dinsdag 22 oktober 2019

Prinsjen van Oilsjt : 1974 : Antoine Van Der Heyden

De prins van dit jaar zou later de geschiedenis ingaan als liedjesschrijver, zanger, medeoprichter van DAK, lid van de Jefkes van St Anna en lid van de Prinsencaemere. 

Antoine (°09/04/1949) woonde in de Koolstraat en was er bestuurslid en secretaris van de Dekenij Koolstraat. 
Zo stond hij onder andere in voor de organisatie van het gekende Zomercarnaval van de Koolstraat, de Nacht van de Koolstraat en de wijkkermis van Borremans. 
Ook na het verdwijnen van de Zomercarnaval werd hij mede-organisator van de opvolger van het evenement, namelijk de Parapliekeskermis.

In 1973 werd hij tijdens het Zomercarnaval gekozen als Voil Jeanet van de Koolstraat, een verkiezing die hij later zelf ook zou gaan presenteren. Ook op de carnavalsquiz, die door de Dekenij Koolstraat georganiseerd werd, was Antoine presentator

In 1974 waren er vier kandidaten om de scepter te kunnen zwaaien over ‘hun’ stad. 

- Jean Paul (die al prins was in 1967 en in 1970 en dus gebombardeerd werd als ‘favoriet’)
- Rudi Scheerlinck
- Kareltje (Karel Van Der Borght) 
- Antoine Van Der Heyden. 

De handelaars van de Koolstraat wilden in die periode kost wat kost in de kijker komen en zagen in Antoine de aangewezen man om dit te verwezenlijken. Zij zouden uiteindelijk ook hun doel bereiken. 
Heel de dekenij stond dat jaar als één man achter Antoine en achter het project van de zomercarnaval die ze in de toekomst in het leven wouden roepen. 
Antoine werd prins, zo zou later blijken, de zomercarnaval kwam er, en de Koolstraat is een van de nijverste handelsstraten van de stad geworden !

Eigenlijk was het reeds de bedoeling om zich kandidaat te stellen in 1973, maar doordat Michel Cleemput ook al kandidaat was, besloot men het plan een jaartje uit te stellen. Twee kandidaten uit de Koolstraat … dat zou immers niet goed zijn voor de 'sfeer en gezelligheid'. 
 
In de aanloop naar de verkiezing werd gemeld dat Antoine de enige kandidaat zou zijn dat jaar. Daardoor was er in 1974 ook geen voorstelling van de kandidaten tijdens het driekoningenfeest, maar wat bleek …

In De Voorpost van 18/1/1974 verscheen daarom een oproep met de melding dat er wel degelijk meerdere kandidaten zijn, en dat dat niet uit het oog moest verloren worden. 
Inderdaad, slechts op vrijdag 11 januari diende JP zijn kandidatuur in bij de secretaris van het Feestcomité. 
Waarom zo laat ? Het was bij JP eigenlijk een vorm van sportiviteit. 

In 1970 had hij met zijn ‘haastig zijn’ een ietwat minder plezierige ervaring achter de rug. 
Toen stelde hij zicht immers al kandidaat in November 1969, met het gevolg dat er geen andere kandidaten meer kwamen opdagen, en het Feestcomité en de komische groepen in spoedvergadering dienden bijeen te komen om er zo vlug mogelijk nog enkele kandidaten bij te kunnen voegen.
Er werd dus aan JP gevraagd om dit jaar tot het laatste moment te willen wachten om te kunnen vermijden dat het een prinsenverkiezing met maar 1 kandidaat zou worden. 

Toen dit nieuws bekend werd gemaakt kwamen er nog verdere inschrijvingen van Rudy Scheerlinck, Karel Van der Borght en Lucien Van Delsen. Uiteindelijk bleek deze laatste toch niet mee te doen en dus werd het een strijd tussen 4 kandidaten.

De verkiezing vond plaats op vrijdag 8 februari, in de Keizershallen. Het werd een show met orkest en conferencier Jean Monnet. Een ingangsticketje kostte toen ondertussen al 60 frank. 

 ‘Toine’ had er goede hoop op, zelfs met een ex prins als volwaardig tegenkandidaat. Volgens hem wilde het publiek immers ook wel graag eens nieuwe gezichten zien, en bovendien werden de stemmen grotendeels gewonnen op de verkiezingsavond zelf, spijts de meegebrachte aanhang. 

Antoine is een echte Aalstenaar, een kind van de wijk en als voorzitter en secretaris van talrijke verenigingen al heel gekend. 
Reden te meer dus waarom de handelaars van de dekenij hem dan ook heel enthousiast steunden. 
Bovendien had hij ook al verklaard om prins te zijn gedurende het hele jaar, en niet enkel tijdens de carnavalsdagen. 

