de stad.

Boven het eerste verdiep werden later vier topgevels in barokstijl aangebracht, omringd door zware volutes.  In het midden staat een houten torentje met gotische peervorm

De eerste naam was het 'nieuwerck', de nieuwbouw van de stad Aalst dus, het nieuwe stedelijke administratieve centrum als het ware.

De hoofdwacht (politie) was er gevestigd, er en ook de wezenkamer zetelde er. Er werd ook recht gesproken en de vonnissen werden er uitgesproken door het leenhof.

In 1663 kocht de Rederijkerskamer van de Heilige Barbara (De Barbaristen) de zaal van de Wezenmeesters.  De toren kreeg toen de naam van Barbaratoren.

Ondertussen was het gebouw dringend aan herstelling toe.  In 1683 werd het torentje afgebroken.

In de loop der tijden werd het gebouw regelmatig bezet door voorbijtrekkende legers wat steeds noodlottig was : beschadiging, vernieling, brand (in 1743), het gebouw bleef niets bespaard,, totdat het uiteindelijk verwoest werd door Engelse soldaten die er gekazerneerd waren

De zolders van de toenmalige 'Barbarakamer'  werden tussen 1786 en 1792 gebruikt door Jean-Louis De Wolf voor de opslag van zijn hop- en moutvoorraad..... een beetje de voorloper dus van de latere mouterij De Wolf-Cosyns

In 1788 was het herberg 'De Vetzak' en pas in 1829 komen we de naam 'Borse van Amsterdam' tegen.
Judocus Van Vaerenbergh, die er reeds waard is, koopt het gebouw 'genaamd herberg De Borse van Amsterdam'. In een verkoopsovereenkomst heeft men het in 1863 over de 'afspanning' De Borse van Amsterdam, maar een echte afspanning, met paardenstallen voor de afgespannen dieren, was het natuurlijk niet.

Deze foto toont de eerste pagina van de akte : 


Transcriptie : 

Jaar duizend achthonderdnegenen twintig, den eenen
twintigsten Maart, ten zes uren namiddag.
In de herberg genaamd de borze van Amsterdam, bewoond
bij sieur Judocus Van Varenbergh, op de grote markt te Aalst, noordwijk.
Voor ons Cornelius Evit, koninklijken notaris ter verblijfplaats
van Aalst, noordwijk, derde arrondissement der provintie
oostvlaanderen en in de tegenwoordigheid der nagenoemde
getuigen is gekompareerd in persoon de heer Franciscus
Xaverius De Vilander, burgemeester der stad Aalst
en aldaar wonagtig , handelende in zijne gezegde hoeda-
nigheid van Burgemeester en als ten einde deze, zoo
hij verklaart, gedelegueerd van wegens den regeringsraad
dezer Stad Aalst.
Welke komparant heeft gezegd dat hij agtervolgende
de verworvene bemagting verleend bij zijn majesteits
besluit de dato vierentwingsten Juny achttienhonderd
achtentwintig over …….deze stad Aalst
begeert te verkoopen een huis, erve, en dependentien zoo
het zelve gestaan en gelegen is binnen de stad Aalst, op
de groote markt, breeder uitgedrukt in het kohier van
lasten hier na beroepen.
Gevolgelijk heeft de komparant ons ter hand ge-
steld, eerst kopij of afschrift eener maandelijksche
voordragt aan zijne Exciellentie den heer minister
van binnenlandsche zaken, ……verzoeken om
folio een

In de 19de eeuw omvatte de 'Borse van Amsterdam' slechts de rechterhelft van het gebouw. De linkerhelft was toen nog steeds stadseigendom en politiewachthuis.

In 1855 was er reeds een hotel met 6 kamers.
Omstreeks 1863 werd het gebouw dan gedeeltelijk aangekocht door een vereniging om er een 'Cercle Catholique' op te richten.
Pas in 1898 kocht deze 'Cercle' het volledige gebouw.. 


De naam ‘Borse Van Amsterdam’ verwijst naar de ligging van en de stopplaatsen van de postkoetsen op de handelsroute Rijsel-Amsterdam (Zoutstraat-Kattestraat)

Beide delen van de Borse zijn trouwens niet even groot: het stadsdeel is ongeveer 42% van de breedte, het rechterdeel, toen eigendom van J.B. Gheeraerdts, 58%.

Bovendien schiet dat perceel nog een behoorlijk stuk in de diepte, achter 4 huizen van de Kattestraat.


Raar dat de reclamekaart een kleiner stuk toont dan de werkelijkheid. Dit was waarschijnlijk omdat het mooier oogde met de twee geveltoppen in plaats van twee en een stukje van een derde.

De 12 wapenschilden boven de pilaren, tussen de bogen, werden in 1930 gerestaureerd. De schilden tonen de wapens van de leden van het magistraat. Uiterst links, vinden wij het wapen van burgemeester de Vilain (1630) vervolgens de schilden van zijn schepenen Piersonne, Croy, Le Boiteulx, Colins, Vaerewyck, De Wilde en De Smet. Ook het blazoen van de Spaanse koning Philips IV is aangebracht.

In 1908 werden de restauratiewerken uitgevoerd :  de Barbaratoren werd heropgebouwd volgens plannen van stadsarchitect Jules Goethals. De oorspronkelijke toren werd reeds eind 17de eeuw afgebroken. De huidige toren werd afgewerkt in 1909!


Op bovenstaande foto uit 1913 ziet men onder de gaanderij van de Katholieke Kring op de Grote Markt (Borse) een reclamebordje hangen van Kaiserquell Pilsner. 


Dergelijke blikken bordjes (51 X71 cm), met hun lichtblauwe achtergrond en gouden letters, zijn nu gegeerde verzamelobjecten. 
In datzelfde jaar 1913 maakte de uitbater van De Katholieke Kring in de krant eenmalig reclame voor deze pils. 


