De vastelauvedverbranding, ofte - misschien iets oneerbiediger - popverbranding is het traditionele einde van Aalst carnaval en vindt steevast plaats op dinsdagavond.
Hoewel in de geschiedenis reeds lang sprake is van vreugdevuren ter ere van allerlei goden, werd de verbranding in Aalst 'pas' in 1960 ingevoerd door het Feestcomité, dat toen onder leiding stond van Gilbert Claus.
Het was toen op 1 maart van dat jaar, stipt om 21:30 dat de verbranding werd ingeleid door een optocht in het gezelschap van 'Het muziekkorps van de Stedelijke Vrijwillige Brandweer'.
De optocht werd ludiek ook wel de ‘taptoe van Oilsjt’ genoemd.
Oorspronkelijk was de 'taptoe' een militair trommelsignaal, soms ook aangevuld met hoorn of trompet, om het einde van de dag aan te kondigen en aan te geven dat soldaten uit de kroegen in de stad naar de kazernes moesten terugkeren en dat de kroegbazen 'den tap toe' moesten doen en geen bier meer mochten tappen. De tamboers trokken door de straten en gaven dit signaal vanaf 21.30 uur tot aan de avondklok van 22.00 uur.
Het taptoe-signaal is eigenlijk een signaal voor pijperfluit, trommel en trompet, dat oorspronkelijk dus werd gespeeld als afsluiting van de dag.
In de 21e eeuw wordt de taptoe in vele Europese landen vooral gebruikt bij militaire herdenkingen en begrafenissen, en wordt deze meestal uitgevoerd op trompet.
Het signaal zou aan het einde van de 16e eeuw in Vlaanderen zijn ontstaan en aan het begin van de 17e eeuw, in de tijd van prins Maurits, zijn overgedragen aan de in de Nederlanden gekazerneerde Britse soldaten.
Ook in de Verenigde Staten wordt een vergelijkbaar signaal gebruikt, de Taps.
De Last Post, Taps, en de trompetversie van de Taptoe bestaan geheel uit natuurtonen waardoor ze gespeeld kunnen worden zonder het gebruik van ventielen.
De meest gekende versie van 'The Last Post' wordt elke dag om 20:00 gespeeld onder de Menenpoort in Ieper. Dit gebeurt door de leden van de Last Post Association, als eerbetoon aan hen die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Dit ritueel doet men al sinds 1928, en werd enkel onderbroken tijdens de bezetting van Ieper door de Duitsers tussen mei 1940 en 6 september 1944.
Tot zo ver de originele versie ...
In Aalst werd, raar maar waar, eens geen eigen versie van het verhaal gemaakt, maar borduurden we rustig voort op de originele.
Het was namelijk zo dat, tijdens de optocht met de pop, aan de cafébazen gevraagd (eerder aangemaand) werd om hun tap eventjes dicht te houden, zodat de carnavalisten richting Grote Markt konden trekken om er de verbranding live te kunnen meemaken.
Ook hier letterlijk ‘Tap toe’ dus!
De popverbranding werd aanvankelijk op dinsdagavond om 22u georganiseerd op de Grote Markt, maar dit uur werd ondertussen wat vervroegd naar 21u00 en de verbranding kan tegenwoordig ook live mee gevolgd worden op een groot scherm dat op het Vredeplein staat opgeteld.
Het initiatief sloeg aan, en er werd beslist om deze optocht met de vastelauvedpop jaarlijks te herhalen.
De leden van het feestcomité gingen deze eerst afhalen en begonnen rond 21u30 aan de Hopmarkt aan hun optocht.
De pop werd rondgedragen langsheen alle foorpleinen, van waar ze werden gevolgd door de talrijk opgekomen carnavalisten.
De tocht eindigde logischerwijs op de Grote Markt.
Doorheen de jaren werd het muziekkorps van de brandweer vervangen door de Vlaamse Katholieke Fanfare van Welle, die de pop zou begeleiden met treurmarsen.
De optocht werd steeds maar groter en groter en het waren ‘De Galante Moilentrekkers’ die begin jaren ’70 met het idee op de proppen kwamen om er een soort fakkelstoet van te maken.