Antoine was computertechnicus in Brussel, en ergens waren er van die kant wel moeilijkheden verwacht in verband met faciliteiten, diensturen en vakantie.   Niets bleek echter minder waar te zijn. Met maar liefst dertig man kwamen de werkmakkers en chefs supporteren en stemmen voor ‘hun’ Antoine. 

Keizer Kamiel en prins Michel voelden zich die vrijdagavond bijzonder goed omringd met al hun collega-prinsen uit Diest, Hasselt, Lede, Brugge, en de Europa prins.

De sfeer? Wel : … Bier met beken, affiches, stickers, stromuziekjes, volk met hopen en een echte verkiezingskoorts, dat was de sfeer kort samengevat. 

Met Kamiel op het podium was het zoals steeds carnaval in de zaal. Zijn potpourri van Aalsterse carnavalsliederen bracht het publiek in een goede carnavalsstemming. Ook de Gilles, ondertussen niet meer weg te denken van enige carnavalsmanifestatie, deden hun duit in het zakje. 

Na de voorstelling van de kandidaten, was het Antoine die de spits mocht afbijten. Gesteund door een talrijke aanhang in de zaal, bracht hij een show die er zeker mocht zijn, en gooide het daarbij niet over de traditionele boeg. Als boerken-van-den-buiten kon hij het Aalsterse carnavalsgeleuter niet begrijpen, juichend als een echte Aalsterse carnavalsvierder en in een prachtige uitvoering van de Driestuiversopera, kon niets ter wereld hem na carnaval nog schelen. 

Rudy kwam het podium op als politieagent en Karel met de go-go-girls, maar duidelijk ontbrak bij hen de nodige spirit en ervaring om het op te nemen tegen de twee andere ‘kleppers’. 

Met Jean Paul op de scene nam het duel de hevigste vormen aan. 
Geroutineerd als geen een, hoewel zeer traditioneel van inspiratie, werd door het team ‘Zjozefien-Jean Paul’ de satire op de lokale toestanden tot een hoogtepunt gebracht. 

JP, de favoriet bij uitstek, bracht dus een sketch met Zjozefien, de struisvogel. Dat was een inventief geconstrueerd diertje dat door hem naar hartelust kon worden gemanipuleerd zonder dat het publiek het kon zien. 
De truc bestond uit een keurig nagebootste arm die het dier vasthield, terwijl de echte arm binnenin alle bewegingen van Jozefien kon dirigeren. 
Dit struisvogeltje was bijzonder geschikt voor het stadsbestuur, als zinnebeeld van de politiekers. 
Het had bovendien geen dikke nek, en kon worden gebruikt aan de ingang van het stadhuis, om de mensen bij te staan, die last hadden met de aangifte van een geboorte. 

Tot zover de sketch. Als liedje had hij ‘’t Stroei-mezieksken’ meegebracht. Ook dat liedje wordt nu nog door elke echte carnavalist meegebruld alsof het een lieve lust is. 

Jean Paul had niet minder dan vijfduizend van die instrumentjes laten importeren uit Duitsland, en bracht ze hier aan de man, zodat Aalst in geen tijd krioelde van dit soort muziekjes. Er werd op een bepaald ogenblik zelfs een tekort aan stroeimeziekskes opgetekend.

Jammer genoeg mocht het dit keer niet baten voor Jean Paul. Toen de jury de punten bekend maakte, voor het eerst gebeurde dit openbaar, bleek wel dat JP de voorkeur van de jury wegdroeg, hoewel Antoine zeker niet kansloos gesteld werd. 

Terwijl de stemmen van het publiek geteld werden, kolkte het in de zaal, en in reuzenslierten trokken de supporters de kandidaten door de Keizershallen. 
In afwachting van de uitslag deden ‘d’Hollanders’ van het Stemmingstrio er nog een schep ‘Hoge vesten’ carnavalsplezier bovenop. 

En eindelijk was het dan de beurt aan Alfons Singelijn, voorzitter van het Feestcomité, om de uiteindelijke uitslag bekend te maken. Vierde werd Karel, de derde plaats was voor Rudy. 
Tweede, nipt door de stemmen uit de zaal verslagen werd Jean Paul, en meteen was daarmee ook geweten dat Antoine voor een jaar over de vreugde en zotheid van Aalst zou regeren. 

Om 2 uur in de morgen, na een nek-aan-nekrace, kreeg Antoine I de titel van prins carnaval ’74. 

Wanneer de twee kandidaten zo aan elkaar gewaagd zijn, dan is het natuurlijk ook vanzelfsprekend dat velen ontgoocheld zijn, en dat er hier en daar dan ook wel een scherp woordje werd geplaatst. 