De Borse was een etablissement waar gegoede burgers (met name de conservatieve tegenstrevers van priester Daens) vergaderden.
Naast Pilsner uit Pilsen had men er ook trappist uit… Tilburg (nu La Trappe)! De kasboeken van dit behoudsgezinde bolwerk bleven bewaard. In juni 1910 duikt daarin voor ’t eerst Pilsner op: 195 flessen worden aangekocht (tegenover 166 flessen pale ale en 50 flessen stout).

De Ersten Pilsen Actien Brauerei in de stad Pilsen was er fier op niet Tsjechisch, maar Duits te zijn. Om in het nationalistische Duitsland haar bier te kunnen slijten - Dresden ligt niet zover van Pilsen – gaf de brouwerij in 1909 haar pils dan ook een oerduitse naam: Kaiserquell. 

Meteen een prik naar hun inspirator en concurrent Urquell, die zich als Tsjechisch profileerde in het toen tweetalige Pilsen, dat deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk. Na de nederlaag van dit rijk en de val van zijn keizer Karel I in 1918, was de merknaam Kaiserquell niet meer zo cool (ook de Duitse Kaiser was toen uiteraard niet meer hip) en drong een herbronning zich op bij de Duitsgezinde brouwerij. 
Hun pils kreeg een nieuwe naam: Gambrinus, naar de oorspronkelijke benaming van de brouwerij, die sinds de oprichting in 1869 Urquell, de uitvinder van de Pilsner, bekampte. Maar Gambrinus fusionneerde met Urquell in 1932 en werd na WO II door het communistische Tsjecho-Slowakije genationaliseerd. De merknaam bestaat echter nog altijd. De Gambrinus van nu is een lichtamberkleurige, moutige en zacht bittere… Tsjechische pils.

De gegoede Aalstenaar verteerde er in die maand ook nog 8 tonnen (van ongeveer 160 liter) gewoon bier van de katholiek Rochus De Gheest (de latere brouwerij Safir) en 7 tonnen Leuvens. Maar de maand daarop, in juli 1910, werden er twee ‘fûts’ (van 51 liter) Pilsner aangekocht. Zo een presvat, dat vanbinnen gepekt was met een soort boomhars, hield het bier op druk, in tegenstelling tot de houten tonnen met het plaatselijk bier. Het heldere, parelende lage gistingsbier was een verfijnd importproduct!
In 1914 was het uiteraard gedaan met de Duitse invoer: exit Kaiserquell!

Er dook dan ook meteen een nieuw fenomeen op in De Borse Van Amsterdam: de flessen ‘special’ (genre Palm) deden er hun intrede. Het gewone bier moest gehaald worden waar er in deze schaarse tijden voorraad was: eens een ton bij Brouwerij Hermans (Appels), dan weer bij Torrekens (Aaigem), of Burny (Aalst), terwijl ook Brouwerij De Gheest er nog leverde.

Na ‘den Grooten Oorlog’ deden de ‘bockskens’ hun intrede. Later kwamen de – plaatselijke - pilsen terug met aan de vooravond van de tweede wereldoorlog Bergenbier, Safir en Golden Tiger als luxeproducten.

Na de tweede wereldoorlog, in 1949, werd het gebouw grondig gerestaureerd en vernieuwd.

De Borse van Amsterdam wordt sinds 1994 uitgebaat door Patrick en Annemie Cuvelier - Sallet 
Het restaurant mag zich sinds enkele jaren ook vermeld zien in de Michelin gids. 

Chef Patrick is heel tevreden. Het eten dat uit de keuken komt, mag nog zo lekker zijn, en mag er nog zo goed uitzien, als het niet geserveerd wordt naar behoren, zullen we ook geen punten krijgen. 

De Borse van Amsterdam heeft in de Michelingids een vermelding. De Bib Gourmand gaat over een menu met een prijs beneden de 35 €. Zij hebben een menu van 34 € waar je steeds kan kiezen uit drie voorgerechten en drie hoofdgerechten. De chef ziet er steeds op toe dat er altijd gevogelte, vis of vlees bijstaat, en de menu's worden afgewisseld met seizoensgebonden ingrediënten…

en … er is een gezellig terras met zicht op de markt en het belfort.


In 2023 waren er enkele hardnekkige geruchten te horen : 'De Borse stopt ermee' ... 

'Fake news' meldden de eigenaars heel snel, hoewel het nieuws geen volledige 'kwakkel' blijkt. 

De Borse van Amsterdam, gerund door Annemie Sallet en Patrick Cuvelier, zal open blijven tot zolang ze geen geschikte opvolger gevonden hebben.

Het koppel verklaart nog steeds met dezelfde passie voort te werken, maar ze willen stilletjesaan van het leven genieten en aan hun gezondheid denken. 

Hoewel Annemie oorspronkelijk dacht dat ze het maximaal tien jaar zouden volhouden, zijn ze nu bijna dertig jaar verder en geloven ze steevast dat ze geschikte opvolgers zullen vinden om deze prachtige zaak verder te runnen.

Op 9 mei 2024 was het dan zo ver. 

De Borse van Amsterdam gelegen op de Oilsjterse Grote markt krijgt nieuwe uitbaters. 
De huidige uitbaters Annemie en Patrick stoppen na 30 jaar.

Vrijdag 22 november 2024 starten Ramcic Edin en Haelterman Gunda, de uitbaters van ’t Boerenhof in Oostakker met veel goesting de “Bezze” .Veel succes…..


Bronnen

borsevanamsterdam.be
Het Nieuwsblad 6/11/2012
MadeinAalst
HLN 09/05/2024
inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/60

Geen opmerkingen:

Een reactie posten