Het is een 18e -eeuws kasteel met park en
hoeve, gelegen aan de Jacques Geerinckxsquare en de Raffelgemstraat aan de
westkant van Aalst.
De praterijen van Mijbeke en Schaerbeek, of het Aalsters
buitengebied, hadden toen een oppervlakte van 1.800 ha.
In 1562 verkocht
Diederik Buyl het hof aan Hendrik van der Meere.
In 1646 werd het hof en
toebehoren verkocht aan schepen Jan Coucken uit de Kapellestraat en omvatte dan
boomgaarden, een weide en een motte evenals een hoplochting, meersen en land
voor omtrent 22 dachwanden.
Het goed, dat omgeven
was door een heuse waterwal, besloeg samen met de nederhoeve in 1703 9 bunders (dit komt overeen met ongeveer 11 hectare).
Nadien wisselde het nog enkele malen van eigenaar en verkochten
de erfgenamen van Philippus 't Kint het in 1726 aan Josephus De Breemaeker. Dit
met uitzondering van het neerhof dat verkocht werd aan Emanuel de Ruddere.
In 1775 werd de
herenboerderij door een U-vormig kasteel vervangen, gebouwd op een rechthoekig
eiland in het midden van de rechthoekig aangelegde vijver. Het werd gebouwd
door Jaak Angelus Dierickx, voorzitter van de Raad van Vlaanderen die een
fervente aanhanger was van het Oostenrijks bewind. Hij zorgde onder andere voor de verbetering én de uitbreiding van het wegennet der Zuidelijke Nederlanden.
Na de Franse revolutie
was hij evenwel door de patriotten niet goed gezien en hij moest in 1794
vluchten naar Rijsel en Gent voor de Franse bezetters.
De Sansculotten namen
het kasteel in beslag en richten het in als hoofdkwartier voor hun
administratie van de "garde magasin des vivres".
Enkele jaren later
werd het kasteel betrokken door citoyen Jan van Langenhove.
Tijdens de Restauratie
kwam het kasteel in het bezit van baron Frederic Van der Noot de Vrecken, die
van 1833 tot 1848 de eerste Aalsterse burgemeester werd in het onafhankelijke
België.
De dochter van Van der Noot was gehuwd met Eugeen Jelie die het kasteel
na haar overlijden van haar erfde. Het stond te koop in 1910 en had toen een
oppervlakte van 7 ha 36 a en 26 ca.
De beheerder van het goed was, tot de
verkoop in 1913, deurwaarder Willem Van Muylem, eigenaar van het gelijknamig
kasteeltje dat op een boogscheut ligt van Terlinden.
Het domein werd in 1913
verkocht aan de familie Leon Geerinckx die er drie generaties zouden blijven.
Ze lieten meteen een nieuw hoofdgebouw optrekken in neotraditionele stijl met
aanpassing van de twee zijvleugels uit 1775 en het poortgebouw.
Het
smeedijzeren hek aan de ingang van de dreef was voorheen te Parijs gekocht op
de Wereldtentoonstelling van 1889.
Leon Geerinckx die het kasteel volledig
vernieuwde had vier zonen.
Luitenant Jacques Geerinckx, geboren te Aalst in
1913, vervoegde in W.O. II in de herfst van 1942 de Belgische Inlichtendienst
te Londen. Hij keerde terug naar België als geheim agent. Bij de dropping per
parachute op 14 mei 1943 boven het Luxemburgse Soy ging het mis met zijn
parachute en vond hij een dramatische dood. Na de oorlog werd hem postuum een
een belangrijke Britse onderscheiding toegekend.
Op 23 maart 1954 werd het
plein palend aan de Terlindendreef / Boudewijnlaan / Sylvain Van der
Guchtstraat naar hem genoemd als “square Jacques Geerrinckx”. De drie andere
zonen erfden het kasteel en verkochten het op 17 mei 1965 aan de "Societé
d'Etudes et de Réalisations Immobiliѐres" of beter gekend de naam N.V.
Etrimo.
Gedurende W.O. I verbleven in 1917 en 1918 de paters Capucienen met hun
noviciaat op het kasteel omdat hun klooster op de Capucienenlaan door de
Duitsers was bezet.
Tijdens W.O. II was het kasteel dan weer een schuilplaats voor
officieren en Engelse piloten.
Het park werd sinds 1932 regelmatig opengesteld
door de familie Geerinckx voor de jeugdbewegingen, voornamelijk de Aalsterse
scouts van Sint-Joris en Sint-Christoffel.
De familie Geerinckx schonk ook de
grond voor de oprichting van de nabij gelegen Sint-Annakerk.
Na uitvoering van
hun bouwprojecten verkocht de N.V. Etrimo in 1978 het kasteel en park voor 3,4
miljoen frank aan de stad Aalst die het park volledig openstelde voor het publiek. De
oppervlakte bedroeg dan nog ongeveer 2 ha. Het kasteel werd ingericht als
regionaal “ Centrum voor Economie en Middenstand”. Ook de diensten van Landbouw
werden aldaar ondergebracht. Tevens was er tot 1 juni 2009 de Kamer van
Koophandel-VOKA gevestigd.