Door de firma ‘De Winter’ werden toen gratis fakkels uitgedeeld aan de carnavalsgroepen, maar het was eigenlijk wel jammer om te zien dat niet iedere groep zich aangesproken voelde om deel te nemen aan deze ‘rouwstoet’.
Doorheen de jaren werden de treurmarsen langs het parcours ook vervangen door vrolijkere deuntjes, maar eens aangekomen op de Markt dienden deze dan toch plaats te maken voor de treurmars van Chopin ('Marche Funèbre').
Eens op de Grote Markt aangekomen, zou de pop nog een soort ‘ererondje’ krijgen, terwijl op het stadhuis alles in gereedheid gebracht werd voor de eigenlijke verbranding.
Uiteindelijk zal het de prins zijn die de pop in brand mocht steken met zijn fakkel.
Kamiel Sergant, de ondertussen betreurde keizer, sloot de ereronde steeds af met zijn gevleugelde vraag ‘Doemen voesj?'
Na een positief antwoord vanuit het publiek was het toen effectief de beurt aan de prins om ‘er écht een einde aan te maken’.
De eerste Vastenavondpoppen werden door Pierre De Winter gemaakt uit stro.
Gezien de brandbaarheid van dit materiaal was de pop dan ook heel snel omgetoverd tot een hoopje as.
Later werd de pop nog gebouwd door ondermeer Gustaaf D'Hondt en Hendrik De Neve, twee medewerkers van de Stad.
De Winter bleef heel betrokken bij de zaak, want de pop werd aangekleed met kledij afkomstig van 'bij Wintjerken' (de carnavalswinkel van Pierre), die hiervoor een 'ruime vergoeding' kreeg in de vorm van enkele bakken bier.
In de jaren '80 werd de pop een drietal keer ontworpen door Jo Beeckman, die de carnavalisten zich ongetwijfeld zullen herinneren door zijn aktiviteiten bij 'De Kaiserlycke Souvereine Caemere der Draeckenieren'.
Bij de herstructurering van de carnavalsjury viel hij uit de boot en sloot zich aan bij de 'Oitgerangeirde juryleden'.
In 1989 brachten Michel Van Bremt en Stefaan Vinck de plaat ‘Oilsjt, goi stad van men droeimen’ uit.
Het lied dat werd geschreven door Antoine Van der Heyden en werd ingezongen door Hendrik Daelman, die het lied sedert 2002 jaarlijks live van op het balkon van het (oud) stadhuis mag brengen op het ogenblik dat de pop in brand staat.
Hieronder het lied met tekst (video gemaakt door 'Montooken')
En ja, ook ik heb dit fantastische lied wat gebruikt in de naam van mijn blog : Oilsjtgoistad.
Vanaf de jaren '90 werd een wedstrijd uitgeschreven onder de carnavalsgroepen.
De winnende groep mocht dan de vastenavondpop van dat jaar maken en kreeg hiervoor in ruil een vergoeding van het Stadsbestuur.
Er bleven veranderingen komen en zo werd in 1995 voor het eerst ook muziek gespeeld uit enorme boxen die stonden opgesteld aan het stadhuis.
De muziek van de begeleidende fanfare was echter het enige wat toen te horen was. De liedjes van de prins, bijvoorbeeld, hadden er toen nog geen plaats, daar zou men nog een jaartje moeten op wachten.
Prinsen die tot dit jaar besloten om toch iets te zingen deden dit steeds a capella, en dus enkel hoorbaar voor de onmiddellijke entourage op de eerste rijen.
Peter Vereecken bijvoorbeeld zong op die manier zijn ‘Ambiaans Oeveral’ in 1993.
Het succes van de verbranding groeide en groeide en in 1996 bleek het een heel moeilijke opdracht te zijn om nog een rondje Grote Markt op te nemen in het parcours. Er werd immers letterlijk 'met vuur gespeeld' en men kon het zich echt niet veroorloven om dit risico te blijven nemen.
Geen extra rondje meer dus, maar vanaf dat jaar mocht de prins wel gebruik maken van de enorme muziekinstallatie, en dus was het dat jaar een primeur voor Kris Van Vaerenbergh om zijn liedje over de grote markt te laten schallen.