Alles gaat echter voorbij, en ook dat maakt deel uit van de carnavalstraditie. 
Alle heibel, alle discussies, zijn tegen carnaval uiteindelijk vergeten en vergeten.
Het was een prachtige tweestrijd geweest tussen twee evenwaardige kandidaten, en dat was volgens JP ook het belangrijkste van die avond. Het scheelde niet veel, maar een paar puntjes maar het belangrijkste was dat het plezierig was. 
“Alleen al die enkele minuten op de scene zijn een onvervalst stukje carnaval”, zei Jean Paul achteraf. 

Dat Antoine zijn titel tegen een dergelijk sterke kandidaat mocht behalen, pleit alleen maar voor hem, en verhoogt uiteraard ook de waarde van zijn titel. 

De poulain van Frans Wauters, die na de uitslag zijn ontroering niet meester kon, en de heer Bombeeck, die zich maandenlang had ingezet voor zijn kandidaat, wordt dus prins carnaval voor gans het jaar. 
Antoines inzet, zijn alom tegenwoordigheid en enthousiasme hebben resultaten opgeleverd. 
Hij voelt ook zeer duidelijk aan dat men nood heeft aan een prins.
De prins won dat jaar een Fiat 500 en een hoop natura prijzen.

Voor Antoine meteen de laatste verkiezing, hoewel hij het ‘nog eeuwen’ zou volhouden in het carnavalsmilieu.
 
De nacht van zijn verkiezing betekende echter ook een zwarte pagina in de geschiedenis van Aalst Carnaval …  een ongeval tijdens de nacht die volgde op de kiezing kostte het leven aan 4 jonge carnavalisten die verdronken in de Dender...
Ook voor één van de duikers die hielp bij de berging van het voertuig liep het bijna verkeerd af. Een ketting om zijn zuurstofverbinding te vrijwaren bracht hem bij de berging van het wrak een ogenblik in de problemen. Een kapotte band trok de aandacht van de onderzoekers, en een klapband zou meer dan waarschijnlijk dan ook de oorzaak geweest zijn van dit drama.

Antoine werd in zijn verkiezingsjaar ook nog verkozen tot ‘eerste prins van Oost-Vlaanderen’. Dat was een verkiezing waarvan de winnaar later zou mogen deelnemen aan de verkiezing van ‘Prins van Belgiê), georganiseerd door de Federatie der narren (FEN)
Aan het einde van zijn regeerperiode mocht Antoine zetelen in de jury van het BRT-VARA programma “Beste Carnavalsschlager 1975”, wat een hele eer was voor de Aalstenaar natuurlijk. 

De finale ging door in Maasmechelen en de prins mocht er onder andere ook enkele stadsgenoten (“Het Stemmingstrio”) ontmoeten. Zij namen aan de wedstrijd deel met meerdere liedjes, onder andere ‘d’hoeige vesten’ en het nieuwe lied ‘den dopper’.
Ook was hij reeds aan het denken wat hij zou gaan doen, nu hij bijna op ‘prinsenpensioen’ ging. Hij hield dan ook een nieuwe groep ‘De Schramoeillekrabbers’ boven de doopvont, een groep die eigenlijk is gegroeid uit de ‘Elastieke Sinzjippen’, die ook al hun oorsprong vonden bij Antoine.

Antoine is een magnifieke prins geweest, iemand met een rijpe verbeelding en met schitterende teksten, zo zou later (en veel later) ook blijken. 
Jean Paul vond het toen wel welletjes, en nam verder niet meer deel aan verkiezingen.
Jaren later, we schrijven 2020, zou zijn zoon Yvan met de scepter over ‘zijn’ stad zwaaien, en zou daarmee de derde generatie ‘De Boitseliers’ in de carnavalswereld vertegenwoordigen.

Antoine sloot in 1975 aan bij de Prinsencaemere, de toen enige vereniging van ex prinsen, en werd er PR verantwoordelijke in 1991. Hij was ook secretaris van 1999 tot 2014. Hij werkte mee aan alle shows van de caemere en samen met Karel De Naeyer was hij zelfs jarenlang de regisseur van de revues.
In 1999 werd hij gehuldigd voor zijn 25 jaar lidmaatschap. De huldiging ging gepaard met de mededeling dat het nu wel tijd was voor anderen en hij het wat rustiger aan zou doen.

In 1997 werd Antoine lid van ‘de Jefkes van Sint-Anna’ en ondertussen is hij er ook secretaris.
De Jefkes staan in voor de organisatie van het Jefkesbal op de vooravond van carnaval en voor de kindercarnaval in de St Annawijk op carnavalsmaandag.

Het was op de 48 ste editie van het Jefkesbal (in 2018) dat de Jefkes van St Anna bekend maakten dat Antoine opnieuw kandidaat zou zijn voor de titel van prins. 
Meer details zouden bekend gemaakt worden tijdens het paasweekend van dat jaar. En laat dat weekend nu net op 31 maart vallen, de vooravond van … jawel, 1 april. 

De persconferentie kwam er en met de slogan ‘bompa Antoine ver 2019’ kwam er een show van Antoine en Pascal Solemé (de ‘salami’). Aan het einde van de avond werd bekend gemaakt dat het inderdaad om een grap ging, maar er volgde daarop wel meteen de ‘serieuze’ mededeling dat het Michel Cleemput een waar genoegen was om zich kandidaat te stellen. Uiteindelijk is ook dat feestje niet doorgegaan en kwam er geen officiele kandidatuur van uit die hoek.

Dat Antoine een begenadigd zanger is, daar zal niemand aan twijfelen. 
Zijn ‘schoeine vremde vraa’, ‘’den tettentoeren’, ‘de bar van mr Edwuard’, ‘in de stad’, ‘ik em nog dia’s’, en zoveel andere … het zijn ondertussen bijna allemaal klassiekers geworden die iedere Aalstenaar van voren naar achter kan meebrullen.

Ook zijn ‘creatief brein’ was/is enorm. 
Hij werkt dan ook vaak mee aan de shows van anderen (Klaus Gabrio ‘94, Christophe Troch ‘95, Dirk Van De Velde ’97, Jurgen Cooman ’98, …), en was campagneleider voor Paul Kinoo in 1987.

Zelf staat hij ook nog steeds regelmatig op de planken, en duikt hier en daar op als jurylid of presentator.

Zijn schrijverstalenten kon hij duidelijk laten zien bij de ‘Chevaliers van de Koolstraat’ waar hij in 1973 lid van werd. 
Het mocht toen al duidelijk zijn dat hij over heel wat talenten beschikte, en hij werd dan ook een heel graag geziene gast op ‘den Oilsjtersen auved’ en andere. 
In de jaren ’90 vormde hij met zijn kompaan Michel (Cleemput) een uniek muzikaal duo.
‘Bleif van men flosj’, eigenlijk een medley van verschillende Oilsjterse liedjes, werd onvergetelijk, maar hun teede plaat (‘’t visiet) haalde niet het grote succes.

Het blijft echter niet bij teksten alleen. Ook de prentjes interesseren Antoine en samen met Stefaan Vinck en Cyriel Temmerman vatte hij het plan aan om een boek uit te brengen over Aalst carnaval. Ze zouden de periode van 1975 tot 1985 beschrijven en ze vroegen dan ook aan alle beroeps- en gelegenheidsfotografen om hun werken binnen te brengen.
Het boek kwam er, telde 192 bladzijden en werd verkocht voor 990 frank. Ook werd er nog een beperkte luxe versie van gemaakt.
Het boek werd uitgebracht door de vzw Dokumentatiecentrum Aalst Karnaval (beter gekend als DAK) dat werd opgericht door de drie genoemde heren.

Antoine werd er voorzitter van 1985 tot in 1999 en werd toen opgevolgd door Johan Viette en later door Karel De Nayer.
In 1999 werd Antoine secretaris van DAK maar bij het overlijden van Karel De Nayer nam hij opnieuw de voorzitterstitel op. Hij combineert nu de secretaris- en de voorzitterstaak en men kan hem tijdens de carnavalsdagen steeds met ‘het fotoboekje’ in de hand zien ... 
Op 2 december 2018 presenteert DAK dan een kunstboek over carnaval. Allemaal kunstige foto’s over carnaval en meer bepaald over de ‘grime en kostumering’, wat meteen ook de titel werd van het boek. Het eerste werk, dat in 2013 verscheen, droeg de titel ‘koppig carnaval’.
 
Van 1994 tot 2000 zetelde Antoine ook in de gemeenteraad voor de VU (VolksUnie) en in 2000 kreeeg hij zelfs de tweede plaats op de gemeenteraadsverkiezingen. Met 467 stemmen moest hij toen afscheid nemen van de gemeenteraad.

In 2004 werd hij door de Draeckenieren geëerd als ere-draeckenier.

Antoine bleef bezig op allerlei vlak, en tijdens het Oilsjters Zangpalois 2019 van de Prinsencaemere werden Michel en Antoine herenigd. 
Voor een volle zaal in de Oktoberhallen in Wieze brachten ze ze nog eens ‘Bleif van men flosj’.

Het is zo goed als zeker … 

Antoine komen we zeker weer tegen met carnaval … 
ofwel met zijn boekskes ergens op de straten, 
ofwel met een pintje in een gezellig carnavalscafeetje 😊

Geen opmerkingen:

Een reactie posten