Over de NV Etrimo is HIER meer te lezen.
Het Terlindenkasteel is sinds 2 juli 1987 een
beschermd monument.
De Oranjerie werd volledig aangepast als filiaal van de
stadsbibliotheek van Aalst. In 2007 waren er plannen om het kasteel Terlinden
te verkopen wegens de zware onderhoudskosten.
De Draeckenieren, een Aalsterse vereniging die graag de spot drijft (of
de draak steekt) met buurgemeente Dendermonde, hebben in het park Terlinden hun
Draeckenmonument geplaatst.
Het monument
werd opgesteld in de 'Draeckendreef' (oprijlaan aan de linkerkant) van het Kasteel en werd erplechtig
ingehuldigd op 31 mei 2009 (bron : Erfgoedkrant 2 juni 2011).
Over de Draeckenieren is HIER meer te lezen.
Aalstenaars vereenzelvigen het
huidige kasteel Terlinden vaak met het zogenaamde Kasteel van Verdoemenis. Er
waren echter een Grote en een Kleine Verdoemenis in de Aalsterse
geschiedenis.
Vaak worden verhalen van het ene toegewezen aan het andere, en het
verschil tussen beiden was nogal vaag en mistig. Ook werden er veel mysterieuze
verhalen over verteld.
Voor alle duidelijkheid dus : het kasteel Terlinden is wel degelijk het kasteel van de Grote Verdoemenis :
Deze lugubere naam werd in
de volksmond gegeven aan het Hof Terlinden of het huidige Kasteel Terlinden. De
oorsprong lag in het verblijf in het pachthof van Pater Pasquier Quesnel die er
zijn Jansenistisch boek "Motif de droit du pѐre Quesnel"
schreef.
Deze pater was een getrouwe
volgeling van de Ieperse bisschop Cornelius Jansenius (1585/1638).
De bisschop
was de stichter van de 17e–-eeuwse richting in de Rooms-katholieke Kerk, die de
kerk wou hervormen naar een strenge Calvinistische strekking. Ze verwierp onder
andere de pauselijke macht en de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, ze dienden
slechts heel zelden de sacramenten toe,
en ze waren felle tegenstanders van de Jezuïeten.
Via meerdere pauselijke
bullen werden ze in de ban van de kerk geslagen.
Ontsnapt uit de gevangenis
van het Aartsbisdom Mechelen, werd Quesnel opgevangen en gehuisvest door de
toenmalige eigenaar van het goed, namelijk Priester t’ Kint.
Een "ketter" in de ban van de kerk werd beschouwd als des duivels, en dat feit gaf
het Hof Terlinden, later Kasteel Terlinden, zijn naam “Kasteel van
Verdoemenis”.
Toen de Aalstenaars
namelijk te weten kwamen dat deze ketter en aanhanger van satan op het kasteel
en het hof Terlinden had verbleven was men ervan overtuigd niet ver meer
af te zijn van de verdoemenis.
Deze benaming, die wat in de
vergeethoek geraakt was, kwam terug meer in de actualiteit op het einde van de
Oostenrijkse periode als de toenmalige eigenaar Jaak Angelus Dierickx tijdens
de Brabantse Omwenteling uit zijn kasteel werd verdreven.
Bijkomend was de
nabijheid van de galg op het Galgenveld, waar dagenlang de lijken van de
opgeknoopte misdadigers hingen te bengelen en de kraaien hevig krasten, wat
uiteraard geen opwekkend beeld opleverde.
Door een toeval keerde"le
Pѐre Quesnel" in 1963 terug naar zijn oude schuilplaats. De
laatste eigenaars kochten namelijk het geschilderd portret uit de 18e eeuw
van een Aalsters antiquair en het sierde de grote vergaderzaal. Tot op het moment van de verkoop keek père
Quesnel dus in elk geval vanop zijn plaats boven de haard neer op de Aalstenaars en
genodigden die er vergaderen en recepties bijwoonden. Of dit bij de huidige eigenaars nog steeds het geval is, daar kunnen we enkel naar gissen.
Men vertelde ook dat de
‘vramasjons’ bijeenkomsten hielden in het kasteel van Verdoemenis in Aalst. De framassons (ofte vrijmetselaars), zag je nooit in de kerk en daarom werden ze verdacht
van contacten met de duivel. En wanneer ze veel geld verdienden, hadden ze
misschien wel hun ziel aan de duivel verpand…
Wat ook zeker is, is dat ook de Bende van Sardonis (uit de serie Merlina) hier gehuisvest was. Enkele opnames van deze serie vonden namelijk plaats in het kasteel Terlinden.
Over het kasteel der kleine verdoemenis is HIER meer te lezen.
In juni 2017 kwam dan het nieuws dat het kasteel en park werden verkocht voor het mooie bedrag van 905.000 euro. Het kasteel komt daardoor in
privéhanden. De koper is een Aalstenaar, maar de nieuwe eigenaar stond erop
anoniem te blijven (hoewel ondertussen al voor iedereen duidelijk is wie de eigenaar geworden is).
In
een vorige ronde was er al eens 750.000 euro geboden op kasteel Terlinden. Omdat een
tweede bieder een hoger bod deed van 756.200 euro, moest er een nieuwe openbare
verkoop georganiseerd worden. Iedereen mocht meedoen, maar de initiële bieder
bleef deze keer thuis. Het zaaltje van de foyer van het administratief centrum
van de stad zat vrij goed gevuld, al bleken de meeste mensen vooral nieuwsgierige toeschouwers te
zijn. Nadat notaris Moyersoen het bieden had geopend, ging het bedrag al snel
naar 780.000 euro.
De
uiteindelijke koper bood telkens 5.000 euro hoger dan de andere bieder en kon
op het einde het pleit beslechten met een bod van 905.000 euro.
Burgemeester
Christoph D’Haese (N-VA), die het bieden had gevolgd, was tevreden met de verkoop. “Dit
is al de tweede openbare verkoop vandaag - er was al die van het pand van de
personeelsdienst op het Keizersplein - en allebei gaan de bedragen boven de
schattingswaarde”, zegt de burgemeester. “Een goeie dag voor de financiën van
de stad”, zegt hij.
Natuurlijk een goeie dag voor de financiën, maar wel jammer dat we nu niet meer vrij in het park kunnen genieten van de eendjes, de zwaantjes en de rust. Eén troost is er echter wel : het kasteel zal (moeten) blijven bestaan.
De
18de-eeuwse zijvleugels van het kasteel (gevels en bedaking), het poortgebouw,
de kaaimuren, de bruggen, de wal rond het kasteel, de orangerie en de stalling
(gevels en bedaking) zijn namelijk, omwille van hun nationale cultuurhistorische waarde door de
overheid aangewezen als beschermd monument. De 20ste-eeuwse verbouwingen van
het kasteel (waaronder de middenvleugel), de erekoer, de kasteelhoeve en het
park zijn eveneens gekenmerkt als beschermd stadsgezicht, en mogen dus niet verdwijnen.
Aan het kasteel starten trouwens twee prachtige wandelingen. Zowel het natte als het droge voetenpad vertrekken aan de ingangspoort van het kasteel.
Over deze wandelingen is HIER meer te lezen. Zeker een aanrader om eens te doen op een mooie wandeldag.
Over deze wandelingen is HIER meer te lezen. Zeker een aanrader om eens te doen op een mooie wandeldag.
Op maandagavond 11 januari 2021 werd de buurt opgeschrikt door een brand in het kasteel. Op de eerste verdieping werd een brandhaard aangetroffen die echter snel door de brandweer kon geblust worden. Het ging zeker om kwaad opzet, al is niet geweten hoe de daders het kasteel zijn binnengeraakt.
De poorten zijn normaal gesloten en het gebouw is omgeven door water.
Wel is het zo dat het kasteel reeds geruime tijd leeg staat en er ondertussen al verschillende ruiten zijn gesneuveld. Buurtbewoners doen ook melding van ‘ongenode gasten’ tijdens de late uurtjes.
Hopelijk heeft men nu, nadat de oude gebouwen van Schotte (waar al eens een brandje werd gesticht) verdwenen, geen nieuw doelwit gevonden voor vandalisme.
In de zomer van 2021 werd het kasteel gedeeltelijk omgetoverd tot een pop-up bar met de klinkende naam 'Bar Baron'. Het was Steffen Cobbaert, de uitbater van het café Oxygène in Aalst en den Blompot in Ninove die er aan het roer stond.
Het werd een gezellige zomerbar voor jong en minder jong in een groen en historisch kader. Bar Baron was meteen ook een ideaal rustpunt voor wandelaars en fietsers die er konden verpozen, eventueel met een hapje en drankje.
In februari 2022 werd bekend dat het kasteel tegenwoordig eigendom is van schepen Sarah Smeyers (N-VA). Dat was tot dan toe niet breed bekend maar een omgevingsvergunningsaanvraag van de politica om er een bed & breakfast met evenementenruimte van te maken, bracht daar verandering in.
Het is ook de bedoeling dat de volledige parktuin opnieuw wordt opengesteld voor publiek, en over de vijver zou zelfs een vlonderpad worden voorzien.
De werken startten eind april 2023. Het kasteel staat op dat ogenblik volledig in de steigers.
De schepen wil zoals beloofd het kasteel uit de 18de eeuw helemaal renoveren. Het park achter het kasteel is daarom opnieuw tijdelijk niet toegankelijk voor de wandelaars. Het Terlindenkasteel is sinds 2 juli 1987 een beschermd monument.
Bronnen :
spreekbeurt 5e studiejaar Raffelgem (exacte bronnen niet meer beschikbaar)
Wikipedia
eigen info wandeling
Oilsjteenweireldstad Facebookpagina
natuurpunt.be
--- Via Twitter --- Ik hoop dat ik ooit dit kasteel terug kan bezoeken, zoveel prachtige geschiedenis en natuur je hier kan ademen. Hopelijk blijft het in zijn mooie authentieke waarde --- Cathérine Boone
BeantwoordenVerwijderen