Sedertdien is ook dit een jaarlijks terugkerende gewoonte geworden.
Het jaar daarop werden de fakkels voorzien van een soort beveiliging, waardoor de vlam van de fakkels wat kleiner was en er dus minder risico bestond op accidenten. Het grote nadeel bleek dat de vlammetjes wel heel erg klein werden en dus al heel wat fakkels uitgedoofd waren vooraleer de Grote Markt bereikt was.
Er werd nog steeds heel intensief ingezet op meer veiligheid en daar waar ondertussen al verschillende jaren de vlam van het onthaalcomplex van de Keizershallen vertrok, besliste burgemeester Any De Maeght in 1999 dat dit voortaan niet meer kon.
De vastelauvedpop zou in het vervolg vanop de binnenkoer van het stadhuis naar de Grote Markt gebracht worden, iets wat tot op heden nog steeds het geval is.
Over de verbranding van 1999 zijn er trouwens enkele anekdotes te vertellen.
Zo had Prinsj Tony een hemelse schrik van vuur en had daarom de hulp nodig van... de brandweer... om 'de vlam in de pijp te steken'.
… En er was dat jaar ook een incidentje met Keizer Kamiel. Die vroeg dat jaar niet 'Doemen Voesj?', zoals gebruikelijk, maar riep wel 'Weir Doen Voesj!'.
Toeval? Neen hoor!
Kamiel had op 'Familyradio' dat jaar, reeds voor de start van carnaval, AKV ‘Lotjonslos’ al uitgeroepen tot grote winnaar.
Deze ‘partijdigheid ‘ en ‘gebrek aan takt’ werden hem (logsicherwijs) niet echt in dank afgenomen door de andere groepen, en toen hij tijdens de carnavalsdagen in de caféetjes zijn bekende vraag 'Doemen Voesj?' stelde, werd daarop door enkele carnavalisten gereageerd met 'Ja, mor ni me aa'.
De ontevredenheid was duidelijk groot, en op dinsdagmiddag van carnaval deed het gerucht zelfs de ronde dat de carnavalisten zonder Kamiel door zouden willen gaan.
De Keizer besliste dan, heel slim, om dat jaar op de verbranding zijn kreet niet in vraagvorm te formuleren.
De Keizer besliste dan, heel slim, om dat jaar op de verbranding zijn kreet niet in vraagvorm te formuleren.
Het werd dus een bevestigende ‘Weir doeng voesj!’, en er mocht dus geen twijfel over bestaan dat hij het einde van zijn carrière zelf ook nog wat wou uitstellen.
Er kwam opnieuw een periode van aanpassingen en verbeteringen en zo kreeg de popverbranding in 2000 een extra emotioneel accentje door het invoeren van de ondertussen heel gekende doedelzakmuziek. De stad had dat jaar ook gezorgd voor een mooi grondvuurwerk.
De 'Flemish Caledonian Pipes and drums', doedelzakspelers met ondersteuning van drummers, zorgen elk jaar voor heel wat traantjes bij de carnavalisten.
Hoewel de thuishaven van de band Gents is, voelen ze zich heel verbonden aan Aalst.
Met de tune 'Highland cathedral' begeleidt de groep de pop van de binnenkoer tot aan de Grote Markt.
Van zodra het vuur aangestoken wordt, weerklinkt dan 'Amazing grace', wat zorgt voor heel wat ... euh ... stofjes in de ogen van de aanwezigen.
Twee jaar daarna lag Wim Delclef aan de basis van nog een nieuwtje dat tegenwoordig goed ingeburgerd is.
Hij had tijdens zijn show een lied gezongen tijdens hetwelk hij ‘over de zaal zweefde’ met behulp van een hoogtewerker.
Hij wou deze stunt ook herhalen tijdens het afscheid van carnaval, en hij werd daardoor ook de eersste prins die gebruik zou maken van een hoogtewerker om nog even enkele liedjes te zingen.
In 2003 kwam het vuurwerk uit de pop, waardoor de prins (Chris Baeten) deze zelf eigenlijk niet in brand kon steken. Een groot gedeelte van de constructie stond immers al in brand door het vuurwerk.
Er kwam een groot scherm op de Grote Markt, waardoor ook de kleinere aanwezigen en diegenen op de achterste rijen zouden kunnen meegenieten van het spektakel.
In 2010 kwam er ook een scherm op het Vredeplein te staan.
Toen Kamiel in 2014 zijn afscheid aankondigde, ontstond meteen een FaceBookgroep die wel graag had dat zijn beroemde kreet ‘Doemen voesj’ ten minste zou blijven …
En die bleef …
In 2015 werd het afscheid van carnaval meteen ook een heel emotioneel moment om de stem van de keizer nog eens door die boxen te horen knallen.
Omwille van zijn afwezigheid werd de rol van de burgemeester sedert 2015 groter.
Deze leidt het gebeuren dan ook in met de kreet 'Ajoin, Ajoin, Ajoin!', daarin enthousiast gevolgd door de duizenden aanwezigen.
Dat het gebeuren steeds meer en meer in de belangstelling komt, is duidelijk te zien in volgende cijfers : in 2011 waren er 10 000 toeschouwers, in 2017 waren dat er 18 000, en in 2018 steeg dit zelfs tot 20 000, hoewel het goede weer hier natuurlijk ook heel veel mee te maken heeft.
20 000 aanwezigen, het was dan ook niet meer dan welkom dat TV-Oost en Ajoin Mjoezik vanaf dat jaar ook zorgden voor een rechtstreekse streaming.
Zo konden de mensen het spektakel ook 'rustig' van thuis uit volgen, en 'thuis' is heel letterlijk te nemen, want op de streaming kwamen commentaren vanuit Duitsland, Frankrijk, en zelfs vanuit Mexico!
Een succes over de hele lijn dus, hoewel de sfeer van 'er echt tussen te staan' natuurlijk niet te evenaren valt.
Doorheen de loop der jaren zijn er al heel wat 'modellen' voorbijgekomen.
Een nieuwe anekdote dringt zich op.
In 2020 werd voor de pop het ontwerp van De Melkmoilen gekozen, en daar spreekt men nu nog altijd van.
Doordat er tegenwoordig ook brandwerende stoffen gebruikt worden, duurt het ook altijd een ietsje langer vooraleer alles in vlammen opgaat (anders zou het té rap gedaan zijn), maar dat jaar had de pop écht geen goesting om te branden. Het duurde dus een eeuwigheid, en de pogingen van de voorzitter, prins Kenny, om er toch wat vonken uit te krijgen, mislukten steevast ... iets waar de groep nog steeds lachend op aangesproken wordt.
Op de tonen van 'Amazing grace', met live doedelzakmuziek, wordt de pop in brand gestoken ... een heel emotioneel moment voor de aanwezige Aalstenaars, die vaak een traantje moeten wegpinken. Emotie, vast en zeker, en ook de combinatie vermoeidheid - drank zorgen voor heel wat waterlanders.
Gezien er de laatste jaren een enorme volkstoeloop is voor de verbranding, en de veiligheid niet gemakkelijk meer kan worden gewaarborgd, zijn bijna draconische veiligheidsmaatregelen in voege. De Grote Markt wordt onderverdeeld in zones en eens alle vakken gevuld zijn, wordt alles hermetisch afgesloten ... 'vol is vol'.
In 2021 en 2022 was er geen officiële verbranding omwille van Corona. Nadat ook de stoet en alle andere activiteiten deze jaren - officieel - in het water waren gevallen, toonden de Oilsjteneers zich (uiteraard) heel creatief en om er toch een leuke periode van te maken, werden er wel wat alternatieven uitgewerkt door de Aalsterse radiozenders, DRA en TV Oost.
… Oilsjt es Oilsjt … en dus was er wel degelijk ook een niet-officiële verbranding, in aanwezigheid van de prins en enkele afgevaardigden.
In 2021 organiseerde AKV 'De Zwisjelmoizen', in samenwerking met Oilsjt Mjoezik, deze alternatieve popverbranding. Op een geheime locatie lieten ze Prins Yvan De Boitselier hun Vastenavondpop in brand steken, waarbij ook de traditionele liedjes en doedelzakmuziek afgespeeld werden.
Een heel speciale editie trouwens, want uit de as van de houten pop, kwam er ook nog een stalen exemplaar tevoorschijn. In het hart van die pop stonden de woorden “Ons Ilse”, een eerbetoon aan de vermoorde oud-burgemeester Ilse Uyttersprot.
Het digitale evenement werd gevolgd door meer dan 1000 Aalstenaars en was een groot succes. De weken ervoor had de groep ook kleine versies van hun Vastenavondpop laten maken, waardoor de Aalstenaars ook ‘hun eigen popje’ thuis konden verbranden.
Ook het jaar erop, 2022, werd een ‘intieme’ verbranding gehouden en dat werd meteen ook een eerbetoon aan de toen pas overleden Keizer Kamiel.
Terug naar de vlam dan ...
Na de laatste vonken is het dan immers tijd om ... 'voesj te doeng' ...
Nadat de doedelzakspelers zijn verdwenen, ook het obligate 'Oilst goi stad van men droeimen' uitgedoofd is, en ook 'ding dong Guyken' zijn liedje mogen brengen heeft, is er opnieuw tijd voor actie.
De Grote Markt ontploft nog één keer, en dan dooft alles uit tot volgend jaar.
Na de laatste carnavalsnacht is er nog de traditionele 'koffiekoekenverdeling', waarbij de burgemeester de nog aanwezige carnavalisten (en tegenwoordig ook - jammer genoeg - al enkele teruggekeerden) trakteert op koffiekoeken en een glaasje melk of fruitsap.
Deze traditie wordt HIER verder uit de doeken gedaan.
Over doeken gesproken trouwens ... Hierbij een schilderijtje van schilder Jan de Smedt, die er in geslaagd is om dit emotionele moment vast te leggen met een schildersezel en een kwast.
En daarna is het ... definitief tijd om ... af te tellen naar de volgende editie !
Enneuh … t’es mor van oeiren zeggen…. mor ‘Is de popverbranding Aalst in gevaar door klimaatactivisten’?
De laatste jaren deed het gerucht immers de ronde dat klimaatactivisten via gerechtelijke weg alle traditionele verbrandingen zouden willen laten verbieden ... en daaronder valt dus ook de popverbranding in Aalst.
Of het zover zal komen, laat ons uiteraard allemaal hopen van niet, ’t is immers 'maar van horen zeggen', maar toch …
... waar rook is…, ... is geen potteke lijm om zich vast te lijmen aan een praalwagen of aan ’t Belfort natuurlijk … en ook geen potteke verf om het werk van onze ‘fassadeklasjers’ te vandaliseren …
Dat de 'verbranding' menig Aalstenaar beroert, mag trouwens (terecht) blijken over de talloze liedjes waarin het evenement bezongen wordt.
Een heel mooi lied werd gezongen door Guy Walgraef ... De verbrandink ...
Hier nog even de 'live' sfeer, vastgelegd in 2018 door CarnavalAalstKoentje, dé specialist inzake Oilsjters carnaval. Ga zeker ook zijn blog eens raadplegen om meer te weten over het Aalsterse carnaval.
Carnaval Aalst? Eén adres : CarnavalAalstKoentje!
Bronnen :
users.telenet.be/wim.beelaert/vastenavond/geschiedenis05c.html /
De Gazet van Aalst 11/02/1967 – 06/03/1971
Muziek Oilsjt goi stad van men droeimen met tekst via YouTube (Montooken)
Muziek De Verbrandink van Guy Walgraef met tekst via YouTube (Montooken)
De Voorpost 10/02/1978 – 22/02/1980 - 26/02/1988
TV Oost 'In de buurt' 18/06/2018 interview met Bob, doedelzakspeler
Reportages op Ajoin Music en Oilsjt Mjoezik
Luchtfoto 2014 : Aalst TV via Het Nieuwsblad
Foto 2021 : De Zwisjelmoizen
nationaletaptoe.nl
Het Nieuwsblad 03/03/2000
HLN 17/02/1999 - 23/02/2019
Eigen inbreng
Geen opmerkingen:
Een reactie